Fiscaal memento oktober 2012 - FOD Financiën
Fiscaal memento oktober 2012 - FOD Financiën
Fiscaal memento oktober 2012 - FOD Financiën
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Deel II: De indirecte belastingen De diverse rechten en taksen<br />
De taks is betaalbaar uiterlijk op de laatste werkdag van de maand die volgt op die waarin het<br />
belastbare feit zich heeft voorgedaan (Art. 187 3 WDRT).<br />
4.7. De belasting voor aanplakking<br />
Deze taks wordt geheven op alle plakbrieven met een oppervlakte van meer dan 1 m 2 die voor het<br />
publiek zichtbaar zijn evenals op lichtaankondigingen e.d. (Art. 188 e.v. WDRT).<br />
Er is voorzien in een ganse reeks van vrijstellingen, o.a. uithangborden, bepaalde plakbrieven ter<br />
uitvoering van een wet of een rechterlijke beslissing, plakbrieven van de overheid en bepaalde<br />
openbare instellingen, bepaalde plakbrieven betreffende de eredienst, plakbrieven in kieszaken,<br />
enz. (Art. 194 en 198 WDRT).<br />
De taks bedraagt 0,50 euro per m 2 of breuk van m 2 . Het bedrag van de taks op affiches van gewoon<br />
papier die zonder enige bescherming op panelen wordt geplakt, ligt evenwel niet hoger dan 5 euro<br />
(Art. 190 WDRT).<br />
Voor lichtaankondigingen e.d. is er een jaarlijkse belasting van vijf maal de hierboven vermelde<br />
bedragen (Art. 191 WDRT).<br />
De belasting moet worden betaald vóór de aanplakking plaatsvindt (Art. 195 WDRT). Indien het gaat<br />
om de jaarlijkse belasting, moet zij in principe uiterlijk op 31 januari van het jaar volgend op het<br />
vervallen jaar (het jaar vervalt op 31 december) worden betaald (Zie Art. 197 WDRT, ook voor de<br />
bijzondere gevallen).<br />
4.8. De jaarlijkse taks op de kredietinstellingen<br />
Zijn onderworpen aan de taks (Art. 201 10 WDRT):<br />
a) de kredietinstellingen naar Belgisch recht;<br />
b) de kredietinstellingen uit een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte die in<br />
België een bijkantoor hebben;<br />
c) de kredietinstellingen uit een derde land die in België een bijkantoor hebben.<br />
De taks is door deze kredietinstellingen verschuldigd op een gedeelte van het totaal bedrag van<br />
sommige spaardeposito's op 1 januari van het aanslagjaar, de intresten van het vorige jaar niet<br />
inbegrepen. Het betreft daarbij de spaardeposito's waarvan de intresten overeenkomstig het WIB 92<br />
niet als roerende inkomsten belastbaar zijn. Het voornoemde gedeelte is gelijk aan de verhouding<br />
van het totaal van de overeenkomstig het WIB 92 niet-belastbare inkomsten, tot het totaal van de<br />
toegekende inkomsten op die spaardeposito's van het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar (Art.<br />
201 11 WDRT).<br />
Het tarief (Art. 201 12 WDRT) van de taks bedraagt in principe 0,05%. Dit percentage wordt<br />
vermenigvuldigd met een wegingscoëfficiënt die afhankelijk is van de ratio van kredietverstrekking.<br />
Deze ratio wordt berekend als de verhouding A/B, waarbij:<br />
A = het maandelijks gemiddelde op jaarbasis van de Europese leningen die niet aan financiële<br />
instellingen worden verstrekt;<br />
B = het totaal van de vrijgestelde stortingen op gereglementeerde spaardeposito's op het einde<br />
van het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar.<br />
Het <strong>Fiscaal</strong> Memento mag niet beschouwd worden als een administratieve circulaire,<br />
er kunnen geen rechten aan worden ontleend. Versie <strong>oktober</strong> <strong>2012</strong>. 209