Toelichting - Gemeente Rucphen

56
47. Boerderij Jorissenhoeve, IA10/9621
Korte inhoud ingediende reactie
a. Sinds november 2009 eigenaren van boerderij de Jorissenhoeve. In september
2009 over percelen laten informeren aan het loket en hierbij is duidelijk gemaakt
dat de gronden rondom de Jorissenhoeve agrarisch zou zijn. In de reactie van de
gemeente op de brief verstuurd door de heer Le Coultre is te lezen dat de
gemeente meld dat het gaat om een boerderij met bijgebouwen en akkers. Pas in
september 2010 via Mommers Landgoedadvies begrepen dat er een bestemming
natuur op de weilanden zit. De brief die verstuurd is op 21 september 2010 aan de
gemeente met verzoek het bestemmingsplan aan te passen wordt heel makkelijk
afgedaan met de mededeling dat de brief na 1 mei 2010 is ingediend en niet meer
kan worden meegenomen. Echter vooruitlopend op deze brief heeft de heer Le
Coultre op 29 juli 2009 een brief ingediend welke dus wel betrokken dient te
worden bij de behandeling van het bestemmingsplan. Dit is vóór 1 mei 2010 en het
verzoek is om de brieven beide in behandeling te nemen.
b. Op een visiekaartje van de gemeente gezien dat een zompig weideperceel van de
Jorissenhoeve, met een hoog leemgehalte, is ingetekend als stuifzandterrein. Dit
doet onrecht aan de cultuurhistorische waarde van de boerderij in het landschap,
en zouden deze percelen om cultuurhistorische reden landbouw moeten blijven in
het bosgebied. Door de NSW–rangschikking van de Jorissenhoeve is de natuur hier
voldoende gewaarborgd.
c. Reclamant denkt door de zienswijze van de gemeente of het niet willen meewerken
aan het opnemen van de gronden in het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied
ernstige schade op te gaan lopen. Indien we er gezamenlijk niet uit komen
genoodzaakt om juridische bijstand aan te gaan vragen. Verzoek om bij afwijzende
reactie op herhaald verzoek eerst gehoord te willen worden.
Inhoudelijke reactie:
a. De brief door de heer Le Coultre ingediend op 29 juli 2009 is bij brief van 30
december 2009 beantwoord. Bij de beantwoording van de brief is allereerst het
verzoek van de heer Le Coultre herhaald. Deze herhaling betekent niet dat de
gemeente dit bevestigd. Het is alleen een samenvatting van het verzoek van de
heer Le Coultre en wat door hem wordt aangemerkt als incorrecte bestemming. In
de hierop volgende alinea’s van de brief van 30 december 2009 wordt aangegeven
wat de bestemmingen zijn van de genoemde percelen en waarom wij ons niet
genoodzaakt zien om de bestemmingen aan te passen.
Door middel van de brief van 30 december 2009 is het verzoek van 29 juli 2009
afgehandeld. Het verzoek van Mommers Landgoedadvies betreft een nieuw verzoek
welke ná 1 mei 2010 is binnengekomen. Zoals in onze brief van 28 oktober 2010 is
aangegeven kunnen wij dit verzoek niet meenemen in de herziening van het
bestemmingsplan Buitengebied. Echter zoals uit de verbeelding behorende bij het
voorontwerpbestemmingsplan ‘Buitengebied 2011’ te halen valt is de bestemming
ten aanzien van de gronden is aangepast naar ‘Agrarisch met waarden-Natuur’. De
afweging hierbij is geweest dat op basis van de aanwezige luchtfoto’s
geconcludeerd kan worden dat het voortgezet gebruik van de gronden grasland
betreft.
b. Uit reactie is niet te halen naar welke visiekaart de reclamant verwijst. Wij gaan er
hierbij vanuit dat reclamant het op 28 mei 2009 vastgestelde
Landschapsontwikkelingsplan (LOP) bedoeld. Op de visiekaart van het LOP is een
gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente Rucphen, sectie K, nummer
1347 aangemerkt als stuifzand. De bodem van dit perceel bestaat uit
veldpodzolgronden, inhoudende leemarm en zwak lemig fijn zand. Dit is te halen uit
de bodemkaart. Het feit dat de gemeente dit heeft opgenomen in het LOP doet
geen onrecht aan de cultuurhistorische waarde van de boerderij in het landschap.
c. In het vigerende bestemmingsplan ‘Buitengebied 1998’ hebben de percelen
kadastraal bekend gemeente Rucphen, sectie K, nummers 879 en 1347 de
bestemming ‘Bos met accent op natuur’. In het voorontwerpbestemmingsplan
‘Buitengebied 2011’ hebben deze percelen de bestemming ‘Agrarisch met waarde-
Natuur’. Dit, zoals eerder aangegeven, op basis van het voortgezet gebruik van de
gronden welkke door middel van luchtfoto’s is aangetoond. Gelet hierop kunnen wij
ons niet voorstellen dat er ernstige schade opgelopen wordt door het nieuwe
bestemmingsplan en de daarbij behorende bestemming.
56