Toelichting - Gemeente Rucphen

86
71. Vorenseindseweg 66, IA11/00501
Korte inhoud ingediende reactie:
a. Op het huiskavel (vermoedelijk Vorenseindseweg 66) is een gedeelte van het
perceel dat grenst aan de Rucphensebaan ingetekend als bestemming ‘water’
(waterberging voor Nijverhei). Reclamant is het hier niet mee eens.
b. Verzoek is om een vergroting van het agrarische bouwvlak tot 1,5 hectare. De
reden hiervoor zijn de plannen van reclamant om een nieuwe melkveestal te
plaatsen achter de bestaande stallen. Verwezen wordt naar het eerdere verzoek
middels de brief d.d. 4 mei 2010.
c. De te realiseren stal heeft een compostbed als ligbed. Reclamant vraagt
toestemming om binnen het bouwvlak groencompostering voor eigen gebruik toe te
staan.
d. Reclamant verzoekt om binnen het nieuwe bestemmingsplan de mogelijkheid op te
nemen tot het plaatsen van een mest bewerkingssysteem (bewerking eigen
rundveemest).
Inhoudelijke reactie:
a. Het betreft een voorkeurslocatie die bepaald is op basis van de studie
"waterberging Nijverhei en Binnentuin" d.d. 11 oktober 2010. Deze studie is
uitgevoerd in samenwerking met het waterschap als vervolg op de Integrale
Gebiedsanalyse (IGA). Dit is overigens geen vastgesteld beleidsstuk. Schuiven met
deze waterberging is momenteel geen optie gelet op de uitkomst van de studie. De
gemeente is bezig met grondverwerving op vrijwillige basis. Er is nog geen
zekerheid dat deze gronden gebruikt kunnen worden voor de waterberging.
Door de gronden in het voorontwerpbestemmingsplan ‘Buitengebied 2011’ de
bestemming ‘Water’ te geven is de gemeente wat voorbarig geweest. Gelet op het
feit dat het gaat om grondverwerving op vrijwillige basis kan het opleggen van de
bestemming ‘Water’ gezien worden als een middel om de verkoop af te dwingen
hetgeen niet de bedoeling is. De gronden zullen daarom ook aangepast worden en
de bestemming ‘Agrarisch’ krijgen, zoals de rest van het perceel. Bij de
bestemming ‘Agrarisch’ zal in de regels de mogelijkheid opgenomen worden om de
gronden te wijzigen in de bestemming ‘Water’ ten behoeve van waterberging.
b. Tijdens de inventarisatie ten behoeve van de herziening van het bestemmingsplan
Buitengebied medio 2009 is de mogelijkheid geboden om eventuele ontwikkelingen
kenbaar te maken aan het college. Gelet op de voortgang van het traject, alsmede
het feit dat het bij deze herziening overwegend om een conserverend plan gaat,
heeft deze mogelijkheid tot 1 mei 2010 gelopen. Vanaf dat moment heeft het
college besloten geen nieuwe verzoeken meer mee te nemen in de herziening van
het plan, om de voortgang van het plan te kunnen waarborgen. Opgemerkt moet
worden dat de verzoeken ingediend vóór 1 mei 2010 wél zijn beoordeeld en
getoetst aan de bestaande voorwaarden, alsmede aan het vigerende beleid. Door
het college is derhalve een gedegen afweging gemaakt of al dan niet medewerking
verleend kon worden.
Op 10 mei 2010 hebben wij een verzoek van de reclamant ontvangen voor
vergroting van het bouwblok voor het plaatsen van een nieuwe melkveestal. Bij
brief van 9 augustus 2010 hebben wij reclamant geïnformeerd over het feit dat het
verzoek is ontvangen ná 1 mei 2010 en dat deze niet meer meegenomen zou
worden bij de herziening van het bestemmingsplan. Het volgen van een aparte
procedure is wel mogelijk.
Reclamant dient hierbij het verzoek opnieuw in. In navolging van onze eerdere
reactie kan gezegd worden dat het vergroten van het bouwblok niet wordt
meegenomen in het kader van herziening! Een aparte procedure is nog steeds een
optie.
c. Zoals onder b. aangegeven worden verzoeken ingediend ná 1 mei 2010, of dit losse
verzoeken zijn of verzoeken in het kader van de inspraakreactie, niet meer
meegenomen bij de herziening van het bestemmingsplan.
De mogelijkheid tot wijziging, danwel vergroten van een agrarisch bouwvlak zal,
onder voorwaarden, in het nieuwe plan wederom als mogelijkheid worden
opgenomen (deze wijzigingsmogelijkheid bestaat reeds in het vigerende
bestemmingsplan Buitengebied 1998). In de toekomst kunnen agrarische
ondernemers dus nog steeds een concreet verzoek indienen bij het college voor een
wijziging van het agrarische bouwvlak. Dergelijke verzoeken worden dan
86