06.09.2013 Views

Download In de ogen van Lucebert (450 kB; PDF) - Robert Proost

Download In de ogen van Lucebert (450 kB; PDF) - Robert Proost

Download In de ogen van Lucebert (450 kB; PDF) - Robert Proost

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>In</strong> <strong>de</strong> <strong>ogen</strong> <strong>van</strong> <strong>Lucebert</strong> – <strong>Robert</strong> <strong>Proost</strong><br />

samenhangend geheel aan representaties en herinneringen, dat <strong>de</strong> objecten maakt tot zaken die<br />

betekenis krijgen door <strong>de</strong> persoonlijke relaties die wij ermee aangaan. Er bestaat dus een<br />

interactie tussen wereld en subject, tussen <strong>de</strong> dingen om ons heen en wat het met ons<br />

zintuiglijk lichaam doet. Kijken we bijvoorbeeld naar honing, een vergelijking die Merleau-<br />

Ponty aan Sartre ontleent, dan is het niet alleen <strong>de</strong> wijze waarop wij het stroperige domineren<br />

door het vast te grijpen, maar geldt ook het omgekeer<strong>de</strong>: <strong>de</strong> honing maakt zich meester <strong>van</strong><br />

ons door zich om onze vingers heen te vormen en ons te ontglippen. Alleen <strong>de</strong> interactie die<br />

het heeft met ons lichaam bepaalt onze <strong>de</strong>finitie <strong>van</strong> <strong>de</strong> kwaliteiten <strong>van</strong> het ding. Zo ook stelt<br />

Sartre het honingzoete gelijk aan <strong>de</strong> tastzin, omdat het honingzoete, ‘<strong>de</strong>ze onuitwisbare<br />

zachtheid die eeuwig in <strong>de</strong> mond blijft en het slikken overleeft’ 18 , verwijst naar <strong>de</strong> sensatie<br />

<strong>van</strong> het aanraken <strong>van</strong> <strong>de</strong> honing. Wat Merleau-Ponty met dit voorbeeld dui<strong>de</strong>lijk maakt, is dat<br />

<strong>de</strong> objecten in <strong>de</strong> wereld tot ons komen mid<strong>de</strong>ls onze lichamelijke ervaringen en dat <strong>de</strong>ze<br />

verschillen<strong>de</strong> ervaringen niet strikt geschei<strong>de</strong>n naast elkaar bestaan, maar stuk voor stuk <strong>de</strong><br />

manifestaties zijn <strong>van</strong> <strong>de</strong> zijnswijze en het gedrag <strong>van</strong> het betreffen<strong>de</strong> object. ‘De dingen zijn<br />

dus geen eenvoudige neutrale objecten voor ons die we op contemplatieve wijze zou<strong>de</strong>n<br />

kunnen beschouwen. Ie<strong>de</strong>r ding symboliseert en herinnert ons aan een bepaald gedrag, het<br />

provoceert bij ons gunstige of ongunstige reacties.’ 19<br />

Naar aanleiding <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze conclusie slaat Merleau-Ponty een brug naar Sartres beschouwing<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> dichter Francis Ponge; een verrassen<strong>de</strong> keuze, aangezien Merleau-Ponty zijn filosofie<br />

met name op <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunst toepast. Een vergelijking tussen Ponge en <strong>Lucebert</strong> is snel<br />

gelegd, kijken<strong>de</strong> naar zijn beïnvloeding door het surrealisme en <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> tijd waarin bei<strong>de</strong><br />

dichters actief waren. Sartre zegt dat <strong>de</strong> dingen ‘lange tijd in hem hebben gewoond, dat zij<br />

hem hebben bevolkt, <strong>de</strong> basis <strong>van</strong> zijn geheugen vorm<strong>de</strong>n en dat zij aldoor in hem aanwezig<br />

waren (...) en zijn werkelijke inspanning bestaat veeleer uit het opvissen en het weergeven <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>ze krioelen<strong>de</strong> en bloeien<strong>de</strong> monsters uit het diepste <strong>van</strong> zichzelf dan uit het vaststellen <strong>van</strong><br />

hun kwaliteiten na nauwgezette observaties.’ 20 Een zelf<strong>de</strong> beschrijving <strong>van</strong> <strong>de</strong> surrealistische<br />

werkwijze vin<strong>de</strong>n we in Buddingh’. Hij spreekt <strong>van</strong> een ‘automatische schrijfwijze’, die<br />

18 Merleau-Ponty, Maurice (1948) De wereld waarnemen. Amsterdam: Boom. p.49<br />

19 Merleau-Ponty, Maurice (1948) De wereld waarnemen. Amsterdam: Boom. p.49-50<br />

20 ibid. p.51<br />

29

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!