10.08.2013 Views

Download het volledig rapport (548 p.) - KCE

Download het volledig rapport (548 p.) - KCE

Download het volledig rapport (548 p.) - KCE

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>KCE</strong> reports vol. 15A Evolutie van de uitgaven voor gezondheidszorg 29<br />

Al deze evidentie suggereert dat <strong>het</strong> effect van de vergrijzing op de uitgaven gevoelig moet<br />

worden afgezwakt. Hogan et al. (2001) benadrukken overigens dat <strong>het</strong> percentage van de<br />

uitgaven voor mensen in hun laatste levensjaar (25%) doorheen de tijd is constant gebleven en<br />

dat de Âhigh cost of dyingÊ op zichzelf dus niet de oorzaak kan zijn van de uitgavengroei.<br />

Anderzijds echter kunnen niet al te drastische conclusies getrokken worden wanneer niet op een<br />

adequate wijze voor verschillende kenmerken van de individuele patiënten wordt gecorrigeerd.<br />

Zo vinden Hogan et al. (2001) dat wanneer de uitgaven van mensen in hun laatste levensjaar<br />

vergeleken worden met overlevenden met gelijkaardige karakteristieken, <strong>het</strong> verschil in uitgaven<br />

heel wat kleiner wordt. Correctie van de uitgaven voor leeftijd, geslacht, diagnoses en<br />

ziekenhuisopname reduceert <strong>het</strong> verschil tot minder dan 30%. Het is dan ook noodzakelijk <strong>het</strong><br />

relatieve effect van leeftijd en de nabijheid van overlijden te onderzoeken op basis van individuele<br />

(vooral tijdreeks-) gegevens. Het meest invloedrijke onderzoek in deze literatuur is dat van<br />

Zweifel, Felder and Meiers (1999) (verder afgekort als ZFM).<br />

b) Econometrische modellen<br />

De centrale vraag waar Zweifel en collegaÊs op basis van empirische analyses een antwoord<br />

proberen op te krijgen is de volgende: zijn de hogere uitgaven voor gezondheidszorg tijdens de<br />

laatste levensjaren een functie van de nabijheid van overlijden of een functie van leeftijd, wanneer<br />

op een correcte wijze wordt gecorrigeerd voor individuele patiëntenkarakteristieken? De studie<br />

van ZFM is gebaseerd op datasets van twee verschillende ziekenfondsen en was <strong>het</strong> eerste<br />

onderzoek dat kon beschikken over een tijdreeks voor individuele data in plaats van enkel een<br />

cross-sectie. De eerste dataset bestond uit 5.448 observaties voor 681 personen die in de<br />

periode 1983-1992 gestorven waren en bevat volgende variabelen voor elk van de overledenen:<br />

leeftijd bij overlijden en geslacht, verzekeringsstatus en uitgaven gedurende de laatste twee<br />

levensjaren. Het tweede bestand bevatte dezelfde informatie voor een steekproef van 360<br />

personen die in de periode 1983-1994 overleden waren. De uitgavengegevens voor de twee<br />

laatste levensjaren werden geaggregeerd in acht observaties, zijnde één observatie per kwartaal<br />

voor overlijden. Om rekening te houden met de econometrische problemen die rijzen bij <strong>het</strong><br />

gebruik van individuele gegevens (zie afdeling 3.3), schatten ZFM een Heckman selectiemodel<br />

waarbij de (positieve) uitgaven logaritmisch worden getransformeerd.<br />

Om <strong>het</strong> effect van leeftijd en nabijheid van overlijden op de uitgaven gedurende de laatste<br />

levensjaren te testen, werden volgende variabelen in beide stappen van <strong>het</strong> selectiemodel<br />

opgenomen: leeftijd, leeftijd gekwadrateerd, geslacht, een interactie-effect van leeftijd en geslacht,<br />

verzekeringsstatus, dummyÊs voor elk kwartaal voor overlijden en jaardummyÊs. De analyse werd<br />

uitgevoerd zowel voor de <strong>volledig</strong>e steekproef van overledenen als voor de overledenen vanaf<br />

65 jaar. In een regressie van de uitgaven in de laatste twee levensjaren van overleden personen<br />

vanaf 65 jaar, is <strong>het</strong> globale effect van leeftijd niet significant. Het effect van nabijheid van<br />

overlijden (uitgedrukt aan de hand van dummyÊs per kwartaal voor overlijden) daarentegen is wel<br />

statistisch significant. De uitgaven die gedurende <strong>het</strong> laatste kwartaal voor overlijden gemaakt<br />

worden liggen (afhankelijk van de gebruikte dataset) tussen de 218% en 307% hoger dan in <strong>het</strong><br />

eerste kwartaal.<br />

De resultaten in ZFM geven aan waarom hogere gemiddelde zorguitgaven voor de oudere<br />

leeftijdsklassen niet automatisch moeten leiden tot hogere toekomstige uitgaven bij een<br />

vergrijzende bevolking. De uitgaven in de laatste levensjaren zijn substantieel hoger dan voordien,<br />

ongeacht de leeftijd waarop mensen sterven 14 . Wanneer naast leeftijd ook wordt rekening<br />

gehouden met de nabijheid van overlijden, beïnvloedt leeftijd niet significant de uitgaven voor<br />

gezondheidszorg. Een belangrijke nuancering die de auteurs bij hun resultaten maken is dat een<br />

toenemende mortaliteitsgraad als gevolg van een dalende nataliteit wel kan leiden tot een stijging<br />

van de geaggregeerde uitgaven. Maar <strong>het</strong> globale resultaat dat de vergrijzing niet als drijvende<br />

14 De resultaten zijn <strong>het</strong> meest overtuigend wanneer de steekproef beperkt wordt tot overledenen van<br />

minstens 65 jaar.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!