Wie schrijft die blijft - website Basisvaardigheden
Wie schrijft die blijft - website Basisvaardigheden
Wie schrijft die blijft - website Basisvaardigheden
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
‘<strong>Wie</strong> <strong>schrijft</strong> <strong>die</strong> <strong>blijft</strong>’<br />
Janneke Sleenhof<br />
4 Onderzoeksvragen en methode<br />
In de vorige hoofdstukken is <strong>die</strong>per ingegaan op het verschijnsel laaggeletterdheid, het professioneel<br />
handelen, de verschillende soorten kennis van docenten en het lees- en schrijfonderwijs met de<br />
daarbij behorende ontwikkelingen. In dit hoofdstuk zal aandacht worden besteed aan de<br />
onderzoeksvragen <strong>die</strong> in deze scriptie worden beantwoord en de methode <strong>die</strong> daarvoor gebruikt is. De<br />
hoofd- en deelvragen voor beide deelonderzoeken zijn identiek, afgezien van de toespitsing op<br />
schrijven c.q. lezen in vraag drie (zie Hanekamp, 2008).<br />
4.1 Onderzoeksvragen<br />
Naar aanleiding van de besproken literatuur is de volgende hoofdvraag opgesteld:<br />
Wat is de relatie tussen de visie van docenten op en hun praktijk in het onderwijs aan<br />
laaggeletterden<br />
Deze vraag wordt beantwoord aan de hand van de volgende deelvragen:<br />
Welke visie hebben docenten op het laaggeletterden lees- en schrijfonderwijs<br />
Hoe geven docenten les in het lees- en schrijfonderwijs voor laaggeletterden<br />
Op welke wijze leren docenten hun cursisten (beter) schrijven<br />
Welke problemen ervaren docenten bij het lesgeven en welke toekomstverwachtingen hebben zij<br />
betreffende het laaggeletterdenonderwijs<br />
Door een antwoord te geven op deze vragen wordt beoogd een bijdrage te leveren aan de huidige<br />
kennis omtrent het laaggeletterdenonderwijs. Zoals is gebleken uit hoofdstuk 1, zijn er tot op heden<br />
geen duidelijke en eenduidige richtlijnen voor de docenten in dit onderwijs. Aan de hand van dit<br />
onderzoek is getracht meer inzicht te verwerven in de didactiek van het laaggeletterdenonderwijs, de<br />
visies van de docenten hierover, hoe dit in de praktijk wordt uitgevoerd en waar de probleempunten<br />
liggen. Op basis hiervan zijn aanbevelingen gedaan voor de toekomst, zodat het NT1-onderwijs aan<br />
volwassenen verbeterd kan worden. Dit heeft voordelen voor zowel de docenten, de cursisten als de<br />
ROC’s <strong>die</strong> dit onderwijs aanbieden.<br />
4.2 Methode<br />
Om de hoofd- en deelvragen te kunnen beantwoorden is een meervoudige etnografische casestu<strong>die</strong><br />
uitgevoerd waarin de aandacht was gericht op een vijftal docenten in het onderwijs aan<br />
laaggeletterden. Door deze docenten te interviewen is getracht erachter te komen wat hun visie op<br />
het laaggeletterdenonderwijs is. Er zijn observaties uitgevoerd in hun klassen zodat er een beeld<br />
geschetst kon worden van hun praktijk in het laaggeletterdenonderwijs. In deze paragraaf zal de<br />
onderzoeksmethode verder worden toegelicht.<br />
35