Toelichting - Gemeente Rucphen
Toelichting - Gemeente Rucphen
Toelichting - Gemeente Rucphen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
25<br />
22. Vennestraat 1, IA11/00193<br />
Korte inhoud ingediende reactie:<br />
a. Drie jaar geleden is voor het perceel Vennestraat 1 een artikel 19, lid 1 WROprocedure<br />
gevoerd inzake het realiseren van een nieuwe melkrundveestal.<br />
Eveneens is een vrijstellingsprocedure gevoerd voor een tweede bedrijfswoning.<br />
Daarnaast is een bouwvergunning verleend voor het realiseren van een<br />
werktuigenloods. Verzoek is om dit te verwerken op de plankaart en dus het<br />
bouwblok te vergroten en 2 bedrijfswoningen toe te staan aangezien deze hier<br />
aanwezig zijn.<br />
b. In voorschrift 3.6.1 onder a is weergegeven dat de uitbreiding van een agrarisch<br />
bouwvlak slechts toelaatbaar is tot een maximale omvang van 1,5 ha. Daarbij is<br />
ook als voorwaarde gesteld dat uitbreiding alleen toelaatbaar is wanneer 10% van<br />
het bouwvlak wordt aangewend voor de landschappelijk inpassing. Met beide<br />
randvoorwaarden kan reclamant zich niet verenigen. Hiertoe wordt verwezen naar<br />
artikel 8.3, lid 2 van de Verordening Ruimte Fase 2. Provincie geeft geen<br />
beperkingen inzake het bouwvlak en er wordt ook niet gesproken over<br />
landschappelijke inpassing. Het bestemmingsplan schiet derhalve te kort voor<br />
voldoende bedrijfsontwikkelingsmogelijkheden. Het lijkt erop dat het college de<br />
voorschriften heeft toegepast die gelden voor intensieve veehouderijbedrijven.<br />
Hierbij wordt verwezen naar artikel 9.2 en 9.3 van de Verordening Ruimte Fase 2.<br />
Verzoek is om voorschriften aan te passen door de landschappelijke inpassing te<br />
schrappen en de omvang van het bouwblok voor grondgebonden bedrijven niet<br />
vast te stellen op 1,5 ha.<br />
c. Reclamant wil uitbreiding van de bestaande melkrundveestal realiseren. Verzoek is<br />
om bouwvlak in ieder geval te voorzien van ruimte voor<br />
ontwikkelingsmogelijkheden. Reclamant stelt dat 15% voor een grondgebonden<br />
bedrijf een acceptabele uitbreidingsruimte is zeker nu op grond van de Verordening<br />
Ruimte intensieve veehouderijbedrijven in extensiveringsgebieden een<br />
uitbreidingsruimte zouden krijgen van 15%. Verzoek is om het bouwvlak vergroot<br />
op te nemen ten opzichte van de thans feitelijke situatie.<br />
Inhoudelijke reactie:<br />
a. Op 31 augustus 2006 is de verklaring van geen bezwaar ontvangen van de<br />
provincie Noord-Brabant inzake het veranderen van het bouwblok ten behoeve van<br />
de realisatie van een melkrundveestal. Op 13 februari 2007 is vrijstelling ex artikel<br />
19 van de WRO en bouwvergunning verleend voor de melkrundveestal. Op 13<br />
oktober 2009 is de ontheffing ex. artikel 3.6, lid c van de Wet ruimtelijke ordening<br />
verleend voor de 2 e bedrijfswoning. Het bouwvlak zal op de verbeelding worden<br />
aangepast conform het vrijstellingsbesluit. Eveneens zal worden opgenomen dat<br />
binnen dit bouwvlak 2 bedrijfswoningen zijn toegestaan.<br />
b. In de Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 is in artikel 8.3 geen beperking ten<br />
aanzien van de maximale omvang van het bouwvlak van 1,5 ha. In het vigerende<br />
bestemmingsplan ‘Buitengebied 1998’ is echter opgenomen dat na een<br />
wijzigingsprocedure (ofwel ontheffing) ten behoeve van de vergroting van het<br />
agrarisch bouwvlak deze niet meer dan 1,5 ha mag bedragen. Er is besloten om<br />
deze richting te handhaven. In de Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 wordt<br />
alleen ten behoeve van de intensieve veehouderij gesproken over landschappelijke<br />
inpassing van 10%. De maximale omvang van het bouwblok van 1,5 ha zal worden<br />
gehandhaafd. De landschappelijke inpassing van 10% van het bouwvlak zal alleen<br />
noodzakelijk zijn bij intensieve veehouderijen.<br />
c. De bestaande bouwvlakken zullen worden gehanteerd. In geval van reclamant is dit<br />
het bouwvlak zoals opgenomen in het vrijstellingsbesluit. Wanneer de reclamant<br />
over wil gaan tot uitbreiding van de opstallen dient hiertoe een aparte procedure<br />
gevolgd te worden.<br />
Conclusie:<br />
a. De verbeelding wordt aangepast.<br />
b. De maximale omvang van het bouwblok van 1,5 ha zal worden gehandhaafd. De<br />
landschappelijke inpassing van 10% van het bouwvlak zal alleen noodzakelijk zijn<br />
bij intensieve veehouderijen.<br />
c. Bestaand bouwvlak zal worden gehanteerd.<br />
25