HomobeleidUitgelicht - Invoering Wmo
HomobeleidUitgelicht - Invoering Wmo
HomobeleidUitgelicht - Invoering Wmo
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
grondwet: gelijke behandeling. De dialoog zou moeten gaan over hoe homoseksuele<br />
mannen, lesbische vrouwen en allochtone jongeren wederzijds<br />
tolerantie en respect kunnen opbrengen. In het kader van het project<br />
wilden we ook materiaal voor professionals ontwikkelen. Het voorstel<br />
was eigenlijk meer een intentieverklaring dan een praktisch ontwerp<br />
voor een concreet project.<br />
Er werd een projectgroep ingesteld, die bestond uit een vertegenwoordiger<br />
van Rotterdam Verkeert als voorzitter, iemand van antidiscriminatiebureau<br />
RADAR, een stafmedewerker van het Platform Buitenlanders<br />
Rijnmond en een consulent van het provinciaal steunpunt Stimulans.<br />
In de beginfase was het vooral een stuurgroep, maar ze had ook een<br />
besluitvormende rol. De groep gaf sturend commentaar op de conceptvoorstellen<br />
van Rotterdam Verkeert en besliste mee over wie de partners<br />
in het project zouden worden. In de volgende, uitvoerende fase kreeg de<br />
projectgroep meer een toetsende en adviserende functie. De groep koos<br />
ervoor om de dialoog te gaan voeren binnen het sociaal-cultureel werk.<br />
Er zouden drie proefprojecten komen in drie deelgemeenten. Om te<br />
kunnen bepalen welke deelgemeenten de meeste kansen boden, deden<br />
we verkenningen in vijf deelgemeenten. We gingen praten met de hoofden<br />
van de afdelingen Welzijn, we keken naar de welzijnskaart, naar de<br />
activiteiten van het sociaal-cultureel werk, hun relaties en hun reacties<br />
op de initiatieven van Rotterdam Verkeert. De deelgemeente Noord viel<br />
al snel af. Ze startten daar een intern onderzoek, maar dat duurde erg<br />
lang. Het uiteindelijke resultaat was mager en is ten slotte in een la beland.<br />
In Delfshaven is de verkenning na verloop van tijd gestopt. Het<br />
overleg strandde in het ambtelijk apparaat omdat er te veel misliep in de<br />
relatie tussen diverse instellingen. Er bleven drie deelgemeenten over,<br />
waarmee we uiteindelijk zijn begonnen. In stadsdeel Centrum kregen we<br />
een positieve ontvangst en er ontstonden snel contacten over de uitvoering.<br />
Dat was vooral te danken aan de goede ingang die de Directie Welzijn<br />
ons bood. De ambtenaren introduceerden ons bijvoorbeeld bij de lokale<br />
Adviesgroep Jeugdbeleid, waar een brede vertegenwoordiging van organisaties<br />
zat. Dat was van doorslaggevend belang. Na een toelichting onzerzijds<br />
konden we direct afspraken maken met staffunctionarissen en<br />
vervolgens met directies.<br />
Toen begon er echter een lijdensweg. Het bleek onmogelijk om de jongerenwerkers<br />
bij elkaar te krijgen. Het probleem zat in de “agendasetting”.<br />
Er bestond wel belangstelling, maar toch kwamen er ook steeds<br />
tegenwerpingen. Het in de tijd uitsmeren van de contacten met de jongerenwerkers<br />
heeft flink geholpen om hen uiteindelijk mee te krijgen.’<br />
143<br />
DEEL 2 - GOOD PRACTICES