Overzicht Bijlagen 'Het Houthof' (ontwerp-omgevingsvergunning en ...

3.2 Rookcompartimenten en vluchten
Dit hoofdstuk betreft de volgende onderdelen van het Bouwbesluit 2003:
- ‘Vluchten binnen een rookcompartiment en een subbrandcompartiment’, afdeling 2.17,
artikelen 2.145 t/m 2.149;
- ‘Vluchtroutes’, afdeling 2.18, artikelen 2.153 t/m 2.159.
3.2.1 Rookcompartimentering en vluchten binnen de rookcompartimenten
Ieder brandcompartiment vormt tevens een rookcompartiment. De weerstand tegen rookdoorgang
tussen rookcompartimenten moet ten minste 30 minuten bedragen. Met de geprojecteerde
brandwerende constructies wordt hieraan voldaan.
Woningen en bedrijfsruimten
Opgemerkt wordt dat een beoordeling van het vluchten binnen de woningen en de bedrijfsruimten
voor dit project geen onderdeel uitmaakt van de door LBP|SIGHT te verrichten werkzaamheden.
Stallinggarage
Voor de beoordeling van het vluchten binnen de stallinggarage wordt verwezen naar bijlage VIII.
3.2.2 Vluchtroutes
Vanuit ieder rook- en subbrandcompartiment moet in principe in twee richtingen op kunnen worden
gevlucht. In een veiligheidstrappenhuis mogen deze twee vluchtroutes samenvallen. In de
geprojecteerde situatie wordt aan deze eis voldaan.
De veiligheidstrappenhuizen mogen in de vluchtrichting alleen betreden worden vanuit een
niet-besloten ruimte. In de geprojecteerde situatie wordt hier aan voldaan.
De deuren tussen besloten ruimten en een trappenhuis moeten in de vluchtrichting draaien. In de
geprojecteerde situatie wordt hier aan voldaan. In de geprojecteerde situatie is dit ook gehanteerd
voor de deuren tussen de buitenruimten (bordessen) en de veiligheidstrappenhuizen.
Vanuit een trappenhuis moet rechtstreeks naar de openbare weg kunnen worden gevlucht, waarbij
geen deuren gepasseerd mogen worden die met een sleutel geopend moeten worden. Alle overige
deuren waardoor gevlucht wordt, moeten in geval van brand (en andere calamiteiten) zonder
sleutels geopend kunnen worden. Bij een eventueel toegangscontrolesysteem moet hiermee
rekening gehouden worden.
Vanuit een woning moet in een besloten ruimte binnen een loopafstand van ten hoogste 30 m in
beide vluchtrichtingen een brand- of rookscheiding worden gepasseerd. In de geprojecteerde
situatie wordt hier aan voldaan.
R045352aaA0.jb | 29 december 2010 8