Download In de ogen van Lucebert (450 kB; PDF) - Robert Proost
Download In de ogen van Lucebert (450 kB; PDF) - Robert Proost
Download In de ogen van Lucebert (450 kB; PDF) - Robert Proost
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
50<br />
<strong>In</strong> <strong>de</strong> <strong>ogen</strong> <strong>van</strong> <strong>Lucebert</strong> – <strong>Robert</strong> <strong>Proost</strong><br />
dat zijn blik er als het ware in be<strong>van</strong>gen raakt.’ 48 Hierover meer in het hoofdstuk ‘Mystiek<br />
zien in Val voor vliegengod’.<br />
Een i<strong>de</strong>ntiteitsverlies waarbij <strong>de</strong> ‘ik’ zich losmaakt <strong>van</strong> zichzelf, waarbij hij ondanks en<br />
dankzij zijn lichamelijkheid een wordt met <strong>de</strong> wereld, waarin hij zichzelf beschouwt als<br />
beschouwend lichaam, gelijk aan alle an<strong>de</strong>re dingen in <strong>de</strong> wereld, kent in <strong>Lucebert</strong>s poëzie<br />
uiting in een verwarrend spel tussen het kijken naar zichzelf en <strong>de</strong> interactie tussen <strong>de</strong><br />
gespletenheid. De verwarring is het resultaat <strong>van</strong> een beperking <strong>van</strong> het begrip <strong>van</strong> ‘ik’,<br />
waarin gespletenheid niet geaccepteerd kan wor<strong>de</strong>n, mocht je ‘ik’ als een punt <strong>van</strong> bewustzijn<br />
zien in plaats <strong>van</strong> als een complex aan interactie met <strong>de</strong> wereld en daarin zichzelf.<br />
Terugkomend op het gedicht er is ik uit apocrief / <strong>de</strong> analfabetische naam waarin Vaessens<br />
een instabiele ‘ik’ herkent, gaat Oegema een stap ver<strong>de</strong>r met dit gedicht door te verkennen<br />
wat <strong>de</strong>ze instabiliteit betekent, in plaats <strong>van</strong> slechts te erkennen dat ze er is. Allereerst<br />
parafraseert hij een eer<strong>de</strong>re beschouwing <strong>van</strong> het fenomeen <strong>van</strong> het gespleten dichterlijk<br />
subject, namelijk die <strong>van</strong> Van <strong>de</strong> Watering. Deze stelt dat <strong>Lucebert</strong> in een innerlijke strijd<br />
verwikkeld was, waarin hij moest schipperen tussen een i<strong>de</strong>aal <strong>van</strong> grootse verwachtingen <strong>van</strong><br />
wat <strong>de</strong> poëzie kan bewerkstelligen en zijn vraag ‘of hij met zijn enorme i<strong>de</strong>alen niet een<br />
lachwekkend anachronisme is in een tijd <strong>van</strong> vernietigingskampen en atoombommen.’ 49 Deze<br />
strijd tussen roeping en scepsis zou een spel oproepen tussen ego en alterego, tussen ‘ik’ en<br />
‘mij’. Met Oegema acht ik <strong>de</strong>ze verklaring re<strong>de</strong>lijk aannemelijk en het zou een factor geweest<br />
kunnen zijn in <strong>Lucebert</strong>s i<strong>de</strong>ntiteitsspel, maar ik geef <strong>de</strong> voorkeur aan een meer algemene<br />
aanname, een die min<strong>de</strong>r voeding kent in <strong>de</strong> maatschappelijke wereld. Oegema spreekt over<br />
een ontmoeting met ‘<strong>de</strong> An<strong>de</strong>r’, naar terminologie <strong>van</strong> <strong>de</strong> dichter Octavio Paz. Dit gedicht<br />
zou exemplarisch zijn voor ‘een religieus-poëtische intuïtie <strong>van</strong> het bestaan <strong>van</strong> een an<strong>de</strong>r<br />
‘ik’[.] […] Dit an<strong>de</strong>re ‘ik’ wordt herkend in een verschijning die onmogelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze wereld<br />
kan zijn en het menselijk brein kundig ontregelt. Komt <strong>de</strong> dichter met die An<strong>de</strong>r oog in oog te<br />
staan, dan geeft dat <strong>de</strong> sensatie <strong>van</strong> een zinsbegoocheling, <strong>van</strong> staren in een afgrond, een<br />
tuimeling in <strong>de</strong> diepte. Tegelijk weet <strong>de</strong> dichter dat die ongehoor<strong>de</strong> verschijning op een<br />
geheimzinnige manier verwant is met iets in zichzelf, een draaierig maken<strong>de</strong> spiegeling <strong>van</strong><br />
een onbekend <strong>de</strong>el in hem.’ 50 Bij <strong>de</strong>ze omschrijving <strong>van</strong> een ontmoeting met ‘<strong>de</strong> An<strong>de</strong>r’ is<br />
48 Oegema, Jan (1999) <strong>Lucebert</strong>, mysticus. Nijmegen: Vantilt. p.186<br />
49 ibid. p.54<br />
50 ibid. p.55