Wie schrijft die blijft - website Basisvaardigheden
Wie schrijft die blijft - website Basisvaardigheden
Wie schrijft die blijft - website Basisvaardigheden
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
‘<strong>Wie</strong> <strong>schrijft</strong> <strong>die</strong> <strong>blijft</strong>’<br />
Janneke Sleenhof<br />
2 Leren schrijven in de basiseducatie<br />
In dit hoofdstuk wordt eerst algemeen besproken hoe het lees- en schrijfonderwijs is opgezet en<br />
welke ontwikkelingen zich hebben voorgedaan door de jaren heen. Er bestaat een verschil tussen<br />
leesonderwijs in het basisonderwijs en in de volwasseneneducatie of basiseducatie. Dit verschil zal<br />
worden toegelicht in paragraaf 2.1. Het taalgebruikersmodel dat in paragraaf 2.2 wordt besproken,<br />
geeft inzicht in hoe men taal produceert en ontvangt. Vervolgens wordt er toegespitst op de<br />
vaardigheid schrijven (paragraaf 2.3) en wordt besproken welke facetten hierbij een rol spelen. Ten<br />
slotte wordt in paragraaf 2.4 ingegaan op competentiegericht leren. Dit is een nieuwe ontwikkeling in<br />
het onderwijs, <strong>die</strong> met name een grote rol speelt in de basiseducatie.<br />
2.1 Van basisonderwijs naar volwasseneneducatie<br />
Volgens Noordijk (1990) suggereren sommige onderzoekers dat door hen verricht onderzoek naar het<br />
lees- en schrijfonderricht van kinderen zonder meer van toepassing is op het alfabetiseringswerk voor<br />
volwassenen. Ook beleidsmakers vragen zich af of vernieuwingsprojecten voor het jeugdonderwijs<br />
niet tegelijkertijd van nut kunnen zijn voor de volwasseneneducatie. Nu is het zo dat de<br />
volwasseneneducatie (of basiseducatie) kan profiteren van methoden of ontwikkelingen in het<br />
jeugdonderwijs, maar het is wel van belang dat men zich realiseert dat deze twee vormen van<br />
educatie op essentiële punten van elkaar verschillen.<br />
In de volgende paragraaf wordt aangegeven waarom de aanpak in het volwassenenonderwijs<br />
zou moeten verschillen van <strong>die</strong> in het basisonderwijs. Voordat deze redenen worden gepresenteerd,<br />
zullen eerst de ontwikkelingen in het lees- en schrijfonderwijs in de basiseducatie worden geschetst,<br />
zodat duidelijk wordt welke methodes door de loop der jaren zijn gebruikt en aan welke aspecten van<br />
het onderwijs aandacht werd besteed.<br />
2.1.1 Ontwikkelingen in het basis lees- en schrijfonderwijs<br />
De oudste aanvankelijke leesmethode in Nederland is volgens Noordijk (1990) de spelmethode, <strong>die</strong><br />
ook werd toegepast door Grieken en Romeinen. Bij deze methode leert het kind eerst de letters,<br />
waarna deze moeten worden samengevoegd tot woorden. Omdat het voor kinderen vaak moeilijk is<br />
om op deze manier woorden te maken, werd de klankmethode ontwikkeld. Hierbij leren kinderen de<br />
letters, door hun klank weer te geven (bijvoorbeeld ‘buh’ ipv ‘be’ als uitspraak van de letter ‘b’).<br />
Aan het begin van de negentiende eeuw werd gebruik gemaakt van de analytischsynthetische<br />
methode van Hoogeveen. De basis van deze methode werd gevormd door een aantal<br />
basiswoorden (aap, noot, mies, etcetera). Kinderen leerden hierdoor klanken samen te voegen tot<br />
woorden (synthese) en ook de woorden te ontleden in klanken (analyse). Kinderen moesten vooral de<br />
schrifttekens gaan verbinden met klanken.<br />
Rond 1930 ontstond onder invloed van de Gestalt-theorie de globaalmethode. Bij deze<br />
methode werd er voor het eerst aandacht geschonken aan de betekenis van woorden. Voorstanders<br />
20