Thema nr 2 2024 - Instondo
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Thema Thema
Thema Thema Them
hema Thema Them
Create Health. Daartoe maakt
ze gebruik van observaties,
documentenanalyses en (in-)
formele interviews.
Het proefschrift bestaat uit vier
deelstudies, waarvan de eerste
drie al gepubliceerd zijn (of
zullen worden) in wetenschappelijke
tijdschriften. Samen
met de zorgvuldige begrenzing
en nauwkeurige beschrijving
van onderzoeksmateriaal en
methode zorgt die opbouw van
het proefschrift ervoor dat bijvoorbeeld
sommige definities
nogal eens worden herhaald.
Dat was allicht onvermijdelijk,
maar levert ook vrij veel
redundantie op voor de lezer
die het compacte boek in zijn
geheel doorneemt.
In de eerste deelstudie poogt
Van Beest de succesfactoren op
het spoor te komen die bepalend
zijn voor de implementatie van
innovaties. Het vertrekpunt is
een systematische literatuurstudie
van tijdschriftartikels uit de
drie hiervoor genoemde disciplines.
Die levert negen mogelijke
succesfactoren op, in te delen
naar twee dimensies: enerzijds
de toepassingscontext (van eindgebruiker
over organisatie tot
systeem), anderzijds de aspecten
van het implementatieproces
(betrokkenheid, ontwikkeling,
gebruik). Deze factoren confronteren
de onderzoeker met
haar negen Utrechtse casussen,
waarvan drie hebben geleid tot
een succesvolle implementatie.
Uit de analyse blijkt dat de aanwezigheid
van de factoren uit
de literatuur noch noodzakelijk,
noch voldoende is om dat succes
te verklaren. Als mogelijke
oorzaken hiervoor ziet Van
Beest dat ‘de gevonden factoren
geen aandacht besteden aan de
kenmerken van de specifieke
praktijkcontext (veelal de thuisomgeving
in combinatie met
meerdere zorgpraktijken)’ en dat
de matrix van factoren geen
inzicht geeft in verschillende
combinaties en patronen of in
het tijdsverloop van projecten.
Als alternatief ontwikkelt de
tweede deelstudie – voortbouwend
op een publicatie van
Van Beest, Jan Baljé en Daan
Andriessen in Th&ma 2017-4 −
het zogenoemde Research
Pathway Model (RPM), een
procesmodel voor de evaluatie
van implementatiesucces.
Het onderscheidt negen onderzoeksdoelen
(respectievelijk
-stappen) door de verschillende
onderzoeksactiviteiten (creëren,
verkennen, opleveren)
te kruisen met de relevante
onderzoekscontexten: de
theoretische (gericht op een
beter begrip van problemen
en oplossingsrichtingen), de
conceptuele (die een vertaling
maakt naar een prototype of
concept) en de praktijkcontext.
De stappen hoeven binnen
een project niet in een vaste
volgorde te worden gezet, het
model maakt het mogelijk om
verschillende paden naar succes
in beeld te brengen. Uit de
validatie van het model op basis
van de eerdergenoemde casussen
blijkt dat het testen van een
oplossing in de praktijkcontext
met eindgebruikers kan gelden
als een voorwaarde voor succesvolle
implementatie.
Bij elke deelstudie
wijst Van Beest op
hema Thema Them
de beperkingen van
het gevoerde onderzoek
hema Thema Them
In haar derde deelstudie zoomt
Van Beest in op een specifieke
succesfactor die uit de eerste
twee naar voren kwam, namelijk
het betrekken en betrokken
houden van eindgebruikers
tijdens onderzoeksprojecten.
Op basis van de projecten uit
het programma Create Health
identificeert ze zeven mogelijke
strategieën. Daarin valt
het accent onder meer op het
uitbouwen van een wederkerige
relatie met oog voor de behoeften
van eindgebruikers, waardoor
onderzoekers al tijdens
het uitvoeren van het project
positieve impact kunnen creëren.
Het onderzoek zelf kan al
bijdragen tot verbetering in de
praktijk, zelfs zonder het opleveren
van een product of dienst.
De vierde en laatste deelstudie
verbreedt de scope van het
proefschrift door het RPM
toe te passen bij het plannen
en monitoren van studentenprojecten.
Daarmee komt een
andere belangrijke dimensie
van praktijkgericht onderzoek
aan de orde, namelijk de verbinding
met het professioneel
gerichte onderwijs van de
hogescholen en de bijdrage
van hogeschoolstudenten aan
het verbeteren van de beroepspraktijk.
Van Beest voerde
een actieonderzoek uit bij
vierdejaars van de opleiding
Voeding en Diëtetiek van de
Haagse Hogeschool, die als
onderdeel van hun afstuderen
een innovatieproject uitvoeren.
Op basis daarvan verbindt ze de
negen processtappen van het
RPM aan negen handelingen
van studenten en toont ze dat
een doorleefd begrip van de
praktijkcontext bijdraagt tot een
geslaagd onderzoeksproces.
ema Thema Thema
ema Thema Thema
Aan het eind van elke deelstudie
wijst Van Beest op de beperkingen
van het gevoerde onderzoek,
die alleszins begrijpelijk zijn.
Behalve met het beperkte aantal
onderzochte projecten hebben
ze veelal te maken met het feit
dat de blik daarop onvermijdelijk
incompleet moest blijven,
doordat de onderzoeker alleen
gegevens in aanmerking kon
nemen die expliciet voorkwamen
in de ter beschikking
gestelde documenten en doordat
ma Thema Thema
ma Thema Thema T
69