04.09.2013 Views

Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel

Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel

Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

de kerkenbode (koster) zullen worden gelast en gequalificeert om bij alle de<br />

ingezetenen van 'S <strong>Gravendeel</strong> en Leer-Ambagt, alsmede van Wieldrecht<br />

(waarover met de Municip. van Wieldrecht zal worden gesproken) rond te<br />

gaan, en aan ieder aanzeggen, dat hij op zoo een som getaxeert is. en verzogt<br />

word om binnen drie maanden na dato aan den diacon in een, twee of drie<br />

termijnen, dezelven ter hand te stellen, dat diegene dewelke weigeragtig zijn<br />

om te betalen, zouden worden geciteert voor een gecombineerde commissie uit<br />

de municipaliteit en kerkenraad.<br />

Notitie van de nevenstaande regelen zijn op verzoek van den kerkenraad om<br />

redenen geroijeerd.<br />

Waarover gedelibereert zijnde, is over het gemelde voorstel of advis van den<br />

kerkenraad omvraag gedaan en met dat gevolg, dat het laatste poinct<br />

unaniem wierd afgekeurd, namelijk, dat de zodanige, dewelke van de naastbestaande<br />

zijn dergene die onwillig zijn bevonden, ook niet zouden worden<br />

bedeeld, als begrijpende, dat zulks een hardigheid zoude zijn, dog voor 't<br />

overige is geresolveerd, om zig met het voorstel voor zooverre tenminsten als<br />

het eenigzints bestaanbaar is, te conformeeren.<br />

Vervolgens doet de commissie, uit de Municipaliteit en burgerij benoemt,<br />

raport als volgt:<br />

Vrijheid Gelijkheid Broederschap<br />

Medeburgers!<br />

Leden der Municipaliteit en burgerij!<br />

De commissie l.l. donderdag den eersten september door ulieder benoemd tot<br />

het opbrengen en uitbrengen van een raport, wegens de beschuldiginge door<br />

twee leden van het plaatselijk bestuur alhier, met name Koen Janse van<br />

Strijen en Arij de Vlaming, ingebragt tegens de burgers Arij Corse Smits en<br />

Pieter de Vries, zal de eer hebben het volgende hieromtrent onder uwen<br />

aandagt te brengen.<br />

Bij den eersten aanvang van den arbeid uwer commissie, medeburgers,<br />

ontdekte dezelve weldra, dat het werk, door ulieder aan hun opgedragen, niet<br />

zoo gemakkelijk was, als 't zig in den eersten opslag wel voordeed.<br />

De beschuldigingen daarin voorkomende, door dezelve gelezen en herlezen<br />

zijnde, wierd weldra bemerkt, dat ze van dien aard waren, dat ze, zo niet alle,<br />

tenminsten een groot gedeelte derzelven moesten worden aangezien enkel als<br />

beschuldigingen en niet verder, omdat ze die bewijzen manqueerden, die 'er<br />

volstrekt nodig waren, zoude uwe commissie in staat zijn dienaangaande een<br />

behoorlijk raport te kunnen uitbrengen.<br />

Om die reden is 't dezelve derhalven volstrekt noodzakelijk voorgekomen,<br />

om de burgers Van Strijen, de Vlaming en Smits over dezelve te horen, gelijk<br />

ze dan ook aan die burgers heeft verzogt, om zig bij haar te vervoegen, ten<br />

einde hun oogmerk daardoor te kunnen bereiken en aan derzelver last<br />

voldoen.<br />

Genoemde burgers voor uwe commissie gecompareert zijnde, heeft dezelve,<br />

na hun over het een en ander ondervraagt te hebben, wel kunnen opmaken,<br />

dat de beschuldigingen, zoals dezelve worden aangevoerd, op de navolgende<br />

wijzen behoren beschouwd te worden.<br />

notulenboeken <strong>1795</strong>-1813 1

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!