Wie schrijft die blijft - website Basisvaardigheden
Wie schrijft die blijft - website Basisvaardigheden
Wie schrijft die blijft - website Basisvaardigheden
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
‘<strong>Wie</strong> <strong>schrijft</strong> <strong>die</strong> <strong>blijft</strong>’<br />
Janneke Sleenhof<br />
kan achteraf vaak wel aangeven waarom hij of zij op een bepaalde manier handelde. ‘Onbewuste<br />
kennis’ wordt door Meijer omschreven als kennis waarvan mensen niet weten dat zij deze bezitten.<br />
Het wordt als moeilijk (zoniet onmogelijk) ervaren om deze kennis onder woorden te brengen.<br />
Clark en Peterson (1986; in Dolk, 1997, p.9) concludeerden uit hun onderzoek dat ‘leraren<br />
tijdens het voorbereiden op een rijk gevarieerde wijze plannen maken en dat dit maken van plannen<br />
reële consequenties heeft voor het onderwijsgedrag’. Echter, Yinger (1986; in Dolk, 1997) toonde in<br />
zijn onderzoek aan dat hooguit een kwart van de beslissingen <strong>die</strong> een docent in onderwijssituaties<br />
neemt uit bewust gedrag voortkomt.<br />
3.3 Praktische en formele kennis<br />
Fenstermachter (1994) onderscheidt kennis van docenten en kennis voor docenten door de termen<br />
praktische en formele kennis te gebruiken. Formele kennis vereist een wetenschappelijke<br />
onderzoeksmethode en voldoet aan criteria voor significantie, validiteit en generaliseerbaarheid.<br />
Praktische kennis is daarentegen niet gebaseerd op onderzoek maar wordt ontwikkeld door<br />
participatie in en reflectie op handelingen en ervaringen. Praktische kennis wordt, in tegenstelling tot<br />
formele kennis, bepaald door tijd, plaats of situatie. Meijer (1999) voegt hieraan toe dat praktische<br />
kennis voor een deel per docent uniek is, vaak onbewuste kennis is en gerelateerd is aan het vak dat<br />
de docent onderwijst. Dolk (1997) ziet het onderscheid tussen formele en praktische kennis als twee<br />
uiteinden van een continuüm.<br />
Fenstermacher benadrukt in zijn overzichtsartikel dat er op verschillende wijzen onderzoek<br />
naar de praktijkkennis van docenten werd en wordt verricht. Zo onderzochten onder andere Elbaz<br />
(1990; in Kelchtermans, 1994, p.101) en Connelly en Clandinin (1990) de praktijkkennis van<br />
leerkrachten op een narratieve manier omdat ‘a story is that which most adequately consitutes and<br />
presents teachers knowledge’. Ook volgens Carter (1993; in Kelchtermans 1994, p.101) is het<br />
verhalende impliciet in het denken van leerkrachten, tevens vormt dit het ordenende principe van het<br />
denken.<br />
Schön (1983) daarentegen schenkt geen aandacht aan de vorm waarin de praktijkkennis<br />
beschreven wordt, maar richt zich op de manier waarop kennis tot stand komt en op welke manieren<br />
deze kennis het gedrag van docenten beïnvloedt.<br />
De kennis van docenten kan op verschillende manieren worden gecategoriseerd. Shulman<br />
(1986) benoemt drie vormen van pedagogische inhoudelijke kennis en drie categorieën van<br />
leerkrachtenkennis. De pedagogische kennis van docenten splitst Shulman op in propositionele kennis,<br />
gevalskennis en strategische kennis. Propositionele kennis neemt de vorm aan van proposities (deze<br />
worden onderverdeeld in principes, maximes of praktijkprincipes en normen), gevalskennis is kennis<br />
van specifieke gebeurtenissen in hun context en strategische kennis is de kennis van de docent wat<br />
betreft deskundig oordelen vellen en beslissingen nemen.<br />
De leerkrachtenkennis categoriseert Shulman in vakinhoudelijke, didactische en<br />
curriculumkennis. De eerste verwijst naar ‘kennis van de leerkracht over het vakdomein, als discipline<br />
waaraan de leerstof ontleend wordt’. Didactische vakkennis betreft inzicht in wat het leren van<br />
32