Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel
Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel
Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De Municipaliteit van 'S <strong>Gravendeel</strong> en Leer-<br />
Ambagt<br />
aan<br />
den Provisionelen Raad der stad Dordrecht.<br />
Medeburgers!<br />
Door ons, benevens verscheide anderen dorpen in den Hoeksche Waard<br />
aan ulieden per missive kennis gegeven zijnde, dat wij ul. bedankten voor het<br />
vervolgen der zendingen van de zetting van het brood, alsmede daarvan berigt<br />
hebbende doen toekomende aan het Provintiaal Bestuur van Holland, hebben<br />
wij slegts voor drie maanden door het provintiaal Committé van Holland<br />
volgens decreet van 22 April 1796 de vrijheid verkregen, om zelve de zetting<br />
van het brood op onze plaats te reguleeren. En wij hebben zulks zo getrouw<br />
ons immer moogelijk was, uitgeoeffent.<br />
Dan, tot onze verwondering, heeft het voormelde bestuur goedgevonden,<br />
wederom bij decreet (zoals ons van terzijde is berigt, want legale kennis<br />
hebben wij 'er tot nog toe in geenen deele van gehad) ons die vrijheid te<br />
ontnemen, en aan ul. te demandeeren.<br />
Dan, medeburgers, hoe is het tog?<br />
Zijn de woorden vrijheid en gelijkheid, die men aan het hoofd gestelt ziet van<br />
alle adressen, publicatien, enz, maar ijdele klanken, of zijn het woorden van<br />
waarheid, die men op de tegenwoordige tijd kan en behoort toe te passen. Is<br />
het laatste waarheid, dan zijn wij ten uitterste verwonderd, dat gijl. uw met<br />
zaken bemoeid, die bedunkens ons, ons raken, want tot wie tog hoort de<br />
zetting van 't brood te 'S <strong>Gravendeel</strong>, immers buiten twijffel tot het laatste, of<br />
is het een zaak van zoo een verbazend gewigt, dat wij minkundigen ten platten<br />
lande, dezelve niet naar behoren kunnen uitoeffenen?<br />
Dit kunnen wij ook niet vinden. Kund gijl. ons aantonen, dat wij het die<br />
drie maanden niet in order gedirigeert hebben? Wij, dan wij zullen ons laten<br />
overtuigen, wij willen altoos gaarne met bescheidenheid onderrigt zijn,<br />
mogelijk zult gijl. zeggen, het hangt van ons niet af, het provintiaal bestuur<br />
heeft het wederom aan ons gedemandeerd, en derhalven kunnen wij 'er niet<br />
van tusschen, maar medeburgers, zoud gij dan niet met reden kunnen<br />
zeggen, dat gijl. u met de zaken van een ander niet gaarne bemoeide, dat het<br />
uw ook niet aangenaam zoude zijn, niet alleen, wanneer 't een ander met de<br />
uwe deed, maar dat gij uw daartegen ten sterktsten zoud verzetten, en<br />
derhalven ook uit dien hoofde, uw met de zaken van een ander wilde meleeren,<br />
maar misschien doet gijl. het met genoegen, dit weten wij niet, en laten<br />
het derhalven aan zijn plaats.<br />
Verder, 'er word in de zetting gesproken van brood (bijvoorbeeld) wegende 2<br />
lb zou verkogt worden voor zooveel, aan brood wegende 4 lb voor zooveel<br />
enzovoorts, dan medeburgers, dit schijnt ook wezenlijk niets te beduiden,<br />
want als 'er geeijkt word en het brood word aanmerkelijk te ligt bevonden, met<br />
dat al niets uitdoet, wij hebben 'er in het voorleden jaar, en wel op den 10e<br />
junij een proef van gehad, daarin bestaande, dat 'er op dien dag bij al de<br />
bakkers op dezen dorpe, door den municip. geadsisteert door den eijkmeester<br />
en geregtsbode wierd geeijkt, en met dat gevolg, dat bij eenige bakkers het<br />
brood aanmerkelijk wierd te ligt bevonden, als bijvoorbeelt een brood van 4 lb<br />
notulenboeken <strong>1795</strong>-1813 1