24.09.2013 Views

Bloemlezingen Staring, Lucebert, Schierbeek - De open ruimte

Bloemlezingen Staring, Lucebert, Schierbeek - De open ruimte

Bloemlezingen Staring, Lucebert, Schierbeek - De open ruimte

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

je zult Frau Sorge zijn en een groot Mirakel en het Oor hebben van al Adem's kinderen en<br />

het Taber-o-mater-genakel zijn<br />

dat twee bladzijden terugslaan vereist naar:<br />

[p. 5]<br />

want de dag is een dief en de nacht een leugen en dit o vader-genaak-ons... genaak<br />

ons!!<br />

Zulk uit elkaar plaatsen van gelijke klanken heeft - in tegenstelling met de<br />

associatiereeksen - een bindende functie. Het valt op, dat deze uitelkaarplaatsing niet<br />

gebeurt in een reeks verzen, maar in een stuk horizontaal geschreven proza. <strong>De</strong><br />

woordenstroom wordt opgevangen en geregeld, hetzij door versificatie, hetzij door de<br />

herhaling van een opzichtige 'betekenisloze' klank. Voor proza dat geen verhaal kent, is<br />

<strong>ruimte</strong> een wezenlijk probleem: wat is het kader voor zulk proza? Hoe zal een schrijver<br />

een verzenreeks beëindigen? Hoe zal men een achtereengeschreven tekst, waarin het<br />

significatieve element niet van doorslaggevend belang is, eindigen? <strong>De</strong> reeks aan het slot<br />

van dit hoofdstuk formuleert niet alleen het probleem van een van God verlaten mens,<br />

die niets anders zoekt dan zijn identifikatie met die God, maar ook dat van de schrijver,<br />

wiens woorden een drang tot uitdijen vertonen, die afgerond moet worden: in die<br />

afronding buiten ieder van tevoren opgezet schema om wordt de <strong>ruimte</strong> voor die<br />

woorden pas geschapen.<br />

III Dit fragment, het eerste uit <strong>De</strong> ander namen, wijkt stilistisch sterk af van beide<br />

voorgaande. <strong>De</strong> eerste zin hier is de uiting van iemand die iets uiteenzet. Zijn toon is<br />

welbewust, zijn taal, door de inschakeling van een hoop voegwoorden en voorzetsels,<br />

gebonden, waardoor systematische doorbreking van het ritme (versificatie) onmogelijk<br />

is. Een zekere bedachtzaamheid moet aanwezig zijn - niet die van de verhalenverteller,<br />

eerder die van de essayist. Wanneer de taaluiting misverstand blijkt uit te lokken, volgt<br />

een correctie: nee, in vetgedrukt letters, gevolgd door opnieuw een uiteenzetting: niet de<br />

duistere zang van de dood, maar een gebied waar geen wereldwoord meer weet van<br />

heeft. Ook deze horizontale uiteenzetting wordt met vetgedrukte woorden afgesloten,<br />

zodat er toch een vertikale reeks in de tekst wordt ingewoven,<br />

[p. 6]<br />

zij het dat er hier (maar dat hoeft niet zo te blijven en dat blijft ook niet zo) van enig<br />

verband tussen de elementen van die reeks geen sprake is. Maar ze bereiden de lezer<br />

voor op de associatiereeks die aanstonds volgt en die inzet met:<br />

de mens slaapt liggend en loopt rechtop<br />

IV Eveneens een fragment uit <strong>De</strong> andere namen. Het begint met een Mariaverering,<br />

die wel een lyrische invocatie zal zijn van de moeder van de schrijver. Ook hierin<br />

overheerst het 'essayistische' - later komen we te weten wat een mandala is: maar<br />

natuurlijk is het hele boek een 'mandala' - meer dan Het boek Ik.<br />

V Een kort prozagedicht, ontleend aan <strong>De</strong> gestalte der stem. Bij het vorig fragment<br />

een sterk vereenvoudigd taalgebruik. Die vereenvoudiging zal voor de eerstkomende<br />

boeken niet merkbaar meer veranderen.<br />

VI Aan dit fragment, eveneens uit <strong>De</strong> gestalte der stem is te zien dat het ontstaan is<br />

in de tijd van <strong>De</strong> blinde zwemmers. Laatstgenoemd boek, in '55 door Boucher<br />

uitgegeven, is, met enkele veranderingen en onder weglating van de titel, integraal in<br />

deze bundel <strong>De</strong> gestalte der stem opgenomen.<br />

Zoals ik al eerder opmerkte, is de eerste zin Van de blinde zwemmers zo lang als de<br />

regellengte van de tikmachine toelaat. In <strong>De</strong> gestalte der stem is die zin gehalveerd: het<br />

papier bezit niet het vereiste formaat. Hoe zit dat met het hier gekozen fragment?

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!