16.09.2013 Views

Persoonlijke professionaliteit - Kortlopend Onderwijsonderzoek

Persoonlijke professionaliteit - Kortlopend Onderwijsonderzoek

Persoonlijke professionaliteit - Kortlopend Onderwijsonderzoek

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

een docent en, indien dit gedrag structureel wordt, ook de gedragstendenties beïnvloedt.<br />

De concrete verbanden die worden gelegd tussen disposities en competenties<br />

door de respondenten van de vragenlijst zijn heel begrijpelijk. Zo wordt de toegankelijke<br />

dispositie het meest in verband gebracht met de interpersoonlijke competentie<br />

(omgang met leerlingen). Met andere woorden, deze competentie hebben de<br />

docenten volgens henzelf nodig om de toegankelijke dispositie te kunnen uiten.<br />

Daarnaast wordt competent zijn in samenwerken met collega’s vaak in verband<br />

gebracht met de toegankelijke dispositie. Voor de toegewijde dispositie geldt dat<br />

deze het meest wordt geassocieerd met de vakinhoudelijke en –didactische competentie.<br />

Hier is de relatie wellicht omgekeerd: toewijding aan en passie voor het specifieke<br />

vak dat onderwezen wordt is nodig om vakinhoudelijk en vakdidactisch<br />

competent te worden.<br />

5.5 Disposities in de praktijk<br />

Er is ook onderzocht op welke manier disposities van docenten tot uiting komen in<br />

de praktijk. Hiertoe is aan de respondenten van de vragenlijst gevraagd om van de<br />

drie gekozen disposities, die het beste bij hen als docent passen, een zogenaamde<br />

‘good practice’ te beschrijven. De praktijkbeschrijvingen die werden gegeven zijn<br />

echter weinig specifiek en vrij algemeen van aard en kunnen daarom niet als feitelijke<br />

‘good-practices’ gebruikt worden. De beschrijvingen zijn daarom gebruikt om de<br />

disposities nader te definiëren. De docenten waren het doorgaans eens over de betekenis<br />

van de afzonderlijke disposities, want veel beschrijvingen vertoonden een<br />

hoge mate van overeenkomstigheid. Het valt op dat vrijwel alle beschrijvingen<br />

betrekking hebben op de relatie met leerlingen en de onderwijsleersituatie in de klas.<br />

Tevens bleek uit de beschrijvingen dat de verschillende disposities inhoudelijk veel<br />

overlap hebben en enkele disposities niet goed van elkaar te onderscheiden zijn,<br />

zoals de onderzoekende en innovatieve dispositie en de toegankelijke en vertrouwelijke<br />

dispositie. Er kunnen drie categorieën van disposities onderscheiden worden: 1)<br />

interpersoonlijk, 2) vakinhoudelijk en didactisch en 3) ethisch/moreel. Deze categorieën<br />

zijn vergelijkbaar, maar niet verwisselbaar, met de heuristiek die de onderzoekers<br />

Stooksberry, Schussler en Bercaw (2009) voorstellen. Zij delen disposities van<br />

docenten in drie domeinen in, respectievelijk: 1) cultureel (‘cultural’), 2) intellectueel<br />

(‘intellectual’) en 3) moreel (‘moral’). De interpersoonlijke disposities (vgl. het<br />

culturele domein) hebben allen betrekking op de relaties die een docent opbouwt<br />

met zijn leerlingen, ouders en collega’s. De vakinhoudelijke en didactische disposities<br />

(vgl. het intellectuele domein) zijn alle gericht op de wil om inhoudelijke en<br />

51

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!