Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel
Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel
Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
tweede hem te permitteeren voor zooveel deze vergadering aangaat.<br />
De schout steld voor dat daar de beestemarkt eerstdaags ophanden is, om<br />
de zilveren doos voor de premie in de maak te doen, welk voorstel algemeen is<br />
goedgekeurd.<br />
De schout communiceert, dat bij hem van deze en gene burgers klagten<br />
waren ingekomen, omtrent het slegt gedrag van veele jongens en andere die<br />
bij avond en ontijden ongeregeltheden aan de huizen en heiningen der<br />
ingezetenen plegen. Waarover gedelibereert zijnde, is goedgevonden een<br />
publicatie daaromtrent te doen, en een poenaliteit van drie guldens daarop te<br />
stellen, de helft voor den aanbrenger en den wederhelvt voor den aanbrenger<br />
dezer dorpe. En in de zelve publicatie nogmaals een sterke aansporing doen<br />
om de voormalige publicatien aangaande het tabakroken zonder dopje of<br />
sluifje na te komen, vermits dezelve voor 't vervolg ten aldersterksten zullen<br />
worden gemainteneerd, alsmede dat de boetens daarvan wegens edelmoedige<br />
afstand van den schout zullen komen ten profijte van het dorp.<br />
Verder is na deliberatie goedgevonden om nogmaals een missive te zenden<br />
aan het Provintiaal Committé van Holland, ten einde te verzoeken om betaling<br />
voor geleverde beesten, als anders, terwijl in geval van geen betaling<br />
verkrijgende, de ingezetenen, die leverantien als anders gedaanhebben, niet in<br />
staat zijn om aan de geldheffing te kunnen voldoen.<br />
En is den secretaris gelast de bovengenoemde publicatie als mede deze<br />
missive te concipieeren.<br />
Is gecompareert een commissie uit den krijgsraad alhier, dewelke kennis<br />
gaf, dat den burger Koen Roos, lid van de gewapende burgermagt alhier, tot<br />
twee herhaalde reizen was geciteerd voor den krijgsraad, en door den zelven<br />
zijne nalatigheid in het niet observeeren van zijne verpligting te kennen<br />
gegeven zijnde, door dien hij niet mede onder de wapenen komt, tijde der<br />
excersitie, en ook weigerd zijne boetens te betalen. Dat denzelve zig de eerste<br />
reize had verontschuldigt met te zeggen, het gaat niet goed, en zo lang als het<br />
zoo gaat, zal ik mijn zin doen en komen als ik wil, en de tweede reis had hij<br />
gezegt, onder veel meer andere hatelijke uitdrukkingen, ik zal me geweer thuis<br />
brengen en ik betaal ook geen boete.<br />
Alsmede dat de burgers H. van de Veest, Jan M. Barendrecht en Jan H. de<br />
Vlaming, door de krijgsraad waren gesteld op contributie, en niets van dezelve<br />
tot nog toe hadden betaald, maar volstrekt weigerden om zulks te doen, en<br />
ook om onder de wapenen te komen, dat de krijgsraad derhalven had<br />
goedgevonden om een commissie te decerneeren, ten einde de municip. te<br />
verzoeken, om de vier genoemde perzonen voor hun te dagvaarden, tegen<br />
aanstaande woensdag, zijnde burendingdag, om opgem. verschillen, ware het<br />
mogelijk uit den weg te ruimen, waarover gedelibereert zijnde, is geresolveert<br />
om aan het verzoek van de krijgsraad te voldoen.<br />
Voorts is men overgegaan tot het formeeren van een plan van taxatie over<br />
alle in en opgezetenen van 'S <strong>Gravendeel</strong> en Leer-Ambagt, en daar zoverre<br />
mede gevordert zijnde, dat het dorp afgewerkt was, vond men goed, om het<br />
overige te staken, tot zaturdag den 15e dezer 's namiddags ten vier uuren, en<br />
dus de vergadering tot gemelde dag en uur te adjourneeren.<br />
Aldus geresumeerd, gearresteert en geteekent den 15e october 1796, het 2e<br />
notulenboeken <strong>1795</strong>-1813 1