Bloemlezingen Staring, Lucebert, Schierbeek - De open ruimte
Bloemlezingen Staring, Lucebert, Schierbeek - De open ruimte
Bloemlezingen Staring, Lucebert, Schierbeek - De open ruimte
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Lucebert</strong> kon voor het eerst in onze taal, wat in de schilderkunst reeds lang verworven<br />
was. Dáar toonde Picasso bij voorbeeld dat het mogelijk was van een mens, dier of ding<br />
meerdere aspekten tegelijkertijd te laten zien. Hij maakte het onbewegelijke oog mobiel,<br />
zag niet voorbij de te schilderen zaken naar de horizon maar naar het ding zelf, en tastte<br />
het aan alle zijden af. In overeenstemming met de 'natuur' was de voorstelling natuurlijk<br />
niet. Maar het was in overeenstemming met de natuur van het zien en met die van het<br />
schilderen, en waar gaat het in de schilderkunst eigenlijk om? In overeenstemming met<br />
de natuur van het dichten en met die van de taal (maar dus alweer in tegenspraak met<br />
de natuur van de natuur of liever: de konvensie) is deze strofe:<br />
geleerden zeggen dat mijn liefde beffen moet dragen<br />
hoge stoelen tussen de tanden moet zetten<br />
[p. 18]<br />
zal zij zijn<br />
de- kleine-lachende-versierde-vitrine-lilith?<br />
dekleinegichelversierdevitrinelilith?<br />
Wie niet begrijpt dat het gewaande verbond tussen fisiese werkelijkheid en poëzie nooit<br />
heeft bestaan, wie niet begrijpt dat poëzie een eigen fisika heeft (een eigen<br />
werkelijkheid, een eigen filosofie) ontgaat de bloedige ernst van dit anticartesiaanse<br />
gedicht:<br />
Liefde<br />
ik droom dus ben ik niet<br />
ik droom dat iemand de deur intrapt<br />
niet voor de grap maar voor een politieke moord<br />
ik droom dat ik niet ben<br />
ik droom dat ik dood ga<br />
niet voor de grap maar voor niets<br />
ik droom dat er een ik is<br />
ik droom dat ik eet en drink<br />
voor de grap maar ook voor jou<br />
Hem ontgaat het bovendien dat poëzie en werkelijkheid (as, melasse) in een ambivalente<br />
verhouding tot elkaar staan en dat poëzie die werkelijkheid zou willen overwinnen, en<br />
haar<br />
[p. 19]<br />
daartoe deformeert en in de eigen sfeer trekt, om die door de poëzie gedeformeerde<br />
tweede werkelijkheid weer op die eerste werkelijkheid los te laten. <strong>De</strong> minnebrief aan<br />
onze gemartelde bruid Indonesia, de verdediging van de provo's en daartussen tal van<br />
hekeldichten tonen dat poëzie zich met enig sukses verzet, zo niet tegen de<br />
werkelijkheid, dan toch tegen wie haar benutten om er hun roofbouw op uit te oefenen.<br />
<strong>Lucebert</strong> maakte het begrip - de 'vulling' van het woord - mobiel, veronachtzaamde het<br />
perspektief ervan, d.w.z. de geijkte waarde; hij luisterde niet naar wat het woord in<br />
omgangstalig zinsverband 'betekent', maar naar wat het betekent daarbuiten, dat wil<br />
weer zeggen: in zijn naakte werkelijkheid, in zijn isolement, in de kolommen van het<br />
woordenboek. Woord voor woord stuwt <strong>Lucebert</strong> ons voorstellingsvermogen in een