Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel
Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel
Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
zijnde, is zulks goedgevonden en zijn daartoe benoemt de burgers H. Pasman<br />
en L. Vermaas.<br />
Vervolgens is de vergadering gescheiden.<br />
Aldus geresumeert, gearresteert en geteekent den 5e Augustus 1796, het<br />
tweede jaar der Bataavsche Vrijheid.<br />
H. Pasman, schout T. van de<br />
Koppel, secr.<br />
Vergadering gehouden den 5e Augustus 1796,<br />
het tweede jaar der Bataavsche Vrijheid<br />
Vrijheid Gelijkheid Broederschap.<br />
De notulen der voorgaande vergadering zijn geresumeert, gearresteert en<br />
geteekent.<br />
De schout communiceert dat bij hem is geweest G.J. Hageman, zooals was<br />
afgesproken dat hij doen zoude, als hij op alle de andere plaatzen had geweest<br />
en hem gezegt hadde dat al de andere plaatzen de zettingbrief hadden<br />
aangenomen, dog dat hij schout nogmaals had geweigerd aan te nemen, 't<br />
welk volmacht door alle de leden wierd geapprobeerd.<br />
Vervolgens een martbrief der granen ingekomen zijnde van de prijzen der<br />
granen, bleek daaruit dat de goede Baktarw was verkogt van 34 tot 38 schell.<br />
en de rog van 20 tot 22 sch. en dat derhalve de zetting moest blijven op<br />
dezelvde prijs als ze thans is.<br />
De commissie uit den Haag geretourneerd zijnde, doet raport, hoofdzakelijk<br />
daarin bestaande, dat zij zig vervoegt hadden bij het provintiaal committé van<br />
Holland en daarvan eenige leden hadden gesproken, dewelke van het stuk van<br />
'S<strong>Gravendeel</strong> niets wisten, dog hun verwezen bij eenen brouwer in het<br />
logement van Amsterdam, meenende dat het in den zelvs handen gesteld was.<br />
Bij denzelve gekomen zijnde, zeide niet te weten of het bij hem was, ja dan<br />
neen, dog dat de commissie 's morgens daarna om negen uuren nog eens bij<br />
hem zouden komen, terwijl hij intusschen zoude nazien of het ook bij zijn<br />
papieren was. Dat zij op het voorz. uur bij hem waren en hij 't zelve had<br />
gevonden en ingezien, 'er een en ander in had ontdekt, 't welk zo hij dagt zo<br />
gemakkelijk niet zoude te verkrijgen zijn, dog nodig oordeelde, om een copie<br />
van het oude octroij te moeten hebben ten einde te zien welke ongerijmdheid<br />
en onevenredigheid daarin voorkwam. En dat de burgerij geen regt<br />
hadde gehad om dat octroij buiten werking te stellen, want dat 'er publicatie<br />
in de wereld was van 8e Februarij dezes jaars welke dicteerde dat alle<br />
octroijen moesten blijven op den ouden voet, immers zo lange tot dat<br />
daaromtrent een vaste cijnosure zal zijn daargesteld en derhalve ingeval de<br />
Burgerij 'er iets tegen hadde, hunne bezwaren als dan ten minste hadden<br />
moeten inbrengen bij hun, dat de commissie daarop hadde gereplieerd dat de<br />
grootste meerderheid der Burgerij van het begin af aan 'er tegen hadde<br />
geweest, en daarentegen voor ons ingeleverd adres, en dus dit nu zoo zijnde<br />
wij zoo niet konden blijven zitten, dat hij Brouwer daarop hadde gezegt, zend<br />
copie van het oude octroij en wij zullen uw op een of ander wijs helpen, gij<br />
moet zeker geholpen worden. Dat zij vervolgens zig hadden vervoegt bij den<br />
president van der Spijk, die zig ook nog eenigzints kon herinneren dat hij met<br />
notulenboeken <strong>1795</strong>-1813 1