06.09.2013 Views

Download In de ogen van Lucebert (450 kB; PDF) - Robert Proost

Download In de ogen van Lucebert (450 kB; PDF) - Robert Proost

Download In de ogen van Lucebert (450 kB; PDF) - Robert Proost

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>In</strong> <strong>de</strong> <strong>ogen</strong> <strong>van</strong> <strong>Lucebert</strong> – <strong>Robert</strong> <strong>Proost</strong><br />

aspect <strong>van</strong> <strong>Lucebert</strong> gedichten. Met name Jan Oegema heeft dit op een zeer overtuigen<strong>de</strong> en<br />

bruikbare wijze gedaan.<br />

Aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> <strong>de</strong> fenomenologie volgens Merleau-Ponty ga ik op zoek naar <strong>de</strong><br />

betekenissen en <strong>de</strong> functies <strong>van</strong> het lichamelijk waarnemen, die ingebed liggen in <strong>Lucebert</strong>s<br />

poëtisch werk. Ik veron<strong>de</strong>rstel, in lijn met Merleau-Ponty, dat kijken in zowel <strong>Lucebert</strong>s<br />

poëzie als beel<strong>de</strong>nd werk ver<strong>de</strong>r gaat dan een beeld waarnemen met het fysieke oog; het<br />

on<strong>de</strong>rgaat een spel tussen subject en werk, tussen epistemologische waarneming en een<br />

innerlijk ervaren <strong>van</strong> fenomenen tot het mystieke aan toe. Kijken is zowel een thematiek in<br />

het werk als een activiteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> lezer of kijker en komt naar voren in <strong>Lucebert</strong>s gedichten.<br />

Waarnemen komt op ons verstand over als een <strong>van</strong>zelfsprekendheid, als een passiviteit die te<br />

vergelijken is met <strong>de</strong> optische lens <strong>van</strong> een camera. Het zal voor zich spreken dat ik <strong>de</strong>ze<br />

aanname aanvecht, zoals ook <strong>de</strong> fenomenol<strong>ogen</strong> dit in het verle<strong>de</strong>n gedaan hebben. Vooral <strong>de</strong><br />

rol <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze fenomenologie in <strong>de</strong> poëzie is hier <strong>van</strong> belang. Poëzie is een kunstdiscipline die,<br />

hoewel ze vaak beel<strong>de</strong>nd genoemd wordt, zel<strong>de</strong>n gekoppeld wordt aan een filosofie rondom<br />

het zien. Lezen is nu eenmaal geen kijken, een blik die over een schil<strong>de</strong>rij glijdt is een an<strong>de</strong>re<br />

dan het verinnerlijke <strong>van</strong> beeldspraak.<br />

Waarnemen en betekenistoekenning in poëzie berusten in essentie op een subjectieve<br />

ervaring. Een woord moet immers een direct beroep doen op <strong>de</strong> verbeeldingskracht <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

lezer, wil hij er een zintuiglijke ervaring <strong>van</strong> kunnen maken. Nooit zal een gedicht<br />

fotografisch te werk kunnen gaan, altijd zal het woor<strong>de</strong>n moeten gebruiken om <strong>de</strong> lezer aan te<br />

zetten <strong>de</strong> leemten – <strong>de</strong> afwezigheid <strong>van</strong> oneindig nauwkeurige beschrijvingen – aan te vullen<br />

op een eigen, subjectieve wijze. Het kijken in <strong>Lucebert</strong>s poëzie vormt hier geen uitzon<strong>de</strong>ring<br />

op en presenteert <strong>de</strong> lezer beel<strong>de</strong>n niet op een zilveren dienblaadje, maar laat hem of haar<br />

stoeien met <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rlinge associaties en <strong>de</strong> eventuele verwijzingen naar <strong>de</strong><br />

‘werkelijkheid’. De notie <strong>van</strong> subjectiviteit is in <strong>de</strong> poëzie dusdanig groter dan in bijvoorbeeld<br />

<strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunst, waar het getoon<strong>de</strong> zich op een eenduidige manier vertoont, ongeacht wie<br />

er naar kijkt. Wanneer je dit argument bevecht door te stellen dat een schil<strong>de</strong>rij net zo goed<br />

subjectieve associaties op kan roepen, dan geldt dit in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> mate voor <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n die<br />

poëzie oproept, met als voornaamste verschil dat het in <strong>de</strong> poëzie ook <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n zelf zijn die<br />

door <strong>de</strong> lezer opgeroepen wor<strong>de</strong>n. Dit kijken, <strong>de</strong>ze subjectieve ervaring, dit onverm<strong>ogen</strong> <strong>de</strong><br />

wereld te beschouwen als statisch on<strong>de</strong>rzoeksobject, wat ook geldt voor <strong>de</strong> wereld die <strong>de</strong><br />

kunsten voor onze <strong>ogen</strong> optrekt, daar bevindt zich iets cruciaals aangaan<strong>de</strong> <strong>Lucebert</strong>s<br />

dichtkunst. Het kijken, het <strong>van</strong>uit een eigen positie beschouwen <strong>van</strong> een (poëtische) wereld,<br />

11

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!