Wie schrijft die blijft - website Basisvaardigheden
Wie schrijft die blijft - website Basisvaardigheden
Wie schrijft die blijft - website Basisvaardigheden
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
‘<strong>Wie</strong> <strong>schrijft</strong> <strong>die</strong> <strong>blijft</strong>’<br />
Janneke Sleenhof<br />
lesgeven heeft. Het is dan ook onmogelijk een beeld te schetsen van ‘de’ visie en ‘de’ praktijk van<br />
docenten in het laaggeletterdenonderwijs. De ROC’s <strong>die</strong> zijn betrokken in dit onderzoek hebben geen<br />
of nauwelijks richtlijnen vastgesteld voor de NT1-docenten; zij worden redelijk vrij gelaten in hun<br />
handelen en doelstellingen. Hierdoor kunnen de docenten zelf hun lessen indelen en handelen zij naar<br />
hun eigen inzicht. Dit is ook gebleken uit de resultaten van dit onderzoek. Zoals eerder in dit<br />
hoofdstuk in figuur 3 en 4 is weergegeven, verschillen de visies van deze twee docenten in grote mate<br />
van elkaar. Wanneer er meer docenten zouden zijn betrokken in dit onderzoek, zouden er<br />
waarschijnlijk nog meer verschillende benaderingen en visies zijn gevonden. Het is voor<br />
vervolgonderzoek wellicht interessant om te onderzoeken of er algemeen heersende opvattingen van<br />
docenten zijn en of er meerdere overeenkomsten en verschillen zijn te ontdekken in het handelen van<br />
docenten in het laaggeletterdenonderwijs. Een manier om hier achter te komen is meer cases te<br />
onderzoeken. Wanneer er opnieuw een meervoudige casestu<strong>die</strong> uitgevoerd zou worden bij andere<br />
docenten, kan onderzocht worden of er nieuwe visies op het laaggeletterdenonderwijs naar voren<br />
komen en hoe deze docenten handelen in de praktijk. Een tweede optie zou het opsturen van een<br />
vragenlijst naar meerdere docenten zijn. Mede aan de hand van een aantal open vragen kan<br />
onderzocht worden hoe zij denken over het NT1-onderwijs en hoe zij hun rol in de klas beschrijven.<br />
De nadruk in dit onderzoek lag op de vaardigheid schrijven en op docenten in het NT1-<br />
onderwijs. Voor de toekomst van het laaggeletterdenonderwijs is het ook aan te bevelen om de kant<br />
van de cursisten verder uit te lichten: hoe denken zij over het onderwijs Wat zijn volgens hen de<br />
positieve en negatieve punten en hebben zij nog aanbevelingen Dit onderdeel zal Marieke Hanekamp<br />
gaan onderzoeken in haar tweede scriptie <strong>die</strong> voor de opleiding Taalwetenschap geschreven zal<br />
worden. Dit zal een goede aanvulling zijn op het huidige onderzoek, omdat er dan een vollediger<br />
beeld zal ontstaan van het laaggeletterdenonderwijs en dit onderwijs vanuit meerdere invalshoeken<br />
onderzocht wordt.<br />
Zoals in de inleiding al werd besproken, is dit onderzoek uitgevoerd in het kader van Het<br />
Aanvalsplan Laaggeletterdheid dat door CINOP, de Stichting Expertisecentrum ETV.nl en de Stichting<br />
Lezen en Schrijven wordt uitgevoerd. Wij hopen met onze bevindingen een bijdrage te hebben<br />
geleverd aan dit project en een basis te hebben geleverd voor verbeteringen in het<br />
laaggeletterdenonderwijs. Uit de interviews met de docenten zijn namelijk verschillende punten naar<br />
voren gekomen <strong>die</strong> het onderwijs positief kunnen beïnvloeden.<br />
De meeste docenten noemden als belangrijkste verbeterpunt de uitbreiding en ordening van<br />
het lesmateriaal. Op dit moment beschikken zij vaak over weinig materiaal en zoeken zij dit zelf<br />
grotendeels bij elkaar. Dit zou landelijk geregeld kunnen worden, zodat iedere docent toegang heeft<br />
tot een landelijke database waaruit zij oefeningen kunnen halen <strong>die</strong> geschikt zijn voor hun cursisten.<br />
Het liefst zouden de docenten het materiaal per vaardigheid geordend zien naar het niveau van de<br />
cursisten. Op deze manier zouden zij minder tijd besteden aan het zoeken en verzamelen van<br />
materiaal en kunnen zij sneller gepaste oefeningen vinden voor de verschillende cursisten.<br />
Bijscholing van docenten zou eveneens een goede manier zijn om het onderwijs te<br />
83