Persoonlijke professionaliteit - Kortlopend Onderwijsonderzoek
Persoonlijke professionaliteit - Kortlopend Onderwijsonderzoek
Persoonlijke professionaliteit - Kortlopend Onderwijsonderzoek
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
3.3 Instrumenten en procedures<br />
Bij ieder groepsgesprek is door de gespreksleider hetzelfde gespreksprotocol (zie<br />
bijlage 1) gebruikt. De gesprekken duurden ongeveer 120 minuten. Naast een korte<br />
inleiding, kennismaking en afsluiting, bestond het gesprek uit drie onderdelen: A)<br />
aanvullen en kiezen van overtuigingen en disposities, B) rangschikken van overtuigingen<br />
en disposities en C) verbinden van overtuigingen en disposities met de SBLcompetenties.<br />
Ieder onderdeel bevatte één of meerdere discussieopdracht(en) en een<br />
nabespreking met de gespreksleider. De discussieopdrachten werden ondersteund<br />
door kaartjes met disposities, overtuigingen en competenties (zie bijlage 2).<br />
Bij het eerste onderdeel (A) werd begonnen met een individuele brainstorm over de<br />
vraag ‘wat kenmerkt een goede docent?’ Hierdoor kon enerzijds worden achterhaald<br />
of er overeenstemming was over de definitie van een ‘goede docent’ en anderzijds<br />
kon worden vastgesteld welke kenmerken worden genoemd zonder beïnvloeding<br />
van elkaar en de gespreksleider. Vervolgens kwamen de kaartjes met overtuigingen<br />
en disposities op tafel en werd de groep gevraagd om te bepalen welke van deze<br />
overtuigingen en disposities van belang zijn bij het onderwijzen. Aan de respondenten<br />
werden vier keer twee bipolaire overtuigingen en 12 disposities, inclusief een<br />
illustratie van bijbehorend gedrag, voorgelegd (zie tekstkader 4).<br />
Na het kiezen van de overtuigingen en disposities werd hen gevraagd de kaartjes aan<br />
te vullen met overtuigingen en disposities die in hun ogen ook relevant zijn voor<br />
goede docenten. In de nabespreking met de gespreksleider werd voornamelijk stilgestaan<br />
bij de onderbouwing van de gekozen kaartjes en aanvullingen. Het tweede<br />
onderdeel van het gesprek (B) stond in het teken van het bepalen van een positie ten<br />
opzichte van de bipolaire overtuigingen en het maken van een rangordening met<br />
betrekking tot de disposities. De opdracht voor de overtuigingen betrof het bereiken<br />
van consensus over de positie van een goede docent op de glijdende schaal tussen de<br />
twee bipolaire overtuigingen. Dit werd fysiek gedaan door post-its te plakken op een<br />
denkbeeldige lijn tussen twee kaartjes met overtuigingen. Consensus over de rangordening<br />
van disposities werd gevisualiseerd door de kaartjes met disposities als een<br />
‘mind map’ te rangschikken (zie figuur 3). Tijdens het laatste onderdeel (C) werd<br />
aan de respondenten gevraagd om de overtuigingen en disposities te verbinden met<br />
de zeven SBL-competenties. De mind map werd als het ware uitgebreid met competenties,<br />
die ook op kaartjes waren afgedrukt. De gesprekken zijn opgenomen met<br />
behulp van een digitale voice-recorder en filmcamera. Tevens zijn (digitale) foto’s<br />
van de resultaten per opdracht gemaakt.<br />
26