Bloemlezingen Staring, Lucebert, Schierbeek - De open ruimte
Bloemlezingen Staring, Lucebert, Schierbeek - De open ruimte
Bloemlezingen Staring, Lucebert, Schierbeek - De open ruimte
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Biografie van een wereld<br />
R.A. Cornets de Groot<br />
Bron: Maatstaf, 17e jrg., nr. 1 (mei 1969), p. 48-52.<br />
[p. 48]<br />
<strong>De</strong> taal van het portret dat <strong>Schierbeek</strong> van zich zelf tekent in vrijwel al zijn proza, is<br />
grillig, persoonlijk. Maar niets eigenaardigs heeft de geportretteerde. Hij is niet geneigd<br />
zich van zijn medemensen te onderscheiden. Al het individuele, toevallige - dat is<br />
allemaal niet van dit portret af te lezen.<br />
Niet op het eigen ik, maar op anderen richt <strong>Schierbeek</strong> zijn aandacht: op de collectiviteit,<br />
en alleen dat wat onvervreemdbaar zijn eigen ik is, zijn 'onverbiddelijke' structuur, zou<br />
Verwey zeggen, <strong>open</strong>baart zich als ik in zijn werk.<br />
Daarom is er ook geen 'verhaal' - <strong>Schierbeek</strong> vertelt immers geen 'avontuur'. Hij vertelt<br />
van zich zelf alleen dat, wat hij met anderen gemeen heeft, of hebben kan. Van een<br />
moeder vertelt hij, van een ou-vrouw en een vader; van de polder, de vrienden, de<br />
school. Van de zedepreek en examen doen en de oorlog en de teleurstelling daarna en<br />
van de reactie van de jeugd op een nieuwe wereld, die allengs weer de oude dreigde te<br />
worden. Zoekend in zijn herinneringsmateriaal, behept met de speurzin van de<br />
archeoloog en de nieuwsgierigheid van de geschiedschrijver, verknocht daarbij aan zijn<br />
grootouderlijk tehuis, bouwt hij aan zijn fantastische wereld, die uit een onoverzichtelijk<br />
aantal voorstellingen bestaat, maar waarachter zich de enig ware verborgen houden<br />
moet.<br />
Zijn geheugen moet groot zijn, de verzameling aantekeningen omvangrijk; maar die<br />
opslagplaatsen leveren hem alles wat hij nodig heeft bij de uiteenzetting van zijn mythe -<br />
een mythe van zijn persoonlijkheid, en waarin de moederverering zo ver gaat, dat ze van<br />
een Mariaverering nauwelijks te onderscheiden<br />
[p. 49]<br />
valt: waarin iedere gemoedsbeweging onmiddellijk in beelden uitkristalliseert - in beelden<br />
die niet zelden ook worden vereerd, gelijk dat in <strong>De</strong> andere namen bij voorbeeld gebeurt<br />
met de Ofri (een rivier in Tanganyika). Zich iets voor kunnen stellen - maar liefst na het<br />
te hebben gezien - betekent veel voor <strong>Schierbeek</strong>; vandaar zijn reizen, naar alle<br />
mogelijke oorden - aanvankelijk misschien alleen uit toeristische nieuwsgierigheid<br />
(Spanje, Italië), maar al spoedig ook door andere motieven geleid (Tellem, de Verenigde<br />
Staten). Het ik staat niet voor niets in de wereld.<br />
Wat er dan ook in feite gebeurt, is dat <strong>Schierbeek</strong>s leven (het 'biografische') zich inniger<br />
verweven gaat met een beweging in de wereld die gezag op begrip, en niet op kracht<br />
gebaseerd wil zien. Die nog altijd de verwezenlijking zoekt van zekere idealen, in de<br />
oorlogsjaren als program geformuleerd. Altijd zijn bij <strong>Schierbeek</strong> ik en wereld de polen<br />
waartussen zich zijn leven beweegt. Steeds opnieuw stelt hij de eis van ont-ikking, en<br />
steeds opnieuw identificeert hij zich met de wereld - de aarde: een beeld, mijns inziens,<br />
van de moeder; maar dat is een opvatting die ik graag geven wil voor wat ze is, al vind<br />
ik het prachtig als de lezer haar wil houden voor wat ze hem schijnt.<br />
Tussen ik en wereld beweegt zich bij voorbeeld Het boek ik, dat zo is opgezet, dat de<br />
oneven hoofdstukken de 'wereld' en de even het 'ik' tot onderwerp hebben, terwijl in het<br />
laatste en negende hoofdstuk het ik zich oplost in de wereld. Maar van een andere optiek<br />
uit gezien, is die ont-ikking ook een verwijding van het ik om meer van de wereld tot zich<br />
toe te laten. Het zal wel niemand ontgaan, dat in onze maatschappij ontwikkeling vooral<br />
betekent: eenzijdigheid. Ontwikkeling heeft, voor ons, van 'nature' al iets van<br />
'dichtgroeien', van het onmogelijk maken van mogelijkheden. Een man zal normaliter