Bloemlezingen Staring, Lucebert, Schierbeek - De open ruimte
Bloemlezingen Staring, Lucebert, Schierbeek - De open ruimte
Bloemlezingen Staring, Lucebert, Schierbeek - De open ruimte
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
vele zonen lagen stijf in en op de aarde en wachtten de spade en de moeders<br />
treurden de tijd uit en de banden wrongen zich dicht om de kelen der<br />
wereld van overal dezelfde met de nagels die vertwijfeld zich hechten aan<br />
de dingen<br />
en er waren er die terug kwamen met een heel lichaam maar gevoerd werden<br />
naar de schaduwrijken die de mogendheden hadden opgericht voor allen<br />
waarin het zwarte gat van hun lichaam de aanblik deed duizelen en de<br />
loop verloren midden in het bloed en zich uitstortten aan de droge grond en<br />
zo opgeraapt en gevoerd werden in dikke misttreinen met de gierende<br />
fluit van het lamplicht voorop naar het hol van de aarde waar de zusters<br />
hen ontvingen gelijk eens de moeder het mooiste kind van de wereld met<br />
de nacht in het oog en gelijkende de vogels ver aan de kim der lijkenluchten<br />
[p. 5]<br />
omdat het de glimlach wilde de warme mond de borst en een gewoon<br />
menselijk leven die gevoerd werden en geboren worden en een en het zelfde<br />
zij weten te laat dat het leven op aarde onmogelijk is en de moeder het enige<br />
wezen waarin de goden van weleer nog woonden toen zij het woord tot zich<br />
namen en het vlees lieten worden en uitgaan binnen de kamers der aarde<br />
gelijkend de grond der geboorte<br />
in die tijd ging de zwarte hand duidelijk door de woning en vlogen gebeden<br />
en kruistekens tegen de muren op<br />
ik heb de waterspin van het vergif in mijn bloed, dacht de moeder<br />
je zult wel leven kind, zei de moeder<br />
zij dacht ik ben de vierde van de moeder die sterft<br />
de grijze vrouw van mijn beeld die het heet te zijn en er is zij<br />
en de velen gingen door het gruwelijke beeld van dit leven naar de schaduw-<br />
rijken en bezochten de zonen de vaders de broeders de mannen die in een<br />
ander licht leven en de tekens verleggen en het verkeer vereigenen tot<br />
absolute duisternis der anderen die het goed meenden en het weten niet<br />
wilden die hen gestuurd hadden en nu de kooien kwamen bezoeken er waren<br />
er met de schietschijven van hun ogen en de mortiergang der benen en de<br />
afgehakte rede vol loopgraaf en schot en niet meer ziend dat de blinden die<br />
kwamen uit een verre familie van het eigen bloed lichtschuw hun rijk<br />
betraden om hen in de kooi te strelen de moeders die wel gejuicht hadden<br />
eens ook toen zij gingen de sommigen maar de meesten met de kreet der<br />
wandrang in het oog zo als zij zagen de mannen sterk van het lichaam<br />
dat de duisternis aanvaardde toen de wereld dacht dat het licht kwam<br />
dit leefde aan de wanden van de kamer waar de dood de bassen spon in het<br />
lichaam der moeder<br />
er werd geen krant gelezen<br />
in de volkeren stonk de vloek van hun handdaad<br />
in de ruïnes beierden de klokken vol brandschat<br />
in de rokende trechter der aarde spookte de dood in jacket<br />
het jacket dacht aan salons en stichtte bonden<br />
de bonden gooiden de graven dicht en verzamelden beenderen<br />
de honden de godvergeten honden van goede wil zij vraten loden kogels en<br />
lijken en smolten oud ijzer om<br />
voor stoelen om op te zitten<br />
[p. 6]<br />
uit het aluminium der preken oorlogstuig<br />
god ging alleen over de wereld binnen de klem van zijn kaken