HomobeleidUitgelicht - Invoering Wmo
HomobeleidUitgelicht - Invoering Wmo
HomobeleidUitgelicht - Invoering Wmo
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
HOMOBELEID UITGELICHT<br />
42<br />
welzijnsinstellingen die taken niet of niet efficiënt kunnen uitvoeren, ontstaat<br />
er bij de belangenorganisatie mogelijk onzekerheid: kan zij in zo’n<br />
geval bepaalde knelpunten wel bij haar financier aan de orde stellen?<br />
De gemeente kan de belangenbehartiger het beste bij haar beleid en<br />
beleidsuitvoering betrekken als een ‘kritische vriend’. Hieronder wordt<br />
ingegaan op de mogelijkheden voor participatie en de relatie met de lokale<br />
belangenorganisaties. Wat betreft de eventuele uitvoerende taken<br />
kan de gemeente het beste een contract of een convenant aangaan,<br />
waarin omschreven staat welke doelen moeten worden gerealiseerd.<br />
3.5 Relatie met welzijnsorganisaties en andere lokale partners<br />
De gemeente heeft door haar regiefunctie regulier contact met verschillende<br />
welzijnsorganisaties. In deze contacten kan de gemeente nagaan:<br />
• in hoeverre de welzijnsorganisaties discriminatie binnen hun instelling<br />
bestrijden.<br />
• in hoeverre de welzijnsorganisaties diensten leveren die ook homoseksuele<br />
klanten en cliënten aanspreken.<br />
Met de meeste welzijnsorganisaties heeft de gemeente een relatief directe<br />
relatie, omdat de gemeente in het bestuur zit of zelf het bestuur<br />
vormt, en vaak de hoofdfinancier is. Veel taken van de reguliere welzijnsorganisaties<br />
raken direct aan, of zouden direct moeten raken aan lokale<br />
homo-emancipatie. In haar regisserende en aansturende functie dient de<br />
gemeente daarom het voortouw te nemen: zij moet de welzijnsorganisaties<br />
aanspreken op haar homo-emancipatoire taak. Ook moet zij monitoren<br />
of de welzijnsorganisaties divers genoeg zijn om diensten te bieden<br />
voor de hele bevolking. Daarbij kunnen de volgende punten afgevinkt<br />
worden:<br />
• Is er deskundigheid over homoseksualiteit aanwezig in de organisatie?<br />
• Wat is de houding van de medewerkers van de organisatie ten opzichte<br />
van homoseksualitieit?<br />
• Is de organisatie op de hoogte van de kenmerken en specifieke problemen<br />
van de homoseksuele doelgroep op haar eigen terrein?<br />
• Zijn de producten van de organisatie op een neutrale manier opgesteld,<br />
zodat homoseksuelen niet worden buitengesloten?<br />
• Zijn er specifieke producten of diensten ontwikkeld wanneer er sprake<br />
is van knelpunten?<br />
Wanneer een welzijnsorganisatie nog niets aan homoseksualiteit doet,<br />
zal het in de praktijk vaak niet mogelijk zijn om direct met deze zakelijke