Fiscaal memento oktober 2012 - FOD Financiën
Fiscaal memento oktober 2012 - FOD Financiën
Fiscaal memento oktober 2012 - FOD Financiën
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Deel I: De directe belastingen De personenbelasting<br />
A. Roerende inkomsten waarvan de aangifte niet verplicht is<br />
De algemene regel is dat dividenden, inkomsten uit kasbons, gelddeposito's, obligaties en andere<br />
vastrentende effecten bij hun inning worden onderworpen aan de roerende voorheffing; dergelijke<br />
inkomsten moeten niet verplicht worden aangegeven.<br />
B. Roerende inkomsten waarvan de aangifte verplicht is<br />
Worden hier bedoeld:<br />
- inkomsten van buitenlandse oorsprong die rechtstreeks in het buitenland zijn geïnd;<br />
- inkomsten uit gewone spaarboekjes alsmede inkomsten afkomstig van kapitalen die worden<br />
aangewend in coöperatieve vennootschappen of in vennootschappen met een sociaal<br />
oogmerk die zijn vrijgesteld van de roerende voorheffing, maar die wel zijn onderworpen aan<br />
de PB;<br />
- overige inkomsten die niet zijn onderworpen aan de voorheffing, zoals inkomsten die begrepen<br />
zijn in lijfrenten of tijdelijke renten, opbrengsten van verhuring, verpachting, gebruik of<br />
concessie van alle roerende goederen en inkomsten uit hypothecaire schuldvorderingen op in<br />
België gelegen onroerende goederen.<br />
C. Niet-belastbare roerende inkomsten<br />
De meest voorkomende gevallen zijn de volgende:<br />
- de eerste schijf van 1.770 euro per echtgenoot van de inkomsten uit gewone spaarboekjes;<br />
- de eerste schijf van 180 euro per echtgenoot van de inkomsten uit kapitalen aangewend in<br />
door de Nationale Raad van de Coöperatie erkende coöperatieve vennootschappen of in<br />
vennootschappen met een sociaal oogmerk.<br />
Vormen eveneens niet-belastbare inkomsten, de inkomsten uit preferente aandelen van de NMBS<br />
en uit openbare fondsen uitgegeven (vóór 1962) onder vrijstelling van zakelijke en personele<br />
belastingen of van elke belasting.<br />
D. Auteursrechten<br />
Het gaat om de inkomsten verkregen uit de cessie of de concessie van auteursrechten en naburige<br />
rechten, alsook van de wettelijke en verplichte licenties, bedoeld in de wet van 30 juni 1994<br />
betreffende het auteursrecht en de naburige rechten of in overeenkomstige bepalingen in het<br />
buitenlands recht (hierna “auteursrechten”).<br />
De auteursrechten die geen professioneel karakter hebben, worden steeds beschouwd als roerende<br />
inkomsten en zijn onderworpen aan een bevrijdende roerende voorheffing.<br />
Wanneer de auteursrechten voortvloeien uit de uitoefening van een beroepsactiviteit, worden ze<br />
echter definitief belast als roerende inkomsten voor de eerste schijf van 53.020 euro: de ingehouden<br />
roerende voorheffing is aldus ook bevrijdend.<br />
Het deel van de auteursrechten dat 53.020 euro overschrijdt, is belastbaar als beroepsinkomsten.<br />
De aldus ingehouden roerende voorheffing is niet bevrijdend maar wordt verrekend met de PB.<br />
Als het recht op de aftrek van de werkelijke kosten niet ingeroepen wordt, wordt het belastbaar<br />
bedrag bekomen na toepassing van een forfaitair kostenbedrag dat als volgt wordt berekend:<br />
- 50% op de eerste schijf van 14.140 euro;<br />
- 25% op de schijf tussen 14.140 en 28.280 euro;<br />
- 0% daarboven.<br />
Het <strong>Fiscaal</strong> Memento mag niet beschouwd worden als een administratieve circulaire,<br />
er kunnen geen rechten aan worden ontleend. Versie <strong>oktober</strong> <strong>2012</strong>.<br />
23