Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel
Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel
Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
plaats gewoond hebbende, buiten deze republiek zijn uitgeweken zedert den<br />
eersten januarij <strong>1795</strong> en mitsdien vallen in de termen van den 35 artijkel<br />
der algemeene beginzelen der burgerlijke en staatkundige grondregelen<br />
voor de staatsregeling geplaatst.<br />
2° De redenen waarom de Municip. van oordeel is, dat de opgegeven perzonen<br />
in de termen van de 35 art. vallen.<br />
3° De amptsbedieningen of functien welke zij hebben bekleed, en of zijn<br />
gehuwd dan ongehuwd zijn, als mede de achtergelatene kinderen en<br />
huisgezinnen van hun.<br />
4° Al hetgene nopens de hier te Lande agter gelatene goederen van zodanige<br />
perzonen welke op de 1e Januarij 1798 der zelver perzoonlijken eigendom<br />
zijn geweest, aan de municip. bekend is, met opgave ook van de schulden<br />
waarmede die goederen zijn bezwaard.<br />
Welke aanschrijving voor notificatie is aangenomen, vermits zodanige<br />
perzonen zich alhier niet bevinden, dog nodig geoordeeld, zulks per missive<br />
aan het voormelde bestuur te berigten.<br />
Voorts zegt de voorzitter dat de burger Collecteur Rouffaer bij hem hadde<br />
geweest en gezegt, hem ter ooren was gekomen, hij zoude aanstaande<br />
zaturdag gedagvaard worden voor de municip., dog indien hij gedagvaard<br />
wierd als collecteur, hij dan niet zoude compareeren, maar wel als hij wierd<br />
opgeroepen als burger, gevende de voorzitter in consideratie of de vergadering<br />
zoude kunnen goedvinden, dat een of ander lid hem maar eens zal zeggen, om<br />
voor de municip. te komen, of dat hij zal worden gedagvaard door de bode.<br />
Waarover gedelibereert zijnde, was de vergadering unaniem daarvoor dat hij<br />
zal werden gedagvaard evenals alle andere burgers.<br />
Is na deliberatie goedgevonden om de eerstvolgende vergadering alle de<br />
papieren tot de dorpsstraat behorende, naukeurig naar te zien.<br />
Waarna de vergadering scheide.<br />
Aldus geresumeert, gearresteert en geteekent den 7e Julij 1798, het vierde<br />
jaar der Bataafsche vrijheid.<br />
H. Pasman, schout T. van de Koppel, sec.<br />
Vergadering gehouden op Zaturdag, den 7e<br />
Julij 1798, het vierde jaar der Bataafsche<br />
Vrijheid.<br />
Gelijkheid Vrijheid Broederschap<br />
De notulen der voorgaande vergadering zijn geresumeert, gearresteert en<br />
geteekent.<br />
Is gecompareert de burger J.J. Rouffaer, gaarder van des Gemeenelands<br />
middelen alhier als geciteert zijnde, om hem te horen wegens klagten omtrent<br />
zijn perzoon ingebragt, daarin bestaande dat hij de burgers buiten de door<br />
hem bepaalde uren, zijnde des morgens 8 tot 12 en des namiddags van 2 tot 4<br />
uren niet wilde helpen, doch hetwelk de burger Rouffaer ontkende, met te<br />
zeggen dat niemant in staat is zulks te kunnen bewijzen, maar integendeel,<br />
dat hij durfde en konde zeggen niemand ooit weggezonden te hebben, al was<br />
het voor of na die gestelde uren, dog dat hij zich niet verpligt rekende, met de<br />
municip. in die betrekking daar verder over te spreken, maar zeer gaarne als<br />
notulenboeken <strong>1795</strong>-1813 1