Wie schrijft die blijft - website Basisvaardigheden
Wie schrijft die blijft - website Basisvaardigheden
Wie schrijft die blijft - website Basisvaardigheden
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
‘<strong>Wie</strong> <strong>schrijft</strong> <strong>die</strong> <strong>blijft</strong>’<br />
Janneke Sleenhof<br />
doelgroep tracht een etnografisch onderzoeker erachter te komen hoe het er ergens anders aan toe<br />
gaat en welke opvattingen er heersen binnen een bepaalde groep of een volk. Hij of zij verzamelt data<br />
door te observeren wat er gebeurt, wat en hoe iets gezegd wordt, welke voorwerpen er gebruikt<br />
worden en hij of zij stelt zonodig aanvullende vragen aan de participanten (Hammersley & Atkinson,<br />
1983).<br />
Voorstanders van etnografisch onderzoek benadrukken de natuurlijkheid van deze vorm van<br />
onderzoek. Empirisch-analytisch onderzoek zou kunstmatig zijn en niet in staat om alledaagse<br />
handelingen te onderzoeken. Critici zijn daarentegen van mening dat de data en de conclusies <strong>die</strong> uit<br />
etnografisch onderzoek getrokken worden subjectief en daarom niet betrouwbaar zijn (Hammersley &<br />
Atkinson, 1983). In dit onderzoek is met name het handelen van docenten in de klas beschreven. De<br />
onderzoekers zijn aanwezig geweest bij drie NT1-lees- en schrijflessen per docent en hebben<br />
geobserveerd hoe deze lessen verlopen en hoe de docent zijn lessen invult.<br />
4.2.3 Methoden<br />
Binnen dit onderzoek zijn verschillende etnografische dataverzamelingen toegepast om het gewenste<br />
datacorpus te verkrijgen. Informatie is verkregen uit documenten, er zijn interviews gehouden met de<br />
docenten en boven<strong>die</strong>n zijn de docenten geobserveerd gedurende hun lees- en schrijflessen aan<br />
laaggeletterden.<br />
Documenten<br />
Om een goed beeld te schetsen van de ROC’s <strong>die</strong> hebben meegewerkt aan dit onderzoek, zijn<br />
verschillende documenten verzameld en geanalyseerd. Op de <strong>website</strong>s van de ROC’s is informatie<br />
verkregen over onder andere de grootte van de scholen en het aantal docenten per afdeling. Deze<br />
<strong>website</strong>s zijn eveneens gebruikt om de doelstellingen en visies van de scholen te achterhalen, zodat<br />
duidelijk werd waar zij voor staan en wat zij belangrijk vinden in het onderwijs.<br />
Ieder ROC beschikt verder over verschillende lesmethoden <strong>die</strong> gebruikt worden in de lessen.<br />
Deze methoden zijn bestudeerd. Ook tijdens de lessen werd duidelijk van welk materiaal gebruik werd<br />
gemaakt. Zo kwamen er bijvoorbeeld boeken van Lees en Schrijf aan bod, methoden <strong>die</strong> uit het<br />
(V)MBO onderwijs afkomstig zijn, krantenartikelen, NT2-materiaal, basisschoolleergangen etc.<br />
Interviews<br />
Een interview wordt door Cohen, Manion en Morrison (2005, p.269) omschreven als ‘[...] a twoperson<br />
conversation initiated by the interviewer for the specific purpose of obtaining research-relevant<br />
information, and focused by him on content specified by research objectives of systematic description<br />
prediction, or explanation’. Het doel van de interviews in dit onderzoek was het perspectief van de<br />
docent te achterhalen en in kaart te brengen wat de ideeën van de docenten zijn over het<br />
laaggeletterdenonderwijs. Wat vinden zij belangrijk in dit onderwijs Wat zijn de verbeterpunten in<br />
het lees- en schrijfonderwijs aan laaggeletterden Hoe beschrijven zij hun rol als docent Dit zijn<br />
37