De betekenis van groene burgerinitiatieven
1XMGYeW
1XMGYeW
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Actiegroepen<br />
Actiegroepen zijn groepen die zich vrijwel uitsluitend richten op protest en actievoeren om hun<br />
(politieke) doelen te bereiken. Dit kan door middel <strong>van</strong> rechtszaken, het inzamelen <strong>van</strong> handtekeningen,<br />
formeel aantekenen <strong>van</strong> protest, mobiliseren <strong>van</strong> de publieke opinie en organiseren <strong>van</strong><br />
protestacties, publiceren in de media en allerlei ludieke acties. Zo schreef Stichting Werkgroep Behoud<br />
Zwartendijk uit Kampen ook een aantal protestliederen die zij bij verschillende gelegenheden ten<br />
gehore bracht. Vereniging Redt de Kaloot uit Borssele voerde ook een (succesvolle) bodemprocedure<br />
tot aan de Raad <strong>van</strong> State om de geplande aanleg <strong>van</strong> een containerterminal <strong>van</strong> de kaart te krijgen.<br />
Actiegroepen ontstaan vrijwel altijd met een concrete aanleiding, die vaak te maken heeft met politiek<br />
en/of beleid dat als ongewenst gezien wordt. Vereniging Redt <strong>De</strong> Kaloot voert al ruim 15 jaar actie<br />
tegen de aanleg <strong>van</strong> een containerterminal op een bijzonder strandgebied. Actiecomité Red Ons Bos<br />
voert in omgeving Groesbeek actie tegen grootschalige kap <strong>van</strong> bomen voor heideontwikkeling. In<br />
Harderwijk voeren omwonenden actie tegen de kap <strong>van</strong> een aantal bomen voor een parkeerplaats.<br />
Een kritisch discours over beleid en beheer <strong>van</strong> overheden en/of TBO’s is meestal aanleiding <strong>van</strong><br />
actiegroepen (<strong>De</strong> Groot et al., 2012). Aanleiding kan bijvoorbeeld een verandering in landgebruik of<br />
het kappen <strong>van</strong> bomen zijn, maar kan ook te maken hebben met achterstallig onderhoud of een<br />
gebrekkige uitvoering <strong>van</strong> beleid. Ook de aanleg <strong>van</strong> een weg, bedrijventerrein, woonwijk of<br />
windmolens zijn voorbeelden <strong>van</strong> aanleidingen uit de inventarisatie. Actiegroepen zijn over het<br />
algemeen sterk gericht op het realiseren <strong>van</strong> (ecologische en cultuurhistorische) fysieke doelen,<br />
sociale doelen zijn veel minder belangrijk of afwezig. Zij hanteren vaak een expliciet tegendiscours.<br />
Het initiatief tot actie komt over het algemeen <strong>van</strong>uit burgers, maar kan ook <strong>van</strong>uit NGO’s komen.<br />
Contacten met overheden verlopen moeizaam wanneer men actie voert tegen overheidsplannen.<br />
Soms is er goed contact met bijvoorbeeld de politieke oppositie. TBO’s kunnen, indien betrokken,<br />
zowel een partner zijn in het verzet tegen bepaalde plannen als een tegenstander tegen wiens plannen<br />
of beheer juist verzet is. Dat laatste is het geval bij Red Ons Bos, waar Staatsbosbeheer en<br />
Natuurmonumenten als terreinbeheerders medeverantwoordelijk worden gezien voor de bomenkap.<br />
Ook het bedrijfsleven kan een tegenstander zijn: zo voert <strong>De</strong> Wolden, Natuurlijk! actie tegen de komst<br />
<strong>van</strong> een grootschalig hippisch centrum in gemeente <strong>De</strong> Wolden, en is er bij Redt de Kaloot actie tegen<br />
plannen voor uitbreiding <strong>van</strong> de haven Seaport Zeeland. Wel is er bij actiegroepen vaak samenwerking<br />
met NGO’s, die zich soms ook bij protesten aansluiten.<br />
Actiegroepen zijn relatief vaak ad-hoc verbanden, die na het bereiken <strong>van</strong> een mogelijk doel weer<br />
verdwijnen, in sluimerstand gaan of zich doorontwikkelen. Naar binnen opereert men veelal informeel,<br />
maar naar buiten toe voornamelijk formeel, zeker in het geval <strong>van</strong> procedures. Financiële middelen<br />
zijn vaak relatief beperkt, en worden in een aantal gevallen deels uit eigen middelen betaald. Een<br />
uitzondering vormt Redt de Kaloot: voor twee bodemprocedures tot de Raad <strong>van</strong> State hebben zij veel<br />
geld moeten inzamelen. Immateriële hulpbronnen zijn belangrijk: gebiedsspecifieke en ecologische<br />
kennis om argumenten aan te sterken, maar indien nodig ook juridische kennis.<br />
<strong>De</strong> effecten kunnen bij actiegroepen sterk wisselend zijn, afhankelijk <strong>van</strong> de vooraf gestelde doelstelling<br />
en of die als gevolg <strong>van</strong> het protest wel of niet bereikt wordt. Er zijn voorbeelden waar doelen<br />
(nog) niet bereikt zijn en de effecten dus waarschijnlijk minimaal, bijvoorbeeld omdat plannen of<br />
beleid alsnog worden voortgezet. Institutionele effecten zijn wel duidelijk zichtbaar wanneer plannen<br />
(moeten) worden aangepast of stilgelegd. <strong>De</strong> totale om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> effecten <strong>van</strong> actiegroepen kan erg<br />
groot zijn indien doelen behaald worden, en is meestal positief voor ecologie, gebruik en cultuurhistorie<br />
in relatie tot groen.<br />
Ecologische effecten kunnen ook negatief uitpakken: bijvoorbeeld wanneer men protesteert tegen<br />
natuurontwikkeling, zoals gebeurde door WEI in de Bovenlanden bij Wilnis, waar natuurdoelen werden<br />
verzwakt maar het cultuurhistorisch landschap wel behouden bleef dankzij acties. In de meeste<br />
gevallen pakken effecten in ecologische zin positief uit: bijvoorbeeld bij Redt de Kaloot, waar<br />
actievoerders de ontwikkeling <strong>van</strong> een containerterminal <strong>van</strong> de kaart hebben gekregen. Voor<br />
cultuurhistorische effecten geldt in principe hetzelfde als voor ecologische effecten. In de praktijk<br />
echter lijkt het niet voor te komen dat actiegroepen een negatieve invloed hebben op cultuurhistorie.<br />
Effecten op bewustwording zijn wel belangrijk: door actievoeren worden mensen meer bewust <strong>van</strong> de<br />
waarden <strong>van</strong> hun omgeving. Hoewel dit niet overal een doel is, wordt het wel als belangrijk effect<br />
60 | Wot-rapport 127