Download In de ogen van Lucebert (450 kB; PDF) - Robert Proost
Download In de ogen van Lucebert (450 kB; PDF) - Robert Proost
Download In de ogen van Lucebert (450 kB; PDF) - Robert Proost
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>In</strong> <strong>de</strong> <strong>ogen</strong> <strong>van</strong> <strong>Lucebert</strong> – <strong>Robert</strong> <strong>Proost</strong><br />
alledaagse ego en het verheven ego. Bei<strong>de</strong>n raken elkaar aan, voelen hun aanwezigheid.<br />
Aanraking is immer inniger dan aanschouwing.<br />
Opvallend is dat <strong>de</strong> vlammen ‘bergwaarts’ brommen. <strong>In</strong> termen <strong>van</strong> richting (stijgen of dalen)<br />
is <strong>de</strong>ze term in <strong>de</strong>ze context een ambigue. <strong>In</strong>tuïtief zou men in dit woord een stijging lezen, er<br />
‘bergopwaarts’ in lezen, omdat we bergen doorgaans <strong>van</strong>af dalen en vlakten bezien. Van hier<br />
naar <strong>de</strong> bergen impliceert een klim, een stijging, in <strong>de</strong> context <strong>van</strong> het mystieke: een beweging<br />
naar het ‘hogere’. Echter, als het gaat om <strong>de</strong> zon, dan zou bergwaarts een neergaan<strong>de</strong><br />
beweging zijn; <strong>de</strong> zon bevindt zich immers boven <strong>de</strong> bergen. Waarom dan <strong>de</strong> notie <strong>van</strong><br />
‘berg’? Waarom niet ‘aardwaarts’ of iets vergelijkbaars? De verklaring is in het gedicht zelf te<br />
vin<strong>de</strong>n: het hart hangt uit <strong>de</strong> hemel, niet in <strong>de</strong> hemel. De zon is hier. Hij hangt laag, is<br />
onwerkelijk dichtbij. En dit is dan ook precies wat een fenomenologische mystiek zegt over<br />
<strong>de</strong> schokken<strong>de</strong> ervaring <strong>van</strong> <strong>de</strong> ervaringskern: <strong>de</strong> waarneming is angstvallig dichtbij, zo<br />
dichtbij dat ze samenvalt met het waarnemend subject. Het zijn dus vlammen die omhoog<br />
brommen (wat natuurkundig overigens ook meer voor <strong>de</strong> hand ligt), zoals ‘bergwaarts’ ook<br />
lijkt te zeggen. Ze wijzen <strong>de</strong> hoogte in, kolken als een lawaaiige vuurstorm rond <strong>de</strong> zon, die<br />
als hart een brenger <strong>van</strong> leven is; in <strong>de</strong>zen waar leven, het aardse ontstegen. Alleen <strong>de</strong><br />
zandman staat op, ontwaakt bij <strong>de</strong> komst <strong>van</strong> <strong>de</strong> zon, gaat samen met hem op.<br />
Het gedicht kent naast ‘zandman’ nog meer thematiek die met slaap <strong>van</strong> doen heeft:<br />
‘somnambule’ en ‘sluimeren<strong>de</strong> gezichten’. ‘Somnambule’ valt op te vatten als<br />
‘slaapwan<strong>de</strong>laar’, iemand in een toestand waarin <strong>de</strong> zintuigen prima werken, maar <strong>de</strong><br />
waarneming niet doordringt tot het subject zelf. Een parallel met <strong>de</strong> mystieke ervaring is<br />
eenvoudig gelegd: normaal gesproken is men als slaapwan<strong>de</strong>laars, wel ‘waarnemend’ – want<br />
<strong>de</strong> zintuigen werken prima – maar onbewust <strong>van</strong> <strong>de</strong> waarneming zelf. Het ervaren <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
zintuiglijke waarnemingen zelf wordt niet bevraagd en men leeft in een halfslaap. Het is<br />
mogelijk dat <strong>Lucebert</strong> <strong>de</strong> symboliek <strong>van</strong> <strong>de</strong> slaap ontleend heeft <strong>van</strong> <strong>de</strong> gnostiek, een ka<strong>de</strong>r<br />
dat Cornets <strong>de</strong> Groot overtuigend aandraagt. ‘De in <strong>de</strong> wereld geworpen ziel staat bloot aan<br />
gevoelens <strong>van</strong> verlatenheid, angst en heimwee : zij heeft weer weet <strong>van</strong> <strong>de</strong> pre-existentie.<br />
An<strong>de</strong>rs is dat, wanneer <strong>de</strong> aardse existentie beschreven wordt in termen <strong>van</strong> ‘verdoving’,<br />
‘slaap’, ‘bedwelming’, ‘dronkenschap’ en ‘vergetelheid’.’ 71 Ook De Groot erkent dat er een<br />
‘bovennatuurlijke’ ingreep gedaan moet wor<strong>de</strong>n om tot ontwaken te komen, al schrijft hij<br />
71 De Groot, Cornets (1979) Met <strong>de</strong> gnostische lamp : krimi-essay over <strong>de</strong> dichtkunst <strong>van</strong> <strong>Lucebert</strong>. Den Haag:<br />
BZZTôH. p.94<br />
71