Toelichting - Gemeente Rucphen

12
9. Rijksweg-Zuid 73/75/77, IA11/00835
Korte inhoud ingediende reactie:
a. Betreffende percelen U 599 t/m U 603 zijn bestemd als ‘Bedrijf’ met de
functieaanduiding ‘opslag en distributie’. In het bestemmingsplan Buitengebied
1998 had de locatie de bestemming ‘garagebedrijf/handelsonderneming’ en dit is in
het reparatieplan onbedoeld veranderd in ‘garagebedrijf’. Hier is destijds op
gereageerd waarbij gevraagd werd om de eerste bestemming voor de locatie op te
nemen. In het voorontwerpbestemmingsplan is dit tot op heden nog niet
aangepast. Verzoek is om de functieaanduiding te wijzigen in
‘garagebedrijf/handelsonderneming’.
b. Op de locatie zijn 2 bedrijfswoningen aanwezig. Nu is één van de bedrijfswoningen
bestemd als ‘Wonen’. Dit is niet conform de feitelijke situatie. Verzoek is
bestemming ‘Wonen’ te wijzigen in ‘Bedrijf’.
c. In de planvoorschriften wordt verwezen naar de op de plankaart aangegeven
aanduidingen betreffende de toelaatbare goot- en bouwhoogte. Op kaart is echter
niets vermeld. Verzoek is om dit aan te passen.
Inhoudelijke reactie:
a. In het vigerende bestemmingsplan is Rijksweg Zuid 73/75/77/79 opgenomen als
‘Agrarisch gebied’ met de medebestemming ‘Bedrijfsdoeleinden-B28,
garagebedrijf/handelsonderneming’. In het voorontwerpbestemmingsplan
Buitengebied 2011 is voor een gedeelte van dit perceel de bestemming ‘Wonen’
opgenomen en een deel heeft de bestemming ‘Bedrijf, specifieke vorm van bedrijf –
opslag en distributie’ gekregen met de daarbij behorende mogelijkheid tot
bedrijfswoning.
Een garagebedrijf/ handelsonderneming is een ander soort bedrijf dan een bedrijf
voor opslag en distributie. Gelet op de huidige activiteiten, ligt het voor de hand de
aanduiding handelsonderneming terug op de plankaart op te nemen en de
aanduiding garagebedrijf te vervallen.
b. In het vigerende bestemmingsplan is opgenomen dat er 2 bedrijfswoningen
aanwezig zijn. Uit navraag bij burgerzaken blijkt dat op nummer 73 sinds 2001
niemand woonachtig is en op nummer 75 sinds 2007 niemand woonachtig. De
bedrijfswoningen kunnen worden gehandhaafd.
c. Op de verbeelding dient de toelaatbare bouw- en goothoogte aangegeven te
worden. Waar dit niet het geval is wordt dit aangepast.
Conclusie:
a. De verbeelding zal worden aangepast.
b. De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
c. De verbeelding zal worden aangepast.
12