17.04.2024 Views

Thema nr 2 2024 - Instondo

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Thema Thema

Om zicht te krijgen op een optimale verhouding is het ook

van belang de vaste voet apart te beschouwen. De huidige

samenstelling van de vaste voet per instelling is het resultaat

van een historische opeenstapeling van maatregelen en

eerdere afspraken. In de kern is het werken met een vaste

voet in de rijksbekostiging ooit in het leven geroepen om

rekening te houden met de vaste kosten van instellingen,

zoals personeel, onderzoeksinfrastructuur en huisvesting.

De vaste voet bestond al ver voor de jaren tachtig en de verdeling

ervan is door de jaren heen op basis van historische

afspraken tot stand gekomen. Al met al valt op dat het nu

grotendeels onnavolgbaar is welke afspraken er ten grondslag

hebben gelegen aan de verdeling van de vaste voet over

instellingen zoals die nu plaatsvindt. Hierdoor is er geen

duidelijke beleidsmatige en financiële onderbouwing te

geven voor de huidige percentages binnen de vaste voet die

de verschillen tussen instellingen (in het hbo, in het wetenschappelijk

onderwijs en tussen beide sectoren) verklaart.

Nederland is hierin overigens niet uniek. Ook in drie

onderzochte buitenlandse casussen, Denemarken, Italië en

Vlaanderen, is een zoektocht van de verschillende overheden

zichtbaar naar de ideale mix tussen vaste en variabele

bekostiging. Het verschuiven van de verhouding wordt dan

ook telkens als correctiemechanisme gezien. Daarbij is grofweg

het stimuleren van kwaliteit gekoppeld aan variabele

bekostiging (met meetbare resultaten zoals diplomarendement)

en continuïteit vooral aan vaste bekostiging. Er zijn

veel parallellen in de denkwijze over de verhouding. Landen

waar de bekostiging geheel vast dan wel geheel variabel was,

zijn daarop teruggekomen; daar zoekt de overheid naar een

nieuw evenwicht in de verhouding vast-variabel ten behoeve

van continuïteit, transparantie en meebewegen met groei of

krimp, en voegt ze aan de verhouding outputindicatoren toe

om kwaliteit te stimuleren. In de drie onderzochte landen

achten de overheden, net als in Nederland, het vaststellen

van de hoogte van een vaste voet complex, en is er discussie

over de samenstelling ervan.

Geen eenduidige werking

Het onderzoek liet zien dat er puur financieel gezien geen

sprake is van een eenduidige prikkelwerking als een landelijke

overheid besluit de verhouding tussen vaste en variabele

onderwijsbekostiging te wijzigen. De reden daarvoor is

dat het effect van het aanpassen van de verhouding van de

onderwijsbekostiging voor hbo-instellingen een stuk groter

is dan voor universiteiten. Dit komt door het grotere aandeel

van het onderwijsdeel ten opzichte van de totale inkomsten

voor hogescholen in vergelijking met universiteiten.

Ook binnen het wetenschappelijk onderwijs en het hbo zijn

er verschillen tussen instellingen als het gaat om de verhouding

tussen vast en variabel. Sommige instellingen hebben

van oudsher een hogere vaste voet dan andere. Dit betekent

dat het op macroniveau aanpassen van de verhouding

vast-variabel in het onderwijsdeel verschillend uitwerkt voor

Financiering

Thema Thema Them

individuele instellingen. Daarnaast zijn er grote verschillen

tussen instellingen in omvang en in sectoren waarin ze

actief zijn.

Ten slotte zijn er verschillen in de aard en context van het

hbo ten opzichte van het wetenschappelijk onderwijs die

leiden tot andere effecten bij verschuiving van de verhouding

vaste en variabele bekostiging. Zo zal het hbo in de

komende jaren, in tegenstelling tot het wetenschappelijk

onderwijs, te maken hebben met een voorspelde krimp;

voor het wetenschappelijk onderwijs geldt momenteel een

groeiscenario. Daarnaast is de verwevenheid van onderwijs

en onderzoek met name van belang in het wetenschappelijk

onderwijs en in toenemende mate ook in het hbo.

Fluctuaties in studentenaantallen werken in het wetenschappelijk

onderwijs wel door in de variabele onderwijsbekostiging,

maar veel minder in de onderzoeksbekostiging,

terwijl deze naar de aard van een universiteit verweven

zijn. De verhouding tussen vaste en variabele bekostiging

in het onderwijsdeel kun je daarmee niet los zien van de

onderzoeksbekostiging.

Kortom, het inzetten van een wijziging van de verhouding

tussen vaste en variabele bekostiging als eenduidig sturingsinstrument

lijkt daarmee niet opportuun.

hema Thema Them

hema Thema Them

hema Thema Them

Perverse prikkels

Bestuurders die we voor het onderzoek interviewden zeiden

moeite te hebben met de term ‘(economische) prikkelwerking’

en met termen als ‘perverse prikkels’. De manier

waarop het Rijk de middelen voor het onderwijs verdeelt,

bepaalt volgens de geïnterviewden niet of maar zeer beperkt

de strategische keuzes van bestuurders. Bovendien gaat

het om slechts een van de technische schakels in de totale

bekostiging vanuit het Rijk. Gedrag zoals sturen op ongewenste

concurrentie herkennen de meeste bestuurders dus

niet als zodanig.

Hogescholen die krimp voorzien en instellingen met veel

kleine opleidingen die te klein dreigen te worden om de

kwaliteit en betaalbaarheid in de toekomst te borgen,

voelen wel de urgentie om het aantal studenten op peil

ema Thema Thema

ema Thema Thema

Bestuurders zeiden

ma Thema Thema

moeite te hebben met

de term ‘economische

prikkelwerking’

ma Thema Thema T

23

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!