Persoonlijke professionaliteit - Kortlopend Onderwijsonderzoek
Persoonlijke professionaliteit - Kortlopend Onderwijsonderzoek
Persoonlijke professionaliteit - Kortlopend Onderwijsonderzoek
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
6 Implicaties voor de praktijk<br />
6.1 Professionalisering van docenten<br />
Inzicht in de overtuigingen en disposities van docenten zou, als aanvulling op competenties,<br />
volgens ons zinvol zijn om het functioneren van docenten (in opleiding)<br />
beter te kunnen begeleiden en beoordelen. Aan overtuigingen en disposities wordt<br />
nu nog vrijwel geen specifieke aandacht geschonken. Vanwege hun belang voor<br />
goed onderwijs verdienen ze echter een structurele positie in de opleiding van docenten<br />
en bij sollicitatie- en functioneringsgesprekken op scholen. Rest de vraag op<br />
welke manier de ontwikkeling van overtuigingen en disposities van docenten systematisch<br />
kan worden begeleid en geëvalueerd.<br />
Om deze vraag te beantwoorden hebben we, gebaseerd op de bevindingen in dit<br />
onderzoek en gesprekken met schoolleiders van OMO-scholen, een conceptkijkkader<br />
ontworpen waarmee docenten (in opleiding) inzicht kunnen verschaffen in<br />
hun eigen overtuigingen en disposities (zie bijlage 4).<br />
6.2 Het kijkkader<br />
Het kijkkader, een zelfevaluatietool, heeft als hoofddoel om docenten, schoolleiders<br />
en lerarenopleiders op een andere manier naar het beroep van docent voortgezet<br />
onderwijs te laten kijken. Het kijkkader bevat drie onderdelen waarop de docent<br />
zichzelf kan beoordelen: overtuigingen, disposities en competenties. Daarna wordt<br />
de docent gevraagd zijn eigen ‘professionele identiteit’ te schetsen door zijn scores<br />
op de drie verschillende onderdelen te analyseren. Er is ook ruimte gereserveerd om<br />
verbeterpunten te formuleren. Het kijkkader heeft een ontwikkelingsgerichte benadering.<br />
We veronderstellen dat of disposities ook daadwerkelijk worden vertoond<br />
afhankelijk is van de vraag of de docent in gelegenheid wordt gesteld om dat te doen<br />
(door de school) en de motivatie en de competenties bezit om dat te doen. Het laatste<br />
blok met vragen verwijst naar dit uitgangspunt. We denken dat dit kijkkader goed<br />
gebruikt kan worden als startpunt voor functionerings-/ontwikkelingsgesprekken.<br />
OMO legt bij het professionaliseren en beoordelen van docenten vijf accenten, de<br />
zogenaamde ‘5 V’s’: vrolijk zijn, verrassend zijn, verrijkend zijn, vakmanschap<br />
53