Overzicht Bijlagen 'Het Houthof' (ontwerp-omgevingsvergunning en ...

Na realisatie van het project krijgt het projectgebied weer een levendige uitstraling
en wordt de locatie gebruikt. Het vrijwel leegstaande kantoorpand biedt immers
een verwaarloosde indruk en straalt in zijn geheel geen levendigheid uit. De combinatie
van wonen en werken zorgt er voor dat de locatie een kwaliteitsimpuls krijgt:
het oude kantoorpand verdwijnt en er komt nieuwbouw voor terug. Het binnenterrein
bovenop de half verdiepte stallinggarage zal een groene invulling krijgen. Dat
wil zeggen begroeiing en (enkele) bomen.
De nu verwaarloosde en vrijwel ongebruikte locatie wordt bebouwd met één gebouw.
Het gebouw is zo ontworpen dat het lijkt alsof er sprake is van drie torens.
Deze zijn eigentijds vormgeven en waarbij ruim aandacht is besteed aan inpassing in
de directe omgeving. De nieuwbouw geeft ook een positieve impuls aan de sociale
veiligheid. In de huidige situatie is er sprake van leegstand. Na de realisatie van de
nieuwbouw zal er overdag (met name door mensen die in het kantoor) meer sociale
controle zijn omdat er werknemers in het nieuwe pand aanwezig zullen zijn. Hierdoor
is er overdag sprake van leven in het projectgebied. ’s Avonds zal er ook meer
sprake zijn van sociale veiligheid omdat het nieuwe pand ook gewoond wordt.
In hoofdstuk 4 wordt eveneens ingegaan op de situatie ten aanzien van verkeer en
parkeren.
2.6 Planologische situatie
De ontwikkeling past niet binnen de kaders van het vigerende bestemmingsplan
‘Uitbreidingsplan Eindenhout wijziging no. 2 gedeelten 1 en 2’ uit 1958. De vigerende
bestemming is ‘Bestemming voor andere doeleinden’ en als subbestemming ‘Bijzondere
gebouwen (gemerkt A en B) met daarbij behorende tuin of erf’. Binnen
deze bestemming is de ontwikkeling niet te realiseren. De ontwikkeling past niet
binnen de op de plankaart aangegeven bouwgrenzen en (daarmee) past het qua
functies ook niet.
Dit betekent dat het noodzakelijk is dat er een omgevingsvergunning wordt verleend
om de ontwikkeling mogelijk te maken.
Hoofdstuk 2
11