2004/012 - GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap
2004/012 - GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap
2004/012 - GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
KSO/TSO– 2<strong>de</strong> graad – opties met het majorpakket 48AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestij<strong>de</strong>n/week, 2<strong>de</strong> leerjaar: 2 lestij<strong>de</strong>n/week10 Prikkelbaarheid : ca. 6 lestij<strong>de</strong>n10.1 Soorten prikkels en zintuigen die ze op<strong>van</strong>genNa <strong>de</strong> omschrijving <strong>van</strong> een prikkel als een veran<strong>de</strong>ring in of rond een organisme die tot een reactie kanlei<strong>de</strong>n, wordt <strong>de</strong> parate kennis die <strong>de</strong> leerlingen over dit on<strong>de</strong>rwerp bezitten aangevuld en eventueelbijgestuurd. Men rubriceert <strong>de</strong> soorten prikkels en <strong>de</strong> zintuigen die ze op<strong>van</strong>gen. Men wijst erop dat <strong>de</strong>veran<strong>de</strong>ring in of rond een organisme voldoen<strong>de</strong> groot moet zijn om tot een prikkel te lei<strong>de</strong>n. De kleinsteintensiteit die nog als prikkel werkt wordt drempelwaar<strong>de</strong> genoemd.De huidzintuigen voor tast, druk, pijn, warmte en kou<strong>de</strong> kunnen vernoemd wor<strong>de</strong>n. Voor het evenwichtszintuigwijst men enerzijds op het ervaren <strong>van</strong> <strong>de</strong> stand in <strong>de</strong> ruimte (positiezin) en an<strong>de</strong>rzijds op hetwaarnemen <strong>van</strong> veran<strong>de</strong>ringen in beweging (rotatiezin). Meer over ruiken, voelen, zien, proeven enhoren: http://www.iselinge.nl/scholenplein/pabolessen/99002dont<strong>de</strong>k-lichaam/in<strong>de</strong>x.htm10.2 Bouw en werking <strong>van</strong> het oog of het oorMet geschikt aanschouwelijk materiaal (o.a. mo<strong>de</strong>l, dia, film, cd-rom) wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>de</strong>len <strong>van</strong> het besprokenzintuig functioneel behan<strong>de</strong>ld.Het oogVoor het gezichtszintuig bespreekt men <strong>de</strong> beschermen<strong>de</strong> <strong>de</strong>len, <strong>de</strong> oogspieren, <strong>de</strong> structuur <strong>van</strong> <strong>de</strong>oogbol (eventueel met dissectie <strong>van</strong> een varkensoog) en <strong>de</strong> bouw <strong>van</strong> het netvlies (kegeltjes en staafjes).De beeldvorming in het oog kan vergeleken wor<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> werking <strong>van</strong> een fototoestel. Stereoscopischzien, lensaccommodatie, nabijheidpunt, nawerking, gezichtsbedrog en enkele oogafwijkingen kunnen tersprake komen.Het oorBij het gehoor- en evenwichtszintuig komen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len <strong>van</strong> het uitwendige oor, hetmid<strong>de</strong>noor en het inwendige oor aan bod. Men wijst er ie<strong>de</strong>re keer op bij welke zintuiglijke waarneming(geluid, positie, rotatie) elk <strong>de</strong>el een rol speelt.Om <strong>de</strong> werking <strong>van</strong> het gehoororgaan te verdui<strong>de</strong>lijken is het nodig vooraf <strong>de</strong> voortplanting <strong>van</strong> het geluidals trilling te verklaren. Ook hier zullen (<strong>de</strong>monstratie)proeven <strong>de</strong> theorie on<strong>de</strong>rsteunen. Men bespreektzeker ook <strong>de</strong> trilling <strong>van</strong> het basaalmembraan, waardoor in het orgaan <strong>van</strong> Corti <strong>de</strong> zintuigcellenverplaatst wor<strong>de</strong>n t.o.v. het <strong>de</strong>kvlies, hetgeen het ontstaan <strong>van</strong> impulsen veroorzaakt.Bij <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> evenwichtsorganen wordt een on<strong>de</strong>rscheid gemaakt tussen <strong>de</strong> werking <strong>van</strong> <strong>de</strong>halfcirkelvormige kanalen (rotatiezin) enerzijds en <strong>de</strong> functie <strong>van</strong> het ovale en ron<strong>de</strong> blaasje (positiezin)an<strong>de</strong>rzijds.Men vermijdt zoveel mogelijk louter verbale uiteenzettingen en zorgt ervoor dat mo<strong>de</strong>llen en/of schema'sie<strong>de</strong>re keer <strong>de</strong> besproken verschijnselen verdui<strong>de</strong>lijken.10.3 Bouw en functies <strong>van</strong> het zenuwstelsel10.3.1 Bouw <strong>van</strong> een zenuwcelMen omschrijft een neuron eenvoudig als een grijze cel (cytoplasma en kern) met korte vertakte uitlopers(<strong>de</strong>ndrieten) en met een lange, meestal witte, uitloper (zenuwvezel). Het uitein<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> zenuwvezel iseveneens vertakt; elke vertakking eindigt in een klein blaasje.De cellichamen <strong>van</strong> <strong>de</strong> zenuwcellen liggen dikwijls gegroepeerd in zenuwknopen of ganglia.Aard <strong>van</strong> een impulsMen wijst op het verschil tussen een prikkel en een impuls (zie 10.1); een impuls verplaatst zich in éénrichting <strong>van</strong> <strong>de</strong> aanvoeren<strong>de</strong> korte uitloper over het cellichaam naar <strong>de</strong> afvoeren<strong>de</strong> zenuwvezel. Dezeverplaatsing geeft een zwakke elektrische stroom (actiestroom), die zich voortplant over hetcelmembraan. Eventueel vermeldt men dat natrium- en kaliumionen aan <strong>de</strong> buitenzij<strong>de</strong> <strong>van</strong> het membraanen chlori<strong>de</strong>-ionen aan <strong>de</strong> binnenzij<strong>de</strong> een belangrijke rol spelen.