HomobeleidUitgelicht - Invoering Wmo
HomobeleidUitgelicht - Invoering Wmo
HomobeleidUitgelicht - Invoering Wmo
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
HOMOBELEID UITGELICHT<br />
44<br />
4 Hoe blijf ik op de hoogte?<br />
Vier tot zes procent van de mensen is homoseksueel, dus een gemeente van enige<br />
omvang heeft al gauw enkele duizenden homoseksuele burgers. Gemeenten<br />
zeggen zelf vaak slecht op de hoogte te zijn van de situatie van homoseksuelen<br />
en de eventuele knelpunten die zich voordoen. In dit hoofdstuk komen twee<br />
middelen aan de orde om dat op te lossen. Het ene middel is het gebruik van de<br />
verschillende monitoring-instrumenten die de gemeenten ter beschikking<br />
staan, het andere is het onderhouden van regelmatig contact met de homoseksuele<br />
burgers.<br />
4.1 Gemeentelijke monitoren<br />
Monitoring is een belangrijk instrument. Een gemeente die vraaggestuurd<br />
werkt, moet op de hoogte zijn van de lokale situatie om goed op de vraag<br />
in te kunnen spelen. Onderzoeken naar homoseksualiteit die de afgelopen<br />
tijd op lokaal gebied zijn verricht, zijn vrij kleinschalig, beschrijvend en<br />
niet–representatief van aard. Hun beleidsrelevantie is daarom gering, ook<br />
al omdat onvoldoende zicht wordt gegeven op een effectieve oplossing<br />
van de gesignaleerde problemen. De weinige grootschalige onderzoeken<br />
waarin een variabele over seksuele voorkeur werd opgenomen, zoals het<br />
NEMESIS-onderzoek naar psychosociale problemen, 12 hebben aangetoond<br />
dat er vaak aanzienlijke verschillen bestaan tussen homo’s en hetero’s.<br />
Het is dus efficiënt om in de verschillende gemeentelijke monitoren bij de<br />
achtergrondvariabelen een vraag naar seksuele voorkeur op te nemen.<br />
Nu gemeenten vanwege het rijk gehouden zijn met enige regelmaat<br />
een gezondheids- en een veiligheidsmonitor uit te voeren, kunnen zij op<br />
betrekkelijk eenvoudige wijze meer te weten komen over de leefsituatie<br />
van hun inwoners. Het is echter ook weer niet zo dat plompverloren de<br />
vraag ‘Bent u homoseksueel?’ kan worden opgenomen. Dat is vragen om<br />
problemen, en bovendien is niet altijd duidelijk wat het antwoord kan betekenen.<br />
Een recent onderzoek met vragen over seksuele voorkeur is het<br />
onderzoek dat in 2003 door het Mulier Instituut werd verricht in opdracht<br />
van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)<br />
naar de sportparticipatie van homoseksuelen. Voorafgaand aan de<br />
hoofdvraagstelling werd geprobeerd een schatting te maken van het aantal<br />
homoseksuelen in Nederland. Daarvoor werd gebruik gemaakt van<br />
een reeds bestaand NIPO-panel, waarin de 24.000 respondenten naar<br />
hun ‘seksuele geaardheid’ werd gevraagd. De non-respons (een tot twee<br />
procent) bleek te verschillen naar leeftijd, woonplaats en geslacht. Onder