Wie schrijft die blijft - website Basisvaardigheden
Wie schrijft die blijft - website Basisvaardigheden
Wie schrijft die blijft - website Basisvaardigheden
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
‘<strong>Wie</strong> <strong>schrijft</strong> <strong>die</strong> <strong>blijft</strong>’<br />
Janneke Sleenhof<br />
Volwassenen leren nu eenmaal anders dan kinderen en hebben ook meer baat bij andere<br />
lesmethoden. Veel laaggeletterden zijn ten minste enkele jaren naar de basisschool geweest waar zij<br />
lees- en schrijfonderwijs hebben gekregen. Deze methoden hebben bij hen blijkbaar niet geholpen,<br />
waardoor het verstandig kan zijn om juist een andere methode toe te passen in het NT1-onderwijs.<br />
Yvonne heeft wel het idee dat de manier waarop zij de spelling van open en gesloten<br />
lettergrepen onderwijst, op deze manier werkt. ‘Omdat je het steeds herhaalt, gaan ze het op een<br />
gegeven moment zien’ zegt zij hierover (I2-YJ). Ze gelooft dus dat dit een methode is, <strong>die</strong> aanslaat bij<br />
de cursisten. De cursisten moeten het verschil tussen lange en korte klanken echter wel kunnen<br />
horen, dit blijkt vaak erg lastig. Yvonne heeft ervaren dat met name de allochtone cursisten hier vaak<br />
moeite mee hebben. Ook geeft ze aan dat niet alle woorden in het Nederlands volgens deze regel op<br />
correcte manier in lettergrepen kunnen worden gesplitst. Ze neemt aan dat er niet zo veel<br />
uitzonderingen bestaan op de regels <strong>die</strong> zij hanteert, dus <strong>die</strong> woorden ontwijkt ze in de dictees.<br />
In het dictee komen verschillende begrippen aan bod, Yvonne heeft het over open en<br />
gesloten lettergrepen. Werkt deze aanpak in het laaggeletterdenonderwijs Yvonne zegt hier zelf over<br />
dat de grammatica <strong>die</strong> zij behandelt in haar lessen van een zeer laag niveau is en ze heeft niet het<br />
idee dat ze te <strong>die</strong>p in gaat op de grammatica. Ze zegt zelf dat dit per cursist verschilt: bij de één slaat<br />
het meer aan dan bij de ander.<br />
De manier waarop Yvonne open en gesloten lettergrepen bespreekt, is niet gelijk aan de<br />
manier waarop deze wordt besproken in grammaticahandleidingen. Yvonne maakt bij het leren spellen<br />
gebruik van lettergrepen en lange en korte klanken, maar dit lijkt een methode <strong>die</strong> zijn beperkingen<br />
heeft. Volgens De Schryver en Neijt (2005) moeten we inderdaad weten of we met een open of<br />
gesloten lettergreep te maken hebben om de hoofdregels van de verdubbeling en verenkeling te<br />
kunnen toepassen. Zij benadrukken echter dat er regels zijn voor het verdelen in lettergrepen <strong>die</strong><br />
vaak indruisen tegen ons gevoel over hoe we de woorden uitspreken. Yvonne hangt haar methode<br />
juist op aan de uitspraak van de lettergrepen (‘Hoor je een korte of een lange klank’). Deze regel zal<br />
dus vaak problemen opleveren omdat lang niet alle woorden op deze manier op te splitsen zijn in<br />
lettergrepen. Een hoofdregel <strong>die</strong> De Schryver en Neijt noemen is bijvoorbeeld: ‘Staan er medeklinkers<br />
tussen de klinkers, dan gaan <strong>die</strong> gewoonlijk naar de volgende klankgroep: Ka/trol’’ (p.27). In het<br />
woord ‘katrol’ hoor je echter geen lange ‘a’; hier zou de regel van Yvonne dus al problemen opleveren.<br />
Yvonne vindt het belangrijk dat haar cursisten goed leren schrijven en spellen. Hierbij wordt<br />
er gekeken naar zowel de vorm als de inhoud van teksten. Net als Browne (1996) vindt Yvonne dat de<br />
vorm van een tekst eigenlijk in <strong>die</strong>nst zou moeten staan van de inhoud en daarom ondergeschikt is<br />
aan het overbrengen van een boodschap. Met andere woorden: het is belangrijker dat de cursisten<br />
hun boodschap goed overbrengen dan dat zij de spelling- en grammaticaregels helemaal correct<br />
hanteren. In haar lessen legt Yvonne echter erg de nadruk op het juist leren spellen, zo geeft zij bijna<br />
iedere les een dictee. Ook spreekt zij met een van de cursisten af dat hij de volgende les gaat oefenen<br />
in het schrijven van hoofdletters. Het technische aspect van schrijven lijkt dus een voorname plaats in<br />
te nemen in de lessen.<br />
53