HomobeleidUitgelicht - Invoering Wmo
HomobeleidUitgelicht - Invoering Wmo
HomobeleidUitgelicht - Invoering Wmo
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
HOMOBELEID UITGELICHT<br />
164<br />
is drie tot tien procent van alle klachten die we binnenkrijgen. In 2003 en<br />
2004 hadden de meeste geregistreerde gevallen van homodiscriminatie<br />
betrekking op de buurt of de straat, dat was wat je “homootje pesten”<br />
zou kunnen noemen. Het ging om negen van de zestien gevallen. In 2001,<br />
het jaar dat imam El Moumni zijn homovijandige uitspraken deed, waren<br />
dat elf van de twintig gevallen. De actualiteit heeft invloed. Verder is er<br />
geen duidelijke lijn te ontdekken. Zo waren er in 2001 vijf geweldsgevallen,<br />
in 2002 helemaal geen. Bij de andere organisaties lopen de schattingen<br />
uiteen van nul tot twintig gevallen per jaar. Die getallen zouden hoger<br />
moeten liggen, want veel gevallen van geweldpleging worden niet gemeld.<br />
Er is dus onderrapportage. Dat komt onder andere doordat mannen<br />
met een dubbelleven, die dus chantabel zijn, het geweld niet melden.’<br />
Onderzoek<br />
Triesscheijn: ‘We hadden het plan om alle beschikbare informatie bij elkaar<br />
te leggen, want dan zouden we een redelijk goed beeld krijgen van<br />
het antihomogeweld. De GG & GD vond dat een aardig idee en stelde een<br />
budget beschikbaar om een klein onderzoek te doen. We hebben gesproken<br />
met vijf organisaties in Rotterdam (Rotterdam Verkeert, de Kringen,<br />
Apollo, het COC en onze eigen klachtenafdeling) over de praktijk van de<br />
intake op het vlak van discriminatie. We stelden elkaar vragen als: Welke<br />
meldingen krijgen jullie binnen? Hoe registreer je? Wat doe je met de<br />
meldingen? Wat doen externe instanties ermee?<br />
Het beeld dat ontstond, stelde teleur. De homo-organisaties krijgen<br />
wel signalen van geweld binnen, maar beperken zich dan overwegend tot<br />
hulpverlening of ontmoeting. Ze vinden het niet hun taak om een zaak te<br />
maken van discriminatie. En in de registratiepraktijken van die organisaties<br />
zie je dat er weinig wordt vastgelegd, dat er weinig wordt geformaliseerd<br />
en gestandaardiseerd. Dat maakt het lastig om een overzicht te<br />
krijgen van wat er gebeurt.<br />
Wij denken dat je alle meldingen van de verschillende organisaties<br />
goed moet registreren en dat je dan jaarlijks een rapport kunt maken.<br />
Daarin kun je beschrijven wat de trends zijn en op welke punten er iets<br />
moet gebeuren. Zo’n rapport zal mensen de ogen openen, juist door de<br />
harde getallen die erin staan. Homodiscriminatie wordt gebagatelliseerd,<br />
dat blijkt bijvoorbeeld uit een vraag die je wel hoort: is homoseksualiteit<br />
dan nog een probleem?<br />
Van de enigszins teleurstellende resultaten van het onderzoek hebben<br />
wij inmiddels een klein rapport gemaakt voor het SOLHO en voor de GG<br />
& GD. Door het onderzoek ben ik in contact gekomen met John Staps, die<br />
toen inspecteur Zeden was bij de politie in Rotterdam-Centrum en portefeuillehouder<br />
homodiscriminatie. Staps schreef een nieuw rapport, dat