Wie schrijft die blijft - website Basisvaardigheden
Wie schrijft die blijft - website Basisvaardigheden
Wie schrijft die blijft - website Basisvaardigheden
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
‘<strong>Wie</strong> <strong>schrijft</strong> <strong>die</strong> <strong>blijft</strong>’<br />
Janneke Sleenhof<br />
anders zien. Het zou boven<strong>die</strong>n erg fijn zijn om kant en klaar materiaal voor handen te hebben, dit is<br />
er nu niet. Het liefst ziet de docent materiaal in modules, geordend naar niveau van de cursist. Ook is<br />
er behoefte aan meer lesmateriaal dat gericht is op leren schrijven. Op dit moment is er meer<br />
materiaal voor handen op het gebied van lezen, terwijl er erg weinig goede oefeningen zijn <strong>die</strong> het<br />
schrijfproces kunnen bevorderen. Zij vindt dat het opstellen van een goede methode vanuit de<br />
overheid geregeld zou moeten worden. Er wordt nu nog te weinig geïnvesteerd in NT1-onderwijs, dit<br />
<strong>blijft</strong> een ondergeschoven kindje, zegt Yvonne in beide interviews. Yvonne vindt ook dat de ROC’s<br />
reeds over goed materiaal moeten beschikken wanneer de cursisten naar school komen. Zo kunnen zij<br />
op het juiste niveau les krijgen en zit er een lijn in het materiaal. Het is nu erg lastig om een goede<br />
lijn te brengen in de lessen.<br />
Een volgend probleem dat speelt in het NT1-onderwijs zijn de niveauverschillen, zo zegt<br />
Yvonne. Dit probleem wordt versterkt doordat allochtonen en autochtonen door elkaar zitten in de<br />
groepen. Allochtonen lopen tegen andere problemen aan, zo leveren woorden als ‘het’ of ‘er’ bij<br />
allochtonen veel problemen op, net als de tekortschietende woordenschat. In de lessen <strong>die</strong>nt hier voor<br />
deze cursisten apart aandacht aan te worden besteed.<br />
Op de vraag of Yvonne denkt dat het laaggeletterdenonderwijs er over tien, vijftien jaar<br />
anders uit zal zien zegt zij in het laatste interview: ‘Om heel eerlijk te zijn, ik denk het niet. Ik zie de<br />
cursisten nog niet binnenstromen’. Als er niet veel cursisten bij komen, zal er ook geen uitgeverij geld<br />
steken in nieuw materiaal, zo ontstaat volgens Yvonne een soort vicieuze cirkel. ‘Dit klinkt misschien<br />
negatief, maar er is de afgelopen twaalf jaar dat ik dit werk doe ook niks veranderd’ (I2-YJ).<br />
5.1.3 Praktijk<br />
In deze paragraaf worden de observaties van de lessen beschreven. De key incidents <strong>die</strong> een beeld<br />
schetsen van het handelen van de docent komen aan de orde en fragmenten van de lessen worden<br />
weergegeven. In deze fragmenten staat ‘D’ voor docent en ‘C’ voor cursist.<br />
Op weg naar het ROC<br />
Op woensdagavond stap ik om zes uur uit de trein in Leesstad, en begin mijn weg naar ROC Lees en<br />
Schrijf. Het ROC is gesitueerd in een volksbuurt en ligt op loopafstand achter het station. Ik loop door<br />
een met graffiti bespoten tunnel en kom weer boven aan de achterkant van het station. Op de weg<br />
naar de eerste lees- en schrijfles toe kom ik door een wat vervallen wijk, met kleine huisjes en een<br />
oude speeltuin. Er is bijna niemand op straat en ook het schoolgebouw ziet er verlaten uit, met een<br />
vrijwel lege parkeerplaats en donkere ramen. Aangekomen in het ROC loop ik de trap op naar de<br />
lerarenkamer, waar de docent al aanwezig is, en klaar is om te beginnen. Om iets voor half zeven<br />
gaan we het lokaal in, waar nog niemand is.<br />
Het lokaal waar we in plaatsnemen, is redelijk klein en bevindt zich op de eerste ver<strong>die</strong>ping<br />
van het gebouw, in een gang met meerdere lokalen. In het lokaal staat een groot bord, waarvan de<br />
docent tijdens de les vaak gebruik maakt om voorbeeldzinnen op te schrijven en om de antwoorden<br />
van opdrachten op te laten zien. De bankjes waaraan de studenten plaatsnemen staan in een U-vorm,<br />
49