10.08.2013 Views

Download het volledig rapport (548 p.) - KCE

Download het volledig rapport (548 p.) - KCE

Download het volledig rapport (548 p.) - KCE

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

38 Evolutie van de uitgaven voor gezondheidszorg <strong>KCE</strong> reports vol. 15A<br />

vaststelling vindt men bij Roberts (1999), die, behalve met mogelijke <strong>het</strong>erogeniteit tussen landen,<br />

ook rekening tracht te houden met dynamische onevenwichten (door <strong>het</strong> schatten van een<br />

error-correction model). Hoewel de geschatte gemiddelde effecten van de inkomensvariabele<br />

gelijkaardig waren voor de verschillende schattingsmethoden, bleken de geschatte lange termijn<br />

inkomenselasticiteiten erg gevoelig voor <strong>het</strong> al dan niet opnemen van een tijdstrend in de<br />

vergelijkingen. Modellen met een tijdstrend resulteerden in een inkomenselasticiteit groter dan<br />

één, terwijl in modellen zonder trend de hypothese van een unitaire elasticiteit niet kon<br />

verworpen worden. Het weze echter opgemerkt dat de geschatte coëfficiënt van de<br />

trendvariabele negatief was, waardoor hij nog bezwaarlijk als een proxy voor technologische<br />

vooruitgang kan geïnterpreteerd worden. Het weglaten van de trendvariabele maakt ook de<br />

schattingsresultaten met betrekking tot de andere geschatte effecten erg onstabiel. Het spreekt<br />

voor zich dat dergelijke gevoeligheid voor alternatieve specificaties de betrouwbaarheid van de<br />

resultaten ernstig aantast.<br />

De nationale modellen die geen deel uitmaken van internationaal vergelijkend onderzoek zijn in<br />

<strong>het</strong> algemeen <strong>volledig</strong>er: de gebruikelijke inkomens- en demografische variabelen worden vaak<br />

aangevuld met andere verklarende variabelen, die proxies zijn voor aanbod-, institutionele en<br />

technologische determinanten. Voor zover deze modellen correcter gespecificeerd zijn (wat a<br />

priori kan verwacht worden), zullen de geschatte inkomenselasticiteiten betrouwbaarder zijn.<br />

Murthy en Ukpolo (1994) bijvoorbeeld schatten een coïntegratierelatie tussen de uitgaven en <strong>het</strong><br />

inkomen, de relatieve prijzen, <strong>het</strong> aantal artsen, <strong>het</strong> aandeel van de publieke uitgaven en <strong>het</strong><br />

percentage 65-plussers voor de Verenigde Staten, en vinden een inkomenselasticteit van 0.77.<br />

Toch zijn de empirische resultaten van dergelijke modellen niet noodzakelijk robuuster dan die<br />

van de internationale studies. De gevonden resultaten blijken (net als bij de internationale studies)<br />

erg gevoelig te zijn voor de keuze van de precieze modelspecificatie. In een onderzoek met<br />

Franse gegevens over de periode 1960-1995, vinden LÊHorty et al. (1997) inkomenselasticiteiten<br />

tussen 0.5 en 1.5, afhankelijk van <strong>het</strong> feit of al dan niet een lineaire trend in <strong>het</strong> model wordt<br />

opgenomen. De samenhang tussen de trend en de inkomensevolutie wijst op een fundamenteel<br />

probleem, in de mate dat de trend ook vaak beschouwd wordt als een maatstaf van<br />

technologische vooruitgang (zie sectie 4.5). Zolang <strong>het</strong> effect van technologie onbekend is,<br />

kunnen er ook moeilijk stellige uitspraken over de inkomenselasticiteit worden gedaan.<br />

Naast de moeilijke keuze van de modelspecificatie worden onderzoekers hier ook<br />

geconfronteerd met <strong>het</strong> causaliteitsprobleem. Zoals hoger beschreven, beïnvloedt niet alleen <strong>het</strong><br />

inkomen de gezondheidszorguitgaven maar geldt wellicht ook de omgekeerde relatie. In recent<br />

onderzoek (Devlin en Hansen, 2001) is dit probleem onderzocht door middel van een Granger<br />

causality test . Deze test bestaat er in te toetsen of de vertraagde waarden van een variabele X<br />

een (simultaan) effect hebben op de andere variabele Y, en omgekeerd. Wanneer de<br />

nulhypothese van zero coëfficiënten van de vertraagde variabelen wordt verworpen, concludeert<br />

men X Granger causes Y . De auteurs testen deze hypothese voor twintig OESO-landen, en<br />

stellen vast dat er in zes landen geen causale relatie wordt gevonden in één of andere richting, er<br />

in zes landen (waaronder België) statistische ondersteuning is voor een causale relatie van <strong>het</strong><br />

inkomen naar de uitgaven, er in zes landen aanwijzingen zijn voor de omgekeerde relatie, en er in<br />

twee landen een bi-directionele causaliteit wordt geobserveerd. De auteurs besluiten dat er een<br />

aanzienlijk gevaar bestaat voor misspecificatie in de traditionele modellen van de<br />

gezondheidsuitgaven. Hun analyse moet echter, zoals ze zelf terecht opmerken, als preliminair<br />

beschouwd worden omdat ze is gebaseerd op bivariate causaliteitstesten, waarbij de<br />

vergelijkingen niet werden aangevuld met andere mogelijke verklarende variabelen.<br />

De verschillende empirische resultaten met betrekking tot de inkomenselasticiteit van de reële<br />

gezondheidsuitgaven kunnen nog door een ander fenomeen veroorzaakt worden. Het is zeer wel<br />

mogelijk dat landen, die in een vroeger stadium van industriële ontwikkeling zitten, en die<br />

derhalve (in de beschouwde periode) vertrekken van een situatie met eerder lage uitgaven aan<br />

gezondheidszorg in procent van <strong>het</strong> inkomen, een inhaalbeweging maken ten opzichte van de<br />

meer geïndustrialiseerde landen. Dergelijke inhaalbeweging zal dan gepaard gaan met een<br />

inkomenselasticiteit groter dan 1 gedurende een bepaalde periode. Barros (1998) vindt<br />

empirische bevestiging voor deze hypothese, in een model waarin de groeivoeten van de uitgaven

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!