Thema nr 2 2024 - Instondo
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
ema Th
In de discussie over de financiering van het hoger onderwijs klinkt de vraag wat de rol is van de overheidsbekostiging.
Moet er sturing van uitgaan, of moet de overheid zich juist terughoudend opstellen? Paul Flach vermoedt dat de waarheid
in het midden ligt.
Sturend of volgend?
Handreikingen voor een evenwicht
32
2-24
Financiering
ema Thema Thema
ma Thema Thema
ma Thema Thema T
Paul Flach
a Thema Thema T
e bekostiging van het hoger onderwijs 1 is een terugkerend
thema in het publieke debat. In de discussie
D
gaat het niet alleen over de vraag in hoeverre de
bekostiging toereikend is, maar ook wat de rol van de
bekostiging is bij actuele of toekomstige uitdagingen.
Een voorbeeld van zo’n actuele uitdaging in Nederland is
de problematiek rondom de forse groei van het aantal internationale
studenten in het hoger onderwijs in de afgelopen
jaren. Deze groei is met name zichtbaar bij Nederlandse
universiteiten. Als gevolg hiervan klagen mensen binnen
universiteiten over een toename van werkdruk en buiten
universiteiten over een tekort aan huisvesting.
In de discussie wijzen mensen naar de bekostiging vanuit de
overheid. Omdat deze bekostiging in Nederland gekoppeld is
aan het aantal studenten, betogen sommigen dat de bekostiging
vanuit de overheid zou aanzetten tot groei. Uit een brief
over de bekostiging van het hoger onderwijs die de minister
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) eind
2023 naar de kamer heeft gestuurd 2 , komen echter andere
factoren naar voren die van invloed kunnen zijn. Een voorbeeld
daarvan is beleid vanuit de overheid en de instellingen
gericht op het stimuleren van internationalisering. Volgens
deze brief is de bekostiging niet leidend, maar volgend.
Als de bekostiging vanuit de overheid vooral volgend is, gaat
er weinig sturing van uit. Volgens de genoemde brief is dit
een bewuste keuze: ‘Dit past bij de sturingsfilosofie dat de
overheid terughoudend is als het gaat om directe sturing in
het onderwijs en dat een relatief grote mate van autonomie
van onderwijsinstellingen goed is voor het onderwijs, onderzoek
en de kennisoverdracht aan de maatschappij’. 3 Uit een
recente toekomstverkenning, uitgevoerd door een consortium
van adviseurs, komen evenwel verschillende scenario’s
naar voren waarin de bekostiging van het hoger onderwijs de
sturende rol van de overheid vergroot. 4
Historische schets
a Thema Thema T
Rond de jaren zestig bemoeide de Nederlandse overheid zich
tot op detailniveau met het hoger onderwijs. Het ministerie
van Onderwijs bepaalde welke docenten instellingen aanstelden
en zelfs welk meubilair ze mochten aanschaffen.
Deze situatie werd onhoudbaar toen het aantal studenten
sterk begon te stijgen. Het ministerie zag zich hierdoor
gedwongen om afstand te nemen en zich bij de bekostiging
van het hoger onderwijs meer te richten op de hoofdlijnen.
Ze verving de directe bekostiging (op declaratiebasis) door
bekostiging op basis van modellen. 5
In de beginjaren was daarbij nog sprake van enige koppeling
met het achterliggende proces; zo waren bepaalde parameters
in de modellen gebaseerd op student-stafratio’s. Onder
invloed van het zogenaamde New Public Management 6 ,
waarbij de overheid in veel landen een terugtrekkende beweging
maakte, werd de afstand groter en kregen de instellingen
steeds meer autonomie. In 1995 droeg de Nederlandse
overheid ook de gebouwen over aan de hogeronderwijsinstellingen.
Vanaf dat moment opereerden zij zelfstandig binnen
kaders van wetgeving en richtlijnen van toezichthoudende
instanties zoals de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie
(NVAO). In de bekostigingsmodellen bleef er weliswaar
een koppeling bestaan met het onderwijs, maar de relatie
met het achterliggende proces vervaagde.
a Thema Thema Th
a Thema Thema Th
Thema Thema The
Door signalen over opportunistisch gedrag en financieel
wanbeheer bij sommige hogeronderwijsinstellingen in de