24.09.2013 Views

Bloemlezingen Staring, Lucebert, Schierbeek - De open ruimte

Bloemlezingen Staring, Lucebert, Schierbeek - De open ruimte

Bloemlezingen Staring, Lucebert, Schierbeek - De open ruimte

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

publiek. Een 16e eeuws spel van sinne, waar ik iets aparts over te vertellen heb, enz.<br />

Bekijk dit es, voorlopig, en vertel me wat je ervan denkt?"<br />

Van de reeks bloemlezingen die Cornets de Groot hier aankondigt, is alleen die uit het<br />

werk van <strong>Staring</strong> ten uitvoer gebracht, zij het niet in de vorm van een 'anti-schoolboek',<br />

maar als aflevering van het door Bert Bakker geredigeerde tijdschrift Maatstaf. Op<br />

uitnodiging van Cornets de Groot droegen verder P.J.H. Vermeeren en H.A. Wage -<br />

beiden docent aan de Haagse School voor Taal- en Letterkunde, waar Cornets de Groot<br />

juist zijn MO-akte had behaald - een artikel aan het nummer bij. Ook J.G. Veldink, auteur<br />

van W.C.H. <strong>Staring</strong> 1808-1877 Geoloog en Landbouwkundige, werd om een bijdrage<br />

gevraagd, maar hieraan werd geen gevolg gegeven.<br />

Voor het nummer togen Bert Bakker en Cornets de Groot in 1967 samen naar <strong>Staring</strong>s<br />

landgoed <strong>De</strong> Wildenborch in het Gelderse Vorden en interviewden er de toenmalige<br />

bewoner, A. <strong>Staring</strong>. Het interview werd niet opgenomen in het <strong>Staring</strong>nummer, maar<br />

verwerkt in een van Cornets de Groots eigen twee bijdragen, Een tussenhistoriese figuur.<br />

Zijn andere bijdrage, <strong>Staring</strong>s liriese poëzie - beide zoals gebruikelijk gesteld in de door<br />

Bert Bakker gewenste, moderne spelling - is de eigenlijke inleiding, waarin leraar en<br />

leerling apart worden toegesproken.<br />

In de redactionele rubriek 'waarom daarom' schreef Bert Bakker voor het <strong>Staring</strong>nummer<br />

de volgende inleidende woorden:<br />

"Het is de verdienste van de betrekkelijk jonge essayist R. A. Cornets de Groot, dat hij<br />

zich niet uitsluitend bezighoudt met de kontemporaine literatuur - Vestdijk, Achterberg,<br />

Mulisch, <strong>Lucebert</strong> en Campert - maar ook met het werk van veel oudere schrijvers: Jacob<br />

van Maerlant (± 1250), Cornelis Crul (± 1530), Jan van der Noot (± 1570), A. C. W.<br />

<strong>Staring</strong> (1767/1840) en Guido Gezelle (1830/1899). <strong>De</strong> meeste opstellen over de<br />

laatstgenoemde schrijvers verzamelde hij in zijn bundel <strong>De</strong> zevensprong, die het vorige<br />

jaar bij <strong>De</strong> Bezige Bij verscheen.<br />

In zijn artikel Een tussenhistoriese figuur, dat elders in deze aflevering staat afgedrukt,<br />

zet Cornets de Groot duidelijk uiteen hoe dit grotendeels aan de dichter <strong>Staring</strong> gewijde<br />

nummer van Maatstaf is ontstaan. (...) Veel dank zijn Cornets de Groot en de redaktie<br />

van Maatstaf verschuldigd aan mr. A. <strong>Staring</strong> van <strong>De</strong> Wildenborch te Vorden, die in een<br />

persoonlijke ontmoeting veel informatie over zijn voorvader verschafte, en die uit zijn<br />

partikuliere bezit ook de vijf portretten, die in dit nummer zijn opgenomen, ter publikatie<br />

afstond en de daarbij behorende gegevens verstrekte. <strong>De</strong> bloemlezing uit <strong>Staring</strong>s poëzie<br />

is ontleend aan de editie A.C.W. <strong>Staring</strong>/Gedichten/Bibliotheek der nederlandse letteren,<br />

samengesteld door de Maatschappij der nederlandsche letterkunde te Leiden en de<br />

Koninklijke vlaamse akademie te Gent en in 1940 uitgegeven door de N.V.<br />

Uitgeversmaatschappij Elsevier te Amsterdam, ingeleid en verzorgd door dr. Jan de Vries<br />

met medewerking van dr. C. Kruyskamp."<br />

Het was niet de eerste keer dat Cornets de Groots over <strong>Staring</strong> schreef. Een jaar eerder,<br />

in 1966, was van hem in het tijdschrift Raam het essay Een opregt gemoed verschenen<br />

(later opgenomen in zijn bundel Labirinteek) dat hij dat jaar op vakantie in Vorden had<br />

geschreven. <strong>Staring</strong> trof hem doordat hij de tegenstellingen waaruit zijn persoonlijkheid<br />

was opgebouwd niet door het - door Cornets de Groot altijd gerelativeerde - rationalisme<br />

van zijn tijd het zwijgen op had laten leggen, - of zoals Cornets de Groot later in een<br />

korte autobiografische schets noteerde: "Ik heb wel es een huilerige bui - maar dat is<br />

ook de bron waar mijn aandacht voor Feith en voor de lyricus <strong>Staring</strong> uit voortkomt."<br />

Aan Bert Bakker schreef hij over zijn Een tussenhistoriese figuur: "Het is een wat<br />

springerig artikel, maar zo ben ik zelf ook. Overigens ben ik er zeer mee ingenomen,<br />

omdat het het conservatisme van <strong>Staring</strong> doorbreekt. 't Is nodig dat er nieuw licht valt<br />

op <strong>Staring</strong>. Het monopolie van schoolmeesters moet nu maar eens kapot, en ik lever<br />

daartoe graag m'n bijdrage."

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!