M AG AZ YN

More documents

Recommendations

Info

170 Over de beftemming va nden mensen,zt g 8 V e r m e e r d e r flT'f' De Geleerde bazitzijne kennis niet voor zi
en inzonderheid van den Geleerden. i?ihunnen tijd daar aan geheel geven konden enwilden, dan zouden :de Geleeiden fpoedigophouien Geleerden te zijn. De vraag is dushier, hoe kan en moet de Geleerde zijnekennis onder de menfchen verbreiden ?HOE verfchillend de geestvermogens bijde onderfcheiden ledên der Maatfchappijeontwikkeld zijn, ligt 'er egter diep in deageest van alle menfchen een zeker gevoelvoor het gene waar is. Dit gevoel moet deGeleerde, bi) alle gelagenheden, trachten teontwikkelen, te zuiveren, en tot eenvouwdigebeginzelen der Rede te rug te leiden.Dit gevoel, op zig zeiven alleen, zal welden ongeleerden niet tot kennis'en geloofvan alle die waarheden, die hij. noodig heeft,kunnen leiden: doch, wanneer maar dit gevoel(gelijk zoo dikwijls gefchiedt door luiden,die zig mede onder de Geleerden willengeteld hebben) niet op eene of anderewijze konftiglijk vervalscht wordt, zal hetzelvenogtans altijd toereikende zijn om denongeleerden de waarhqid te doen erkennen ,wanneer een ander hem op den weg leidt ;al is het, dat hij de, dikwijls diep liggende,gronden eener waarheid niet klaar doorzier. Daar-.enboven mag een Geleerde, die tevens eenbraaf man is, op het vertrouwen zijner tijdsgenooten,zoo wel als op hun waarheidgevoel,
Page 2 and 3:
01 1019 6664 UB AMSTERDAM
Page 5 and 6:
ALGEMEENEINHOUD.VAN DIT ZESDE EN LA
Page 7 and 8:
i.B R I E FvantV\ S E R V A A S , M
Page 9 and 10:
aan den Uitgever. 3pen, nimmer over
Page 11 and 12:
aan den Uitgever. * .ding, als daad
Page 13 and 14:
aan den Uitgever.yfchillende natuur
Page 15 and 16:
aan den Uitgever.ymeer over praaten
Page 17 and 18:
aan den Uitgever.lïaardbol aan de
Page 19 and 20:
aan den Uitgever* 1$op zijne ctïhg
Page 21 and 22:
aan den Uitgever,geheel niet t'huis
Page 23 and 24:
aan den Uitgevei. 17lë beftaan nie
Page 25 and 26:
aan den Uitgever.Ujk hennen en wete
Page 27 and 28:
aan den Uitgever.aizij de paarden a
Page 29 and 30:
aan den Uitgever, - 23wijzen , dat
Page 31 and 32:
aan den Uilgever.duidelijke wijze z
Page 33 and 34:
aan den Uitgever.sjrgebruiken, om d
Page 35 and 36:
Gefprek over zedenlijkkeid en pligt
Page 37 and 38:
Gefprek over zeêenlijkheid en plig
Page 39 and 40:
Gefprek over zedeniijkheid en pligt
Page 41 and 42:
Gefprek over zcd/xlijkfaid en pllgh
Page 43 and 44:
Gefprek over zedeniijkheid en pligf
Page 45 and 46:
Page 47 and 48:
Page 49 and 50:
Page 51 and 52:
Oefprek over zedeniijkheid en pligt
Page 53 and 54:
Page 55 and 56:
itttaanB, N I E U H O F F ,Hoogleer
Page 57 and 58:
door J, Rinket,5idige behoefte, ged
Page 59 and 60:
door J. Kinkerl 53wèl befleed zijn
Page 61 and 62:
door J» Kinker. 55opoffering. En n
Page 63 and 64:
door J Kinker. 57me, 'snachts in on
Page 65 and 66:
door J. Kinker. < 59wat zijn dezehe
Page 67 and 68:
door J. Kinker.
Page 69 and 70:
door J. Kinker. 63is alle geluk, ie
Page 71 and 72:
door % Kinker, ©5fat hoogfte doel,
Page 73 and 74:
tfaor j. Kinker.6fftroökt, eene (g
Page 75 and 76:
door J. Kinker. 69.terde grens, Wij
Page 77 and 78:
IV.B r i e fvanJ. E. D O O R N I K
Page 79 and 80:
aan den Uitgever.' moeke waardig ge
Page 81 and 82:
aan den Uitgever. 75len muur, tegen
Page 83 and 84:
aan den Uitgeveti 77 \zijne Anmerku
Page 85 and 86:
aan den Uitgever, 79voegen zij mij
Page 87 and 88:
'aan den Uitgever, 8rzei ver grond
Page 89 and 90:
aan den Uitgeven 83dac wij niet all
Page 91 and 92:
aan den Uitgever. 85DE natuurgewrog
Page 93 and 94:
aan den Uitgever. 87metaphijjica, b
Page 95 and 96:
aan den Uitgever. 89en wijzigingen
Page 97 and 98:
aan den Uitgever. 91HOE aandachtige
Page 99 and 100:
aan den Uitgever. 9%de verëischten
Page 101 and 102:
aan den Uitgever, 95zoude zijn om m
Page 103 and 104:
aan dén Uitgever. - 97,koe de ziel
Page 105 and 106:
V.Aan den HeerR H Y N V I SF E I T
Page 107 and 108:
Rhynvis Feith,ÏOÏgeest van 't Chr
Page 109 and 110:
Rhynvis Feith. 103ten ftrekken , wi
Page 111 and 112:
Rhynvis Feiïk.E05fcbelden (*). De
Page 113 and 114:
Rhymls Feith 107.vinding lijnregt t
Page 115 and 116:
Rbjnvh Feiifo io£tverhevene les je
Page 117 and 118:
Rhynvis Feith,IIIvan Teylers vraagf
Page 119 and 120:
Rhynvis Feithl 113"pbuülée de tou
Page 121 and 122:
Rijnvis Feith. "5HOE moet dan nu ee
Page 123 and 124: Rhynvis Feith 117Neen! het is eene
Page 125 and 126: Rhynvis Feith,iio}als onlogenbaar,
Page 127 and 128: Rhynvis Feith, 121uwe woorden gehee
Page 129 and 130: Rhy/ivis Feith. 143VEEL zoude ik hi
Page 131 and 132: VI.tiet grondbeginsel van zedelijkh
Page 133 and 134: volgends Kant, verdedigd,i»?en der
Page 135 and 136: 'volgends Kant, verdedigd. 129en ve
Page 137 and 138: volgends Kant, verdedigd. 131leer v
Page 139 and 140: volgends Kant, verdedigd. 133Het ee
Page 141 and 142: volgends Kant, verdedigd. 135drag,
Page 143 and 144: volgends Kant, verdedigd.i%fzekerer
Page 145 and 146: volgends Kant, verdedigd. 13$inen b
Page 147 and 148: volgends Kant, verdedigd.14Ïkeimak
Page 149 and 150: volgends Kant, verdedigd. 143zoo du
Page 151 and 152: volgends Kant , verdedigd. 145regel
Page 153 and 154: volgends Kant, verdedigd. 147meerih
Page 155 and 156: volgends Kant, verdedigd. 149hetzel
Page 157 and 158: volgends Kant, verdedigd.J51hec kin
Page 159 and 160: VILOver de beftemming van den mensc
Page 161 and 162: en inzonderheid van.den Geleerden.'
Page 163 and 164: en inzonderheid van den Geleerden.B
Page 165 and 166: en inzonderheid van den Geleerden*
Page 167 and 168: en inzonderheid van den Geleerden*
Page 169 and 170: en inzonderheid un den Geleerden. 1
Page 171 and 172: en inzonderheid van den Geleerden.\
Page 173: en inzonderheid van den Geleerden.
Page 177 and 178: en inzonderheid van den Geleerden.
Page 179 and 180: en inzonderheid van 'den Geleerden.
Page 181 and 182: VIII.Strijd der befpiegeïende Rede
Page 183 and 184: over noodzaaklijkheid en vrijheid.
Page 189 and 190: óver noodzaaklijkheid en vrijheid.
Page 191 and 192: nver noodzaaklijkheid en vrijheid.
Page 193 and 194: om, noodzaaklijkheid en wijheid.»8
Page 195 and 196: ier noodzaaklijkheid en vrijheid. i
Page 205 and 206: over noodzaaklijkheid en vrijheid,
Page 213 and 214: wer noodzaaklijkheid en vrijheid. 2
Page 215 and 216: over noodzaaklijkheid en vrijheid.a
Page 217 and 218: mr noodzaaklijkheid en vrijheid. 21
Page 219 and 220: over noodzaaklijkheid en vrijheid,
Page 221 and 222: ever noodzaaklijkheid en vrijheid,
Page 223 and 224: mr noodzaaklijkheid en vrijheid. ai
Page 225 and 226:
'$Menfchen aanleg tot gehovem • a
Page 227 and 228:
'i Menfchen aanleg tot gehoven. 223
Page 229 and 230:
'f Menfchen aanleg tot gehoven. 225
Page 231 and 232:
*s Menfchen aanleg tot gehoven, sa?
Page 233 and 234:
'tMenfckn aanleg tot- gekovett. aao
Page 235 and 236:
's Menfchen aanleg tot gehoven. «3
Page 237 and 238:
's Menfchen aanleg tot gehoven. 233
Page 239 and 240:
'sMenfchen aanleg tot gelooveni &35
Page 241 and 242:
V Menfchen aanleg tot gelooven. 337
Page 243 and 244:
'ïMenfchn aahkg tot gkböytn* , 53
Page 245 and 246:
VMenfchen aanleg tot gehoven. 241we
Page 247 and 248:
VMenfchen aanleg tot gehoven, 243na
Page 249 and 250:
*j Menfchn aanleg tot gehoven. 245h
Page 251 and 252:
VMenfchen aanleg tot gehoven, 247ik
Page 253 and 254:
'$Menfchen aanleg tot gehoven. *49v
Page 255 and 256:
'
Page 257 and 258:
's Menfchen aanleg tot gehoven» £
Page 259 and 260:
^Menfchen aanleg tot gelooven. $55w
Page 261 and 262:
's Menfchen aanleg tot gehoven.&$?v
Page 263 and 264:
X.'sMenfchen aanleg tot gehoven.(Tw
Page 265 and 266:
*f Menfchen aanleg tot geloöven. f
Page 267 and 268:
'i Menfchen aanleg tot gelooven, 26
Page 269 and 270:
'* Menfchen aankg tot gehoven. 265a
Page 271 and 272:
V Menfchen aanleg tot gelooven, 267
Page 273 and 274:
*s Menfchen aanleg top gelooven. 26
Page 275 and 276:
"s Menfchen aanleg tot gehoven. 271
Page 277 and 278:
't Menfchen aanleg tot gelooven. 27
Page 279 and 280:
's Menfchen aanleg tot gelooven.Wel
Page 281 and 282:
'sMenfchen aanleg tot gehoven, 277a
Page 283 and 284:
's Menfchen aanleg tot gelooven. t?
Page 285 and 286:
'i Menfchen aanleg tot gelooven. 28
Page 287 and 288:
XI.JanmerkingenopE U R Y A L U S ,o
Page 289 and 290:
* over het Schoon. 285van agteren b
Page 291 and 292:
over het Schoon» 287Hoogleeraars,
Page 293 and 294:
over Tiet Schoon.sS^voorwerpen aanf
Page 295 and 296:
over het Schoon,a^ikonstenaar denkt
Page 297 and 298:
over iet Schoon* 293had afgezonderd
Page 299 and 300:
mer het Schoon. 295worde te weeg ge
Page 301 and 302:
over hei Schoon. $97als of hij r,aa
Page 303 and 304:
over let Schoon.S99dan een geboren
Page 305 and 306:
over het Schoon, 301in de beeldende
Page 307 and 308:
over het Schooni 303zinlijk norgefi
Page 309 and 310:
over let Schoon. 3°5verftartdlijke
Page 311 and 312:
over het Schoon. 307moet gezogc wor
Page 313 and 314:
over het Schoon. 3°9maar in het ko
Page 315 and 316:
f. kinker, aan den Uitgever, enz* %
Page 317 and 318:
B. Nieuhoff's Eudaemonisme. 3*3hij
Page 319 and 320:
B. Nieuhoff''s Eudaemonisme. 315woo
Page 321 and 322:
B. Nieuhoff s Eudaemonisme. 317alge
Page 323 and 324:
B. Nieufof's Eudaemonisme. 319noege
Page 325 and 326:
B. Nieuhoff's Eudaemonisme. 351HET
Page 327 and 328:
B. Nieukoff's Eudaemonisme, 323lijk
Page 329 and 330:
Ê. Nieuhoff'! Eudaemonimè. 325aan
Page 331 and 332:
B. Nieuhoff's Eudaemonisme. 32?zeg
Page 333 and 334:
B. Nieuhoff"'s Eudaemonisme. 3 2 9o
Page 335 and 336:
• B. Nietihofs Eudaemonisme. 331a
Page 337 and 338:
B. Nieuhoff" s Eudaemonisme. 333Red
Page 339 and 340:
B. Nieuhoff's Eudaemonisme. 335de H
Page 341 and 342:
B. Nieuhoff''s Eudaemonisme. 337gij
Page 343 and 344:
XIII;Brief van Doet,ServaasaandenUi
Page 345 and 346:
aan den Uitgever, ênz, 341wil ze,
Page 347 and 348:
aan den Uitgever, enz. 34.5wat van
Page 349 and 350:
aan den Uitgever, enz, 345zer, Mend
Page 351 and 352:
aan den Uitgever, enz. 34?door zijn
Page 353 and 354:
taan den Uitgever, enz. 349bij, waa
Page 355 and 356:
aan den Uilgever, enz. 35 1kelijk v
Page 357 and 358:
aan den Uitgever, enz. 353eene hars
Page 359 and 360:
aan den Uitgever * enz. 355"ka. IVa
Page 361 and 362:
dan den Uitgever, e«s.3^7déti, op
Page 363 and 364:
aan den Uitgever, enz, 359MAAR laat
Page 365 and 366:
aan den Uitgever» enz, S 6 "»Zeke
Page 367 and 368:
aan den Uitgever, enz. 363voor zet,
Page 369 and 370:
aan den Uitgever, enz. 365ïk moest
Page 371 and 372:
aan:den Uitgever -, enz, 3°7hoe ,
Page 373 and 374:
XIV;Andwoord op den Brief van Pr. N
Page 375 and 376:
Van Pr. Nieuhof.$?ihar volk ! Zij m
Page 377 and 378:
van Pr. Nieuhoffi 373hhme, hemelsbr
Page 379 and 380:
van Pr. Nieuhoff. ' 875HOE verwonde
Page 381 and 382:
van Pr. Nieuhoff. 3/7Maar mijn Nieu
Page 383 and 384:
van Pr. Nieuhf, 379wingen van Hem (
Page 385 and 386:
•van Pr. Nieuhoff. 381nogeenigzin
Page 387 and 388:
van Pr. Nieuhof. 3 8 3ondernam te z
Page 389 and 390:
van Pu Nieuhof.3^3HET is waar, gelu
Page 391 and 392:
van Pri Nieuhoff$Sjik fchier beflui
Page 393 and 394:
van Pr. Nieuhoff. $9zig van deze on
Page 395 and 396:
van Pr. Nieuhoff. 39 1iets konde ge
Page 397 and 398:
mn Pr. Nieuhoff. 393de,: den geest
Page 399 and 400:
van Pr. Nieuhoff. 395van alle noodl
Page 401 and 402:
van Pr. Nieuhoff. S9?gene -zamengev
show all

M AG AZ YN

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?