17.04.2024 Views

Thema nr 2 2024 - Instondo

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

ema Th

ema Thema Thema

ma Thema Thema

Die zelfkritiek sluit

aan bij de bevindingen,

maar komt toch

enigszins onverwacht

ze per project slechts een

beperkt aantal betrokkenen kon

interviewen.

In het slothoofdstuk vat Van

Beest haar antwoord op de

onderzoeksvraag samen in vijf

succesfactoren die ze afleidt

uit de deelstudies: het aangaan

van een wederkerige relatie met

(eind)gebruikers; het doorleven

van de praktijk; het verkennen

van oplossingsrichtingen in

zowel de theoretische, conceptuele

als praktijkcontext; het

verkennen van oplossingen

in de praktijkcontext; en het

opleveren van theorie of kennis,

prototypes en/of veranderingen.

Zoals uit de formulering blijkt,

zijn deze factoren te relateren

aan de stappen van het RPM.

Als hulpmiddel om het RPM

toe te passen bevat het proefschrift

als eerste bijlage ook een

gespreksinstrument dat kan

dienen om in cocreatie met alle

betrokkenen projecten te plannen

en tussentijds of achteraf

te evalueren.

Een beetje verrassend is de

samenvattende reflectie die Van

70

Beest geeft op de grenzen van

haar onderzoek. Daarin haalt

ze namelijk een nieuw element

naar voren: ‘Met terugwerkende

kracht was een sterkere focus

op en actieve participatie van

mijzelf in de zorg ondersteunend

geweest bij het doorleven

van de zorgpraktijk en bij het

ontwikkelen van inzicht over

zorgprocessen, de zorgcontext

en de visie van zorgprofessionals,

patiënten, cliënten en

mantelzorgers op de implementatie

van zorginnovaties op het

gebied van zelfmanagement.’

Die zelfkritiek sluit weliswaar

aan bij de bevindingen van het

promotieonderzoek over het

belang van de praktijkcontext,

maar komt toch enigszins

onverwacht, want zoals Van

Beest terecht opmerkt was ‘het

hoofdonderwerp van studie’ niet

de zorg, maar het praktijkgericht

onderzoek.

Eerder wees ik erop dat het

proefschrift van Wilke van Beest

aansluiting vindt bij bredere discussies

over de impact van praktijkgericht

onderzoek. Haar slothoofdstuk

en haar dankwoord

lijken erop te wijzen dat dit voor

de onderzoeker zelf een (gedeeltelijk)

onverwachte ontwikkeling

is geweest. De focus van het

promotieonderzoek lijkt gaandeweg

verschoven te zijn van

de uitdaging voor de zorgsector

om zelfmanagementinnovaties

te implementeren naar een

bredere reflectie op de rol van

praktijkgericht onderzoek daarbij.

Naast de wens om de bevindingen

verder uit te diepen

voor de zorgsector plaatst Van

Beest als mogelijke vervolgstap

dan ook terecht de uitbreiding

van de aanpak van het promotieonderzoek

naar andere praktijkcontexten.

Verder onderzoek

vraagt allicht ook de ruimere

toepassing van het RPM, dat

Van Beest nogal ambitieus naar

voren schuift als ‘procesmatige

evaluatiebenadering voor praktijkgericht

onderzoek’ en mogelijk

alternatief voor bestaande

onderzoeksimpactmodellen.

Met haar proefschrift hoopt Van

Beest hogescholen en subsidieverstrekkers

‘te inspireren om

opnieuw te kijken naar de rol

van praktijkgericht onderzoek

bij het aangaan van maatschappelijke

transities’. Zowel haar

algemene bevindingen als de

vele citaten uit de afgenomen

interviews, die de lezer een

inkijkje geven in de visies van

onderzoekers en stakeholders,

kunnen daartoe een bijdrage

leveren. Van Beest demonstreert

eens te meer hoe ingewikkeld

het is om de vraag naar impact

van praktijkgericht onderzoek

te beantwoorden. Tegelijk biedt

ze op een beperkt, maar welomschreven

domein een nieuw

voorbeeld van de mogelijkheden

van gedegen research on research.

ma Thema Thema T

Koen Rymenants

is stafmedewerker onderzoek bij

de Hogeschool Gent en lid van de

recensieredactie van Th&ma

a Thema Thema T

a Thema Thema T

a Thema Thema Th

a Thema Thema Th

Thema Thema The

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!