Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel
Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel
Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ontfanger van des gemeene L. middelen.<br />
Waarover gedelibereert zijnde, is goedgevonden over gemelde missive nader<br />
met den burger Santheuvel te spreeken.<br />
Verder word gelezen een aanschrijving van het provintiaal committé van<br />
Holland inhoudende, om alle huisen, landen &c. welke nog niet in de verponding<br />
zijn aangeslagen, binnen een maand op te geven, waarover gedelibereert<br />
zijnde, is geresolveert om over deze aanschrijving met den burger Johan<br />
Repelaer te Dordt, als ontvanger der verpondingen dezer heerlijkheid in<br />
conferentie te treden, en heeft de schout en secretaris deze alsmede de<br />
voorgaande commissie, op verzoek der vergadering vrijwillig op zig genomen.<br />
Is voorts na deliberatie goedgevonden, om aan zulke notarissen, dewelke<br />
voor het vervolg admissie verzoeken om als procureur voor deze municipaliteit<br />
te mogen ageeren, als zulks gepermitteerd word, het onder deze conditie te<br />
doen, van bij occasie aan de municip advijsen gratis te geven, en zulks ook bij<br />
gelegenheid om degenen die dezelve reeds hebben te kennen te geven.<br />
Is gecompareert een commissie uit de grondvergadering, zeggende gelast te<br />
zijn om aan de municip. te overhandigen twee advijsen van regtsgeleerden<br />
betrekkelijk het 14e Art. van de dorpskeuren met verzoek dat de municip. het<br />
gem. 14e Art. zoude publiceeren en affigeeren, waarop door de voorzitter aan<br />
die commissie wierd gezegt, dat de vergadering er over zoude delibereren,<br />
vervolgens worden de gemelde adressen gelezen en daarna zegt de voorzitter,<br />
dat hij zig duidelijk konde herinneren, doe voor eenige tijd dat voorstel wierd<br />
gedaan door de grondvergadering.<br />
Daarover was gedelibereert en door hem voorzitter gepreadvijseert om over<br />
deze zaak bij een rechtsgeleerde te advijseeren, en zulks algemeen was<br />
goedgekeurd en daartoe verkoren den burger advt Vrolikhert dat door tusschenkomende<br />
omstandigheden die burger zijn advis daarover schriftelijk<br />
hadde overgegeven, dat vervolgens zulks aan de grondvergadering was berigt,<br />
en daarin was goedgevonden om nader over diezelfde materie bij een ander te<br />
advijceeren dat nu gedaan zijnde en de advijsen regtstreeks tegen dat van<br />
Vrolikhert waren inlopende, hij oordeelde dat in plaats van nu meer ligt te<br />
hebben in die zaak meer in het donkere en onzekere te verkeeren, en daarom<br />
moest verklaren, ingeval de municip. goedvond om aan het verzoek der grondvergadering<br />
te voldoen, hij als uitvoerder der wetten deze wet ook zoude<br />
executeeren, dog de gevolgen welke daaruit zouden kunnen voorkomen, niet<br />
voor zijne rekening, hetzij personeel of voor het algemeen wilde nemen en ook<br />
ten tweede moest aanmerken dat het nu althans in dit zaijsoen volstrekt geen<br />
tijt was, om deze wet te observeeren, doordien hetzelve zeer zoude strekken tot<br />
prejuditie en nadeel van huurders en verhuurders der dijken, en daarom<br />
indien dezelve dan moest gemainteneert worden, hij er zeer sterk voor zoude<br />
zijn, om te wagten, totdat dit jaar zoude zijn afgeloopen.<br />
Waarover gedelibereert zijnde, is op voorstel van Bongers geresolveert, nog<br />
nader over deze gewigtige zaak te advijseeren, en wel bij een Rotterdams<br />
advokaat, daar hij Bongers kennis aan heeft, edog denzelve van huis zijnde, of<br />
niet bij de hand, alsdan bij een ander, en is daartoe bepaald eerstkomende<br />
zondag, en wel dat die commissie zal worden waargenomen door Bongers en<br />
Bijvank die zulks vrijwillig op zich namen.<br />
notulenboeken <strong>1795</strong>-1813 1