Wie schrijft die blijft - website Basisvaardigheden
Wie schrijft die blijft - website Basisvaardigheden
Wie schrijft die blijft - website Basisvaardigheden
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
‘<strong>Wie</strong> <strong>schrijft</strong> <strong>die</strong> <strong>blijft</strong>’<br />
Janneke Sleenhof<br />
de docent: Zij staat voor de klas en heeft de rol van docent en wil de cursisten wat leren. De cursisten<br />
zijn haar leerlingen, <strong>die</strong> ook naar de les komen om wat te leren. De verhouding tussen docent en<br />
cursist ziet zij wel als leerling-docent, ‘maar’, zo voegt zij hieraan toe, ‘het zijn wel volwassenen’ (I2-<br />
YJ). Dit vinden de cursisten zelf ook belangrijk, ze willen volgens haar niet meer gezien worden als<br />
kinderen, maar willen worden behandeld als de volwassenen <strong>die</strong> ze zijn. Je zegt dan ook niet meer<br />
tegen de cursisten: ‘Je bent te laat, waar was je’, maar benadert ze op een meer volwassen manier.<br />
De methoden <strong>die</strong> ze gebruikt zijn dan ook niet afkomstig uit het basisonderwijs. Wat ze wel gebruikt is<br />
Spelling in de lift. Deze basisschoolmethode <strong>die</strong> hulp biedt bij het correct leren spellen heeft goede<br />
kanten, maar is toch wel wat kinderachtig, zegt Yvonne. Het leesmateriaal dat Yvonne gebruikt is met<br />
name gericht op volwassenen, vooral in verband met de onderwerpen van de teksten. Kinderen lezen<br />
toch liever over andere onderwerpen dan volwassenen. Het belangrijkste verschil tussen volwassenen<br />
en kinderen op het gebied van onderwijs is volgens Yvonne dat kinderen naar school móeten.<br />
Volwassenen gaan (over het algemeen) vrijwillig naar de lees- en schrijfcursus. ‘Dus je benadert ze<br />
ook als volwassenen’, meent Yvonne (I2-YJ).<br />
In het klaslokaal is Yvonne de docent. Dit kan ook wel eens veranderen, maar alleen buiten<br />
de lessen. Wanneer zij bijvoorbeeld na een les met de cursisten naar huis fietst, dan is ze weer één<br />
van hen en maakt ze, naar eigen zeggen, deel uit van de groep. Toch geeft ze ook aan dat ze niet<br />
met iedere cursist op niveau een gesprek kan voeren: ‘De cursisten vinden het heel belangrijk om jou,<br />
de docent, te zien, maar je hebt niet altijd zin of tijd om overal naar te informeren’ (I2-YJ). Ze zal een<br />
cursist niet snel afwijzen, maar probeert wel subtiel duidelijk te maken dat het soms even niet<br />
uitkomt. Sommige cursisten kunnen volgens haar heel erg beslag op je leggen. Ze komen over het<br />
algemeen ook niet alleen naar de lees- en schrijflessen vanwege een ‘leer iets’.<br />
Het bovenstaande fragment schetst een goed beeld van de relatie tussen de docent en de<br />
cursisten. Elbaz (1981) onderscheidde een vijftal oriëntaties <strong>die</strong> meer vertellen over de wijze waarop<br />
een leerkracht over zijn professionele kennis beschikt en de structuur van deze kennis. De ‘sociale<br />
oriëntatie’ omvat de invloed van de sociale omgeving op praktijkkennis en besteedt aandacht aan de<br />
rol <strong>die</strong> kennis speelt in het structureren van de sociale context waarbinnen het professioneel handelen<br />
plaatsvindt. De rol van de docent is hierboven verschillende keren aan bod gekomen. Yvonne vervult<br />
vooral de rol van onderwijzende docent. Wat met name opvalt uit dit laatste fragment is hoe Yvonne<br />
cursisten ziet. Nogmaals wordt benadrukt dat zij hen ziet als leerlingen, niet als lerende volwassenen.<br />
Er bestaat geen relatie tussen cursist en docent <strong>die</strong> gebaseerd is op gelijkheid, hoewel zij dat wel<br />
zegt.<br />
5.1.4 Conclusie<br />
Yvonne is te typeren als een docent <strong>die</strong> haar taak als onderwijzeres zeer serieus neemt. Ze ziet het als<br />
haar doel om de cursisten iets bij te brengen en om hun kennis van het Nederlands te vergoten. Zelf<br />
gaf ze al aan dat het sociale aspect van dit onderwijs niet echt voor haar is weggelegd. Ze ziet het<br />
praten over persoonlijke problemen eerder als onderbreking van de les dan als leermoment.<br />
59