Download In de ogen van Lucebert (450 kB; PDF) - Robert Proost
Download In de ogen van Lucebert (450 kB; PDF) - Robert Proost
Download In de ogen van Lucebert (450 kB; PDF) - Robert Proost
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>In</strong> <strong>de</strong> <strong>ogen</strong> <strong>van</strong> <strong>Lucebert</strong> – <strong>Robert</strong> <strong>Proost</strong><br />
Descartes en zijn ‘opvolgers’ in. Ons bewustzijn valt samen met ons lichaam en ons lichaam<br />
is geen geschei<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> wereld, maar bestaat door zijn relaties met <strong>de</strong> wereld.<br />
Onze waarneming bepaalt ons gevoel <strong>van</strong> lichamelijkheid, constitueert ons lichaamsschema<br />
met zijn verleng<strong>de</strong>n die te vin<strong>de</strong>n zijn in <strong>de</strong> wereld om ons heen. De ‘lichamelijke taal’ is dan<br />
ook on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> taal die stoelt op <strong>de</strong>ze relatie. Volgens Oegema’s <strong>de</strong>el<strong>de</strong>finities 55 is het een<br />
taal die thuishoort bij biologisch bereik, maar ook <strong>de</strong> taal <strong>van</strong> menselijkheid in het algemeen,<br />
gebaseerd op relatie <strong>van</strong> mens tot mens, <strong>van</strong> moraliteit, als ook taal die or<strong>de</strong> schept in <strong>de</strong><br />
dingen: het geeft antwoor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> vraag <strong>van</strong> wie het subject is, wat zijn plaats is in <strong>de</strong><br />
wereld. Een plaats in <strong>de</strong> wereld, een op waarneming gebaseerd bewust-zijn als relatie tot <strong>de</strong><br />
dingen (waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> lichamen <strong>van</strong> An<strong>de</strong>ren) in <strong>de</strong> wereld maakt <strong>de</strong> mens tot een individu.<br />
Het is dus dit lichamelijke dat enerzijds ons een i<strong>de</strong>ntiteit geeft, omdat het ons laat zien een<br />
plaats te kennen in <strong>de</strong> actuele wereld, en ons an<strong>de</strong>rzijds een doorgang geeft tot het verlies <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong>ze i<strong>de</strong>ntiteit, omdat <strong>de</strong> relatie tot <strong>de</strong> dingen ons kan doen beseffen zelf ook een ding te zijn.<br />
Ons ervaren <strong>van</strong> onszelf en <strong>van</strong> <strong>de</strong> wereld maakt ons tegelijkertijd statisch, als eenheid in <strong>de</strong><br />
wereld, als ook dynamisch, samenvallend met dat om ons heen als verleng<strong>de</strong> <strong>van</strong> ons<br />
lichaamsschema. Zien eigent ons <strong>de</strong> wereld toe, omdat wij ons relateren met <strong>de</strong> dingen en ons<br />
ervaren <strong>van</strong> <strong>de</strong> wereld (en daarmee onszelf) bestaat uit het waarnemen er<strong>van</strong>. Logischerwijs<br />
zou een niet-waarnemend bestaan, een afwezigheid <strong>van</strong> welke zintuiglijke prikkel dan ook,<br />
ons ons bewust-zijn ontnemen. En dit is wat <strong>de</strong> voorgeboortelijke volmaaktheid is en wat <strong>de</strong><br />
mystieke ervaring opnieuw in een mens kan oproepen. Besef <strong>van</strong> i<strong>de</strong>ntiteit is er niet, alleen<br />
een volledig samenvallen met <strong>de</strong> wereld. De ‘taal’ die hierin thuishoort, ‘<strong>de</strong> analphabetische<br />
naam’ volgens Oegema, is ‘taal <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorwereld, het oerbegin, <strong>van</strong> een moment vóór <strong>de</strong><br />
schepping of vóór <strong>de</strong> geboorte, een taal die <strong>de</strong> dichter terugvoert naar puntnul, waar het oog<br />
ziet zon<strong>de</strong>r waar te nemen, <strong>de</strong> mond spreekt zon<strong>de</strong>r betekenis te kennen.’ 56 Dit is ‘<strong>de</strong> ruimte<br />
<strong>van</strong> het volledige leven’, vol verbintenis tussen alles en ledig door <strong>de</strong> afwezigheid <strong>van</strong> het<br />
individu. Oegema noemt het ‘<strong>de</strong> ruimte waarin <strong>de</strong> verbinding <strong>van</strong> allen met alles nog intact is.<br />
Paradijselijk, fris, <strong>van</strong>zelfsprekend. Een wereld waarin mensen, dieren, stenen, vogels,<br />
engelen elkaar woor<strong>de</strong>loos verstaan. Maar om <strong>van</strong> die ruimte te getuigen moet <strong>de</strong> dichter een<br />
pijnlijke stap doen, hij moet haar geweld aandoen, het zegel <strong>van</strong> <strong>de</strong> volmaaktheid verbreken.<br />
Wie uit het paradijs stapt, stapt in <strong>de</strong> tijd, <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis, het baren, het doodgaan, het<br />
55 Oegema, Jan (1999) <strong>Lucebert</strong>, mysticus. Nijmegen: Vantilt. p.315<br />
56 ibid. p.226<br />
53