Thema nr 2 2024 - Instondo
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
ema Th
ema Thema Thema
ma Thema Thema
Anders dan het
omslag doet vermoeden
is dit geen droog
historisch boek
onderwijshervormingen en
wetgeving maakt de geschiedenis
van ‘de minister en de
inspecteur-generaal’ zo kleurrijk.
Tot de invoering van de
Wet op het onderwijstoezicht
was de onafhankelijkheid van
de Inspectie ten opzichte van
de minister een punt van discussie.
Tot in de jaren negentig
was de inspecteur-generaal
niet bevoegd om eigenstandig,
zonder toestemming van de
minister, in gesprek te gaan met
bijvoorbeeld de Tweede Kamer.
Ook is het de minister die het
laatste woord heeft als het gaat
om De Staat van het onderwijs,
het jaarlijkse verslag van de
Inspectie van het Onderwijs,
wat bij de Tweede Kamer de
vraag oproept: is dat verslag
dan wel neutraal, of is het politiek
gekleurd?
Een ander spanningsveld
kwam naar voren in de werkpraktijk
van de individuele
inspecteurs. Lange tijd zijn de
inspecteurs betrokken geweest
bij bestuurlijke zaken, maar
vroegen gemeenten en provincie
de inspecteur ook om advies
72
alvorens een besluit te nemen.
Mertens schetst aan de hand
van een concrete casus dat dit
tot onwenselijke situaties kon
leiden. Zo diende een inspecteur
een voorstel in bij het bevoegd
gezag en werd diezelfde inspecteur
vanuit zijn bestuurlijke rol
meermaals gevraagd om over
het voorstel te adviseren aan
hetzelfde bevoegd gezag.
Vanuit het perspectief van
het hoger onderwijs is het
interessant om te lezen hoe
het toezicht daar is ontstaan.
Van oudsher was het ondenkbaar
dat een inspecteur ‘bij de
professor’ ging kijken, laat staan
dat de inspecteur een oordeel
zou geven over diens werk.
Inmiddels is het toezicht in het
hoger onderwijs wel degelijk
geregeld; dit valt echter niet
rechtstreeks onder de Inspectie
van het Onderwijs, maar
onder de Nederlands-Vlaamse
Accreditatieorganisatie (NVAO).
Het boek schetst ook de ontwikkeling
van een volledig
gefragmenteerd toezicht voor
alle onderwijssoorten naar een
bijna integraal toezicht, met
uitzondering dus van het hoger
onderwijs.
Wat Meertens tegen het einde
vaker aansnijdt, is dat in de
loop van de geschiedenis, tot
op de dag van vandaag, de
onderliggende vraag blijft wat
de kwaliteit van onderwijs is.
Decennia geleden waren het
de inspecteurs die op basis van
hun professionele ervaringen als
docent de kwaliteit van onderwijs
bepaalden; hun oordeel
werd niet in twijfel getrokken.
Naarmate er een grotere vraag
kwam naar openheid van de
Inspectiedata, mede ingegeven
door een landelijk dagblad, ontstond
er een debat over de vraag
wat die kwaliteit is en hoe je die
vaststelt. Mertens laat met zijn
historische schets zien hoe pril
dit debat over de kwaliteit van
onderwijs is. Het verklaart mijns
inziens waarom we vandaag de
dag in het onderwijs zo weinig
taal hebben om over kwaliteit te
praten. De taal die we hebben
is ingegeven door het New
Public Management; die is zeker
zinvol, maar mist – en die spanning
noemt Mertens ook enkele
malen – de verbinding met het
pedagogische en didactische
proces in de praktijk. Het ontbreekt
dus aan taal waarmee we
kunnen praten over het waardetoevoegende
en waardecreërende
proces in de dagelijkse
praktijk. Daar ligt een uitdaging,
aangezien docenten nog steeds
vaak de neiging hebben te
denken dat het bij kwaliteit over
cijfers gaat, en niet over hun
studenten en het leerproces dat
zij bij die studenten faciliteren.
Er zijn grote stappen gezet,
maar we hebben ook nog grote
stappen te gaan om kwaliteit
echt van ons allemaal te maken.
ma Thema Thema T
De minister en de inspecteurgeneraal
is een aanrader voor
iedereen die in het onderwijs
werkt, geïnteresseerd is in toezicht,
besturing en kwaliteit,
en meer wil weten over onderwijswetgeving
en inspectie in
twintigste eeuw. Anders dan het
omslag doet vermoeden is dit
geen droog, stoffig historisch
boek. Dankzij de chronologische
opbouw en de illustratie
met persoonlijke ervaringen
en verslagen slaagt Mertens
erin een boeiend historisch
overzicht te schetsen van de
relatie tussen de minister en de
inspecteur-generaal, en in het
bijzonder van de ontwikkelingen
in het toezicht op de kwaliteit
van het onderwijs. Daarbij
geeft hij, door hier en daar
prachtige archaïsche woorden
te gebruiken, bovendien mooie
input voor de rubriek ‘het vergeetwoord’
van het programma
De Taalstaat op NPO Radio 1.
a Thema Thema T
a Thema Thema T
a Thema Thema Th
a Thema Thema Th
Myrte Legemaate
is zelfstandig onderwijs- en
organisatieadviseur en
promovendus op het gebied
van kwaliteitscultuur aan de
Universiteit van Gent, en lid van
de recensieredactie van Th&ma
Thema Thema The