Wie schrijft die blijft - website Basisvaardigheden
Wie schrijft die blijft - website Basisvaardigheden
Wie schrijft die blijft - website Basisvaardigheden
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
‘<strong>Wie</strong> <strong>schrijft</strong> <strong>die</strong> <strong>blijft</strong>’<br />
Janneke Sleenhof<br />
groepen. Voordeel hiervan is dat zij breed inzetbaar is, echter het bijkomende nadeel is dat zij<br />
zich minder kan specialiseren.<br />
Petra Bakker: Petra heeft de lerarenopleiding gevolgd, in de richting Gezondheid en Maatschappij.<br />
Na een onderbreking van tien jaar is zij weer gaan studeren en heeft ze de PABO gedaan in de<br />
avonduren. Ze heeft een tijdje gewerkt als onderwijsassistent op een basisschool. Hierna is ze les<br />
gaan geven op een middelbare school. Zij heeft daar vooral NT2-ervaring opgedaan. Pas sinds<br />
twee jaar is zij ook actief in het NT1-onderwijs.<br />
Bij deze twee docenten lag de nadruk op hun visie en onderwijspraktijk met betrekking tot de<br />
vaardigheid lezen; zij staan in dit onderzoek centraal. Bij de drie andere participerende docenten lag<br />
de nadruk op schrijven. Zie voor hun visie op en handelen in het laaggeletterdenonderwijs Hanekamp<br />
(2008).<br />
4.2.5 Analyse<br />
De in dit onderzoek verzamelde data zijn op verschillende manieren geanalyseerd. Deze verschillende<br />
wijzen van analyseren worden hieronder toegelicht in relatie tot de gebruikte methode van<br />
dataverzameling. Er is gekeken naar de praktijk en de visie van docenten in het NT1-onderwijs. Hierbij<br />
is gebruik gemaakt van de curriculumtheorie van Goodlad (1979). Binnen een curriculum zijn volgens<br />
Goodlad verschillende domeinen te onderscheiden. Volgens Goodlad is een curriculum een cursus of<br />
een pakket van cursussen dat wordt aangeboden door een educatieve institutie. Hij onderscheidt vijf<br />
verschillende curricula binnen iedere instelling, <strong>die</strong> allemaal betrekking hebben op een ander gebied<br />
van het onderwijs en op een andere groep binnen de instelling. Ten eerste is dit het ideologisch<br />
(‘ideological’) curriculum, waarbij de onderliggende algemene ideologie <strong>die</strong> heerst binnen de instelling<br />
een belangrijke rol speelt. De ideologie is terug te vinden in alle onderdelen van een instelling. Het<br />
tweede curriculumdomein dat Goodlad onderscheidt is het formele (‘formal’) curriculum. Dit wordt<br />
officieel opgelegd aan de hand van regels en richtlijnen van hogere instanties, zoals de staat,<br />
schoolbestuur en gemeente en zowel de institutie als de leraren <strong>die</strong>nen zich hieraan te houden. Deze<br />
regels zijn terug te vinden in geschreven documenten als curriculumgidsen, tekstboeken, syllabi of<br />
richtlijnen <strong>die</strong> officieel zijn vastgelegd. Hoe de docenten het curriculum ervaren en hoe zij dit tot<br />
uitvoer brengen, kunnen twee zeer verschillende dingen zijn. Het handelen van de docenten wordt<br />
beschreven in het operationele (‘operational’) curriculum. Goodlad noemt vervolgens het<br />
geïnterpreteerde (‘perceived’) curriculum dat betrekking heeft op hoe het voorgeschreven curriculum<br />
wordt opgevat door de docenten. Over wat in een curriculum is vastgesteld en hoe dit wordt gezien,<br />
kunnen namelijk uiteenlopende ideeën bestaan binnen een educatieve instelling. Ten slotte kan het<br />
curriculum onderscheiden worden, zoals de cursisten dat ervaren (‘experiential’). In dit onderzoek is<br />
geen aandacht besteed aan dit laatste curriculumdomein.<br />
Een curriculum kan dus op verschillen manieren ervaren en onderzocht worden. De<br />
verschillende curriculumdomeinen van Goodlad worden in dit onderzoek gebruikt als<br />
ordeningsprincipes voor de data-analyse. De datatypen (documenten, interviews en observaties) zijn<br />
gekoppeld aan de verschillende domeinen. Door middel van datatriangulatie zijn er relaties gelegd<br />
41